Module 1 en 2
Empirisme: alles komt voort uit ervaring, waarneming is cruciaal, inductie en experimenteren
Rationalisme: rede is meest betrouwbare vorm van kennis, alles start met theoretische kennis,
deductie en conclusies trekken obv feiten waaraan niet getwijfeld kan worden
Verlichting: waarheid kan enkel bewezen worden adhv theoretische kennis, de opvoedbaarheid
van het individu en de maakbaarheid van de sl (milieu is bepalend), introductie van de
volksopvoeding
JJ Rousseau: de mens is van nature goed, opvoeder moet niets opdringen, verbieden of
verplichten, het kind leert uit de gevolgen van het eigen gedrag, opvoeder is er alleen voor
introductie of voor controle van het proces, voorloper van de anti-autoritaire opvoeding, kritiek op
wereldlijke en kerkleiders
Pestalozzi: iedereen kan opgevoed worden tot werkelijke humaniteit, methodiek van het
volksonderwijs
Pedagogiek in de 19de eeuw beïnvloed door: romantiek, verlichting en reformpedagogiek
Romantiek: belang van het onbewuste, benadrukt de verschillen tussen mensen
Fröbel: via speel en leermethoden de ontwikkeling van kleuters bevorderen
Reformpedagogiek: tegen het massale en methodologisch starre onderwijs van de 19de eeuw, 5
uitgangspunten = kindgericht, natuurlijke ontwikkeling, lichamelijke en artistieke opvoeding,
kinderen zijn van nature actief en interesse in individuele aard en belangstelling van kinderen
komst van de academische pedagogiek: aandacht voor opvoedings- en onderwijsprocessen werd
continu ipv incidenteel
3 niveaus in de theorievorming vd pedagogiek; werkelijkheid, pedagogische theorie en
metatheorie (ontbreekt)
Rol van opvoedingswetenschappen als verschaffer van ware kennis onder vuur: door post-
Kuhniaanse ontwikkelingen en post-modernistische opvattingen
Biesta: aandacht voor de problematiek van pluraliteit en pedagogiek
2 vormen van meervoudigheid volgens Biesta: diachroon (ene stroming als reactie op een andere)
en synchroon (meerdere stromingen bestaan naast elkaar)
Meervoudigheid en kritiek: MVH is een noodzakelijke maar geen voldoende voorwaarde voor het
leveren van kritiek
Socialisatie: het vertrouwd maken van een cultuur aan een groep, cultuuroverdracht met
participatie van de individuen niet alleen kennis, ook vaardigheden, normen, waarden,
gewoonten,… dus eigenlijk het resultaat van interactie individu en sociale omgeving
Onderwijs: georganiseerde en geprofessionaliseerde socialisatie, systematisch, nieuwkomers
inlijven in groepsverband en uitgevoerd door professionals
Differentiatiefunctie van onderwijs: leerlingen voorbereiden op uiteenlopende posities in de
samenleving
Kwalificatiefunctie van onderwijs: leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen aanleren zodat ze
posities kunnen en uiteenlopende sociale posities kunnen opnemen
2 soorten kwalificaties: technisch instrumenteel, hoort bij vakinhoudelijke competenties en sociaal
normatief, vaardigheden die zorgen voor een goede omgang met anderen in het arbeidsleven
Integratieve functie van onderwijs: aanleren van burgerschapscompetenties
Onderwijsfuncties: veranderen adhv maatschappelijke ontwikkelingen zoals bvb technologisering
en globalisering
Belangrijkste oorzaak van welvaart en sociale gelijkheid: arbeidsdeling, zorgde voor efficiëntere
productie maar ook voor voorraadvorming en variatie in eigendom
Meritocratie: de hoge posities in de maatschappij worden vervuld door de meest verdienstelijken
Rol van onderwijs in de meritocratie: onderwijs kiest talenten en leidt hen op, ongeacht hun
achtergrondkenmerken
Reproductietheorie: posities in de maatschappij reproduceren zichzelf van generatie op generatie
door factoren zoals bezit, sociaal leven, cultuur,…
Reproductie van machtsstructuren: hoogstaande groepen hebben er baat bij dat hun positie
zichzelf reproduceert, minderheden strijden hiertegen
2 selectiemodellen van De groot: contest mobility en sponsored mobility
,Sponsored mobility: selectie op jonge leeftijd, ontwikkeling gaat volgens standaardpatronen,
meteen opgedeeld in niveaugroepen, expeditiemodel
Contest mobility: herhaaldelijke mogelijkheden om je capaciteiten te tonen, onderwijs met open
toegang, veldloopmodel
Conclusies onderzoek van De Groot: selecties op jonge leeftijd zorgt voor self fulfilling prophecies,
