100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Aardrijkskunde Havo examen Domein A t/m E - alle examenstof $0.00

Summary

Samenvatting Aardrijkskunde Havo examen Domein A t/m E - alle examenstof

 97 views  42 purchases
  • Course
  • Level

Dit is een samenvatting van havo aardrijkskunde (gemaakt op basis van de examen leerdoelen). Ik had op mijn examen een 8. Inhoud: Domein globalisering, domein wereldbeeld, domein klimaat en landschap, domein Endo- en exogene processen, domein Brazillie en domein leefomgeving.

Preview 3 out of 16  pages

  • June 8, 2022
  • 16
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 200
avatar-seller
Aardrijkskunde Havo 5 examen
- Anna de Vries -


Domein Globalisering
globalisering/mondialisering: gebieden gaan gaan meer samenwerken en voegen meer samen.
→ Als er iets gebeurt, merk je op meerdere plekken de gevolgen.
Globalisering heeft invloed op inrichting, functie van gebieden op basis van dimensies:
economisch + sociaal + politiek + cultureel
Globalisering is mogelijk door:
1. transporttechnologie: over het vervoeren van grondstoffen, goederen, mensen enzv
2. informatie/communicatie technologie: over het uitwisselen van informatie enzv
→ Deze twee ontwikkelen zich steeds verder, dit zijn de belangrijkste ontwikkelingsmomenten:
- reis/vervoerstijden daalden.
- transport en communicatie wordt goedkoper.
- infrastructuur en data verkeer verbeterd.

Globalisering gaat steeds sneller, Mno’s versnellen dit:
Multinationale onderneming (mno’s): bedrijven die over de hele wereld gevestigd zijn.
Tijd-ruimtecompressie: ontwikkeling waarbij tijd en ruimte in elkaar worden gedrukt
→ de wereld wordt “kleiner”, door ontwikkelingen, want je kan steeds meer bereiken.
global village: social media neemt veel over in de wereld.
→ nadeel: niet overal gaat het snel: ze hebben langere tijd-ruimtecompressie = ze gaan achter lopen.

WTO wereldhandelsorganisatie: verband tussen landen over handel
vrijemarkteconomie werd leidende eco (producenten bepalen zelf en prijs bepaald door vraag/aanbod)
Daardoor neemt wereldhandel toe, gevolgen:
- productie en uitwisselen van goederen/diensten worden internationaler.
- gebieden raken economisch meer verbonden.
dit is economische globalisering. Dit zie je door stijging van transport en communicatie inversteringen.
vanaf 2012 daalt de groei weer.
Mno’s kijken of hun ligging nog goed is: is er bereikbaarheid, belastingvoordelen, politieke stabiliteit?
→ Als ze dan verplaatsen, heeft dit negatieve gevolgen voor de oude omgeving.
Vrijhandel: handelsbeperkingen worden weggehaald, grenzen vervagen, handelen wordt makkelijker.
protectionistische maatregelen: economie beschermen voor de buitenlandse concurrentie.
> Dit protectionisme wordt vaak gebruikt bij crisis of nieuwe bedrijven.
productieketen: de route die het product aflegt van grondstof tot consument.
> productieketen wordt meer verspreid over verschillende plekken, doordat het daar bijv beter is.
> Hierdoor groeit handel/vervoer sneller dan productie.
> mno’s gaan naar meer landen om in meer afzetmarkten te zijn.

Triade netwerk: drie kerngebieden die veel invloed hebben op wereldeco (N-Amerika, EU, Japan)
Global Shift: economisch zwaartepunt verschuift, want invloed van andere gebieden neemt toe.
Het verschuift van noord-atlantisch naar pacifische, veel aziatische landen nemen meer over.
gevolgen van snelle globalisering:
1. nieuwe internationale arbeidsverdeling ontstaat: laat zien welke taak, elk gebied, in het
wereldsysteem heeft. Taken veranderden, maakindustrie is bijv naar (semi)periferie gegaan.
2. Mno’s willen markten bemachtigen: meer concurrentie, want ze gaan in meer landen verkopen.

