1.1.1 Maatschappelijke ontwikkelingen in de 21e eeuw
globalisering (sinds 20e eeuw)
= onomkeerbaar proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie.
Gebeurtenissen aan de andere kant vd wereld hebben directe invloed op ons leven
Dit kan zowel positief als negatief zijn:
● negatief voorbeeld: burgeroorlog in Syrië die vluchtelingenstroom veroorzaakt
● positief voorbeeld: kapitaal, goederen en mensen kunnen zich makkelijk verplaatsen
glokalisering
= belangrijke transitie waarbij de lokale identiteit steeds belangrijker wordt
Ontgroening
= minder jongeren in de bevolking als consequentie van een afname vh geboortecijfer
Vergrijzing
= meer ouderen in de bevolking
→ wordt verwacht dat deze (in Vlaanderen) verder zal toenemen)
Informatisering + technologisering
= rol hiervan is niet weg te denken, we staan in contact met de hele wereld
Communicatie loopt enerzijds langs duidelijk gekaderde paden binnen een duidelijke context
(bv werk, school, etc..)
Anderzijds wordt de communicatie beïnvloedt door transculturaliteit
= ander en nieuw woordgebruik, woorden worden overgenomen uit verschillende
talen, digitale taal → brengt ook nieuw gedrag met zich mee
1.1.2 Samen leven in context van diversiteit: als wij met elkaar gaan botsen
ontwikkelen van een interculturele (bewust en onbewust) zorgt voor nieuwe strategieën
deze attitude kan stereotypering en vooroordelen voorkomen en oordeelsvorming uitstellen
1
, Etnocentrisme etnorelativisme universalisme
= wereld zien vanuit eigen = alle culturen zijn gelijk aan = gelijkenissen tussen
normen en waarden. Eigen elkaar, aangezien normen culturen benadrukken ipv de
cultuur als ‘normaal’ en waarden enkel betekenis verschillen
krijgen binnen de eigen
culturele context
manieren om mensen te ondersteunen bij het verkrijgen van een gelijkwaardige plek in de
samenleving zijn emancipatie en empowerment (focus op aanwezige kennis en kunde) +
herkennen van uitsluitingsmechanismen
Salience-ervaring
= vaak de basis van uitsluitingsmechanisme. Het opvallen omdat iemand zich anders
gedraagt dan ‘normaal’ in een bepaalde context. De opmerkingen zijn vaak goed bedoeld,
maar wordt de ontvanger in een ondergeschikte positie gebracht
(bv: ‘waar kom je echt vandaan?’)
stereotype vooroordeel discriminatie
= veronderstellingen over = negatieve attitude ten = ongelijk behandelen,
personen die een vals, aanzien ve persoon die achterstellen of uitsluiten
vervormd of simplistisch behoort tot een sociale van mensen op basis van
beeld vd werkelijkheid groep. Bestaat uit de (persoonlijke) kenmerken.
geven. kan positief of cognitieve, emotionele en Kan op basis van afkomst,
negatief zijn conatieve component sekse, geaardheid, leeftijd,
huidskleur,...
Positieve discriminatie
= het bij gelijke geschiktheid
voorkeur geven aan mensen
met een fysieke uitdaging of
aan vrouwen (eerder kansen
versterken dan discriminatie
Racisme
= een groep om raciale redenen minderwaardig behandelen of over hen vernederende
uitspraken doen
→ gebaseerd op rassentheorie (19e eeuw) die een hiërarchie probeerde te
maken van de verschillende menselijke rassen waarin het blanke ras een
superieure positie kreeg
Pygmalion- of rosenthaleffect
= fenomeen waarbij hogere verwachtingen leiden tot hogere prestaties. (aangetoond dat
intelligentie en vaardigheden ve leerling van ondergeschikt belang zijn voor resultaten)
→ de manier waarop we de ander zien kan een pos of neg effect hebben op die
ander (self-fulfilling prophecy)
→ de negatieve spiraal die hieruit voorkomt noemt men het Golemeffect
2
, etnisch profileren
= het gebruikt door de politie van criteria of overwegingen omtrent ‘ras’, huidskleur, etniciteit,
nationaliteit, taal en religie bij handhaving terwijl daarvoor geen objectieve rechtvaardiging
bestaat
(bv: ‘preventief’ fouilleren bij mensen van een andere etniciteit)
→ dit heeft dus invloed op de politie (ook al zou dit niet mogen), maar kan ook
invloed hebben op het gedrag van de geprofileerde groep (bv boosheid en
woede tov de politie). Dit wordt dan een self-fulfilling prophecy
(vooroordeel:mensen van kleur plegen meer misdaden → politie doet meer
controle → mensen van kleur krijgen woede tov de politie → plegen echt meer
misdaden door hun woede)
1.2 Visie op diversiteit
Diversiteit (Hoffman)
= de verscheidenheid van mensen. Op micro en mesoniveu is dit al datgene waarin mensen
van elkaar verschillen.
→ in de samenleving nu (globalisering en superdiversiteit) is dit niet enkel meer
op vlak van etniciteit, maar ook op sociale factoren (= macro)
⇒ superdiversiteit: diversiteit binnen de diversiteit
= sociologisch concept dat bekijkt hoe etniciteit maar een paar factoren is van de
elementen van diversiteit
Innerlijke diversiteit
= vormen van diversiteit in elke persoon die de kern vormen van zijn identiteit
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leengoovaerts1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.