er zijn systeemeffecten te zien op de prestaties van kinderen
Maatschappelijke veranderingen op de arbeidsmarkt: van ambacht naar arbeidsdeling en
specialisatie, technologisering, snelle ontwikkeling dus men moet zich blijven specialiseren en
veranderende contexten
Ontwikkelingen in het BSO: meer inhoudelijke aansluiting tussen onderwijs en arbeidswereld
3 conceptuele benaderingen op vroegtijdige schoolverlaters: wetgever (leerling gaat niet meer
naar school op de verplichte leeftijd leerplichtdefinitie), opleider (leerling stopt met de opleiding
voor hij/zij het diploma behaalt diplomadefinitie) en arbeidsmarkt (leerling is niet gekwalificeerd
genoeg om de positie op de arbeidsmarkt te vervullen kwalificatiedefinitie)
Cohesie/integratie samenleving verliezen door: sociale veranderingen, individualisering en het
multicultureler worden van de samenleving
Pedagogische functie: ontwikkelen van waarden, vaardigheden voor waardencommunicatie en
participatie in de schoolcultuur vormen samen waardevormend onderwijs
Evolutie in het denken over de pedagogische functie: van kerkelijke conventies die bevelen om
godsdienstige waarden aan te leren naar herwaardering tot zelfstandige ontwikkeling van
waardeoriëntaties
Redenen voor herwaardering: veranderende omgangsvormen, bevorderen van een goed
burgerschap, opvoedende taak van de school, toenemende culturele diversiteit en denominatie
van de school
Samenleving goed laten werken: door sociale cohesie en de acceptatie van maatschappelijke
verantwoordelijkheid
2 manieren om te denken over de belangen van en het omgaan met schoolcultuur: aanpassing
aan de schoolcultuur = hoe lln waarden en normen verwerven en vormgeven aan de schoolcultuur
= actieve participatie en betrokkenheid
Eindtermen: de doelstellingen die de overheid verwacht van leerlingen tussen 12-18j,
vakoverschrijdend en vakspecifiek, lager onderwijs = leergebied, in kleuteronderwijs en buso
eerder ontwikkelingsdoelen
Belangrijkste struikelblokken van onderwijs: overladen programma’s, onvoldoende ervaring van
leerkrachten en te grote groepen
, Groepsgebonden ongelijkheid – hoort bij pedagogie module 2
Sekse Afkomst en SES
De feiten Sterke toename aanwezigheid vrouwelijke studenten Opleiding ouders = beste voorspeller voor latere schoolsucces
Vrouwelijke studenten zijn succesvoller dan mannelijke (sterke samenhang opleiding ouders en bereikte opleidingsniveau
Wel sekseverschillen bij profiel- en beroepskeuze van kinderen)
Er is een middenklasse bijgekomen; van een piramidevormig naar
een uivormige structuur (milieuhiërarchie)
Samenhang sociaal milieu en de schoolcarrières van kinderen in
de loop van de tijd stabiel terwijl het absolute opleidingspeil wel
stijgt
Relatie SES positie ouders en bereikte opleidingsniveau kinderen
is stabiel, relatie buitenlandse herkomst en onderwijskansen is
veel complexer
Opleidingsniveau immigranten bepaalt integratieprocessen en
onderwijskansen
Kinderen laagopgeleide ouders hebben een cognitieve
ontwikkelingsachterstand van ongeveer 1.5j → achterstand wordt
omgezet in vergelijkbare verschillen in leerprestaties
Meeste leerlingen kiezen vervolgonderwijs dat past bij hun
prestatieniveau in het basisonderwijs
De oorzaak Verschillen zijn zo groot dat ze niet bepaald kunnen Individueel niveau
worden door capaciteiten Biologische oorzaken: in de Westerse samenleving is de
Scholen verschillen in de mate waarin ze meritocratisch meritocratie al ver gevorderd, alle talenten hebben kans op een
zijn opleiding en een opleiding zorgt voor een hogere positie
Gecombineerde effecten van sekse, etnische herkomst Socialisatietheorie: kinderen die van nature intelligent zijn gaan al
en SES van jongs af aan geavanceerd exploreren, spelen en praten
Onderzoek is correlationeel en niet experimenteel en kan dus
moeilijk geïnterpreteerd worden
Gezinsniveau
Gezinssocialisatie
Door stijgen welvaart neemt het belang van materiële
gezinsfactoren af: eerder kijken naar culturele en sociale factoren
Belangrijkste bevindingen: informeel leren in gezin
Klas- en schoolniveau
Mattheus-effect en self-fulfilling prophecy
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmaeeckelaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.35. You're not tied to anything after your purchase.