, 3. Doorschuiven: Locatie wordt steeds aangepast; bedrijven gaan naar de goedkoopste landen.
Vooral voor goederen die snel op de markt moeten; bijv mode.
4. Core business: Mno’s richtten alleen op kern en nemen minder activiteiten op zich, ze nemen
hier onderaannemers voor.
5. Overal merkbaar: als er een spanning in het midden-oosten is, merk je dit ook in NL enzv.
6. Meer sociale en regionale ongelijkheid: door economische globalisering.
> Grote verschillen tussen gebieden die wel mee doen aan globalisering en die niet.
> Mensen verliezen banen door globalisering; robotisering, uitschuiving concurrentie.
> Mensen krijgen meer concurrentie van migranten voor banen, woningen en uitkeringen.

Meer culturele globalisering; veel dezelfde winkels, muziek. Maar normen/waarden veranderen minder
Transnationale netwerken: contact tussen migranten en achterblijvers, contact tussen gebieden.
→ Het migranten netwerk verbindt het oude land geboorteland met het nieuwe land.
informatietechnologie vergroot; sociale media, meer informatie uitwisselingen
→ Bij veel handel, is er veel info communicatie waardoor informatie/infrastructuur ontwikkeling beter is.
Culturele globalisering heeft 2 effecten:
1. homogenisering: door verwestering gaan culturen meer op elkaar lijken, Veel dezelfde cultuur.
→ lingua franca: een voertaal, vaak Engels.
→ als de normen en waarden ook mee gaan veranderen, kan er een mondiale cultuur komen.
2. heterogenisering: Door migratie ontstaan mixen westerse en niet-westerse culturen.
→ Er ontstaat multiculturaliteit, een mengcultuur die transnationaal is.
→ ze zijn ingeburgerd, maar ze nemen hun cultuurelementen zo veel mogelijk mee.

arbeidsmigratie: mensen migreren voor werk, zodat ze daar kunnen werken > vooral zuid naar noord
> pushfactor: gebrek aan werk enz & pullfactor: kans op beter betaald werk
Migratie wordt door globalisering versterkt:
1. welvaartsverschillen zijn door globalisering toegenomen, dus willen mensen migreren.
2. demografisch verschil tussen rijke en arme landen, mensen willen migreren.
→ in rijke landen is grotere demografische druk en in arme landen lager, dus mensen van
arme landen willen naar rijke, alleen rijke landen willen geen laagopgeleide.
3. verbetering transport en communicatie zorgt voor verbinding. Migranten vinden dit
aantrekkelijker, straalt rijkdom uit en ze kunnen contact houden met oude leven.
4. Vrij verkeer in EU kwam, dit zorgde ook dat het voor illegalen makkelijker werd.

positieve gevolgen migratie:
- migratie levert geld op voor het nieuwe land en bij terugkomst naar vaderland, nemen ze kennis
en ervaringen mee wat goed is voor ontwikkeling.
- Beroepsbevolking wordt jonger en jonge mensen kunnen ze goed gebruiken.
- sommige landen liggen in migratieroutes > ze krijgen ontwikkelingshulp, om migratie te beperken

wereldstad: grote stad die belangrijk is voor eco, politiek of cultuur centrum.
Mensen die tegen globalisering zijn, zijn vaak laagopgeleid, arme mensen; ze willen meer zelfstandig.
Amerikanisering: er ontstaat een westerse cultuur; maar het wordt niet de wereldcultuur, want;
- Materië verand wel, maar de culturele identiteit, zoals normen en waarden niet.
- Alleen rijke nemen westerse cultuur over: dit geeft status & arme kunnen het vaak niet betalen.
- Ook andere culturen groeien.
- steden zijn ook ingericht op toerisme enz, dus op ene plek oosters en andere westers.

, GB was eerst een koloniale grootmacht. Er waren veel kolonies.
Gb & Brits-indië, hadden een centrum periferiemodel relatie → vooral voor grondstoffen en handel.
Gb maakte een ontwikkeling door in 19e eeuw: industrialisatie.
exploitatiekolonie: Brits-indië: kolonie voor voor winst, door grondstoffen en afzetmarkt.
vestigingskolonie: Australië: kolonisten gaan er wonen, het land is afgestemd op moederland.
Na de 2e WO kwam er voor Gb dekolonisatie: process waar kolonies zelfstandig worden.

tegenwoordig is er in het westen de-industrialisatie: industriële dingen verplaatsen/verdwijnen.
→ Lage lonen landen, opkomende economieën, de Brics-landen, nemen industrie meer over.
→ De andere landen krijgen door de-industrialisatie nieuwe ontwikkelingen: meer hightech werk.
→ Het eco zwaartepunt verschuift naar zuid-oosten, Gb zwaartepunt verminderd.
London is belangrijke wereldstad. Vroeger als rijk. Nu als eco, cultureel, toeristisch en triadisch punt.
zakelijke en financiële dienstverlening: dienstverlening door particuliere bedrijven (niet overheid)

India is een ontwikkelingsland, de ontwikkeling gaat heel erg snel > Hij gaat van periferie naar semi.
→ Doordat eco verbeterd: open markt economie gekomen: meer handel.
India raakt verbonden met de rest van de wereld, dit merk je door:
- Mno’s gaan naar india en India neemt mno’s van andere landen over.
- India heeft meer handelsrelaties
- Mno’s doen kantoor werk in india: want ze hebben grote info-technologie.
- India heeft goed opgeleide jonge bevolking: daardoor kan het ook in de toekomst toenemen.
→ maar regionale ongelijkheid is wel heel groot, Oneerlijke verdeling!
verstedelijkingsgraad: % van mensen die in de stad woont tegenover de mensen die erbuiten wonen.
verstedelijkingstempo: % van de snelheid dat de mensen naar de stad toe trekken.
Verstedelijking van india wordt groter, ze krijgen meer megasteden.
→ Mumbai, grote belangrijke stad:
> financieel centrum: goede geografische ligging, goedkoop, goed geschoold, lage belasting enz
> cultureel centrum: bijv met de bollywoodfilms,
< maar negatieve kant: veel werkloosheid, krottenwijken, daklozen en informele sector is enorm.

Door koloniaal verleden heeft India veel engels
>> Engels als lingua franca + zelfde onderwijs + besturen van land hetzelfde + engelse gebouwen
In india is toch culturele diversiteit, dit kan samenleving scheuren, dit houd eenheid:
- Hindoeïsme: grootste deel van bevolking is dit, stimuleert vrede.
- democratisch land met centralisatie: deelstaten hebben bestuur over eigen gebied met regels.
- verbinding en communicatie is goed ontwikkeld: zo ontstaat meer verbinding tussen gebieden

India gaat meer verschillen van Eng, maar ze blijven wel verbonden.
→ Eng heeft bijv bedrijven in India → India investeert veel in Eng bedrijven.
Veel migranten stromen tussen India en Eng: multiculturaliteit.
>> Britsen gaan naar indië voor ondernemen en bedrijven >> Indiërs gaan naar Eng voor studie

> gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB): beleid om genoeg voedsel te maken voor goede prijzen
> structuur en productiviteit: productiviteit en bij structuur kijk je naar % aantal van grote bedrijven.
NL is bang voor globalisering in de landbouwsector, want nl heeft hoge prijzen, omdat productie duur is.
Ze kunnen de lage prijzen concurrentie niet aan. Hoe is er dan veel landbouw in eu?
→ Veel landbouwsubsidies.
→ importheffingen en exportsubsidies: concurrentie tegenhouden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Annahaarsamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
Free  42x  sold
  • (0)