100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Neurobiologie helemaal samengevat SRW $7.47   Add to cart

Summary

Samenvatting Neurobiologie helemaal samengevat SRW

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Heb op examen 15/20 behaald Helemaal compleet

Preview 3 out of 33  pages

  • June 9, 2022
  • 33
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Epi (genetica)
Hoofdstuk 1 Bouwstenen en Celcylus
1.1 Bouwstenen: 4 voornamelijk groepen moleculen
Stofwisseling= uit de voeding halen wij onze bouwstenen, stoffen te wisselen, glucose omzetten in
energie, opslagen in lichaam, gebruiken voeding die we opnemen.

Voortplanting= geprogrammeerd, wij willen ons voortplanten, complementair, immuniteit is
verbonden aan geur, door geur vinden we elkaar(ontstaan chemie)

Reactie op omgeving= omgeving maakt wie je bent, evolutietheorie is meer, reacties op
omgevingsfactoren, kleine dingen zijn belangrijk

Groei en ontwikkeling= juiste stimulatie geven, uberzelf zijn, zoeken naar uberzelf van andere

Erfelijkheid= bagage van voorganger krijg je mee, leren omgaan met bagage

1.1 De bouwstenen
 Koolhydraten: worden suikers genoemd, monosachariden, disachariden,
polysachariden(=zetmeel)(eten of opslagen), uit monosachariden produceren we energie
(verbranden naar ATP), onderdelen van suikers gebruiken we voor reserves op te slagen
 Lipiden: in vetverbranding kan je meer energie vrijmaken, vetten geven veel energie, veel
energierijker
 Eiwitten en proteïnen: EXAMENVRAAG, bijna alle processen in lichaam worden gedaan door
eiwitten, informatieverwerking, zorgt voor suikeropname, verteringsprocessen, zuurstof is nodig
voor organen te laten werken, geen zuurstof=geen energie vb. immunoglobulines, hemoglobine
o Aminozuur is een peptidebinding, eiwit is een polypeptideketen
o 20 verschillende aminozuren= NV, glycine, proline, leusine,…
o Ketens= driedimensionale structuur, vorm eiwit is belangrijk voor de functie
o Niet goed functioneren van eiwitten kan voor grote gevolgen zorgen!
 Nucleïne zuren:
o DNA= groter en heel lang
 In iedere cel zit hetzelfde in, specifieke hoofdstukken lezen, vb. haarcel leest haarcellen
 1 stuk informatie = 1 gen, stukje van heel het DNA, nodig voor productie van een eiwit
 DNA= langgerekt molecule waar informatie op staat #46, 23 paar ladderstructuren
 DNA geeft instructie hoe de eiwitten gemaakt moeten worden, code maken eiwit
 DNA maakt RNA aan en die maken eiwitten aan
o BOUW en WERKING DNA
 Nucleotide= bestaat uit fosfaat, suiker (verschillende koolstofatomen) en basen (adenine,
thynine, guanine, cytosine)
 4 nucleotiden van het DNA = verschillende volgordes/codes
 Door de fosfaatgroepen binden ze met elkaar, basen aan elkaar door waterstofbruggen
 Urasil komt erbij en vervangt de thymine, in RNA komt geen thymine voor!
 De treden vormen 4 basen, de fosfaat en suikers vormen de pijlen
 Nummering van koolstofatomen vormt een leesrichting, TIP: het fosfaat waar knikje aan
zit is 5 accent en waar geen knikje aan zit is 3 accent.


1

,  DNA = complementair, de adenine en thymine koppelen mooi aan elkaar maar zijn
tegenovergesteld leesrichting aan elkaar.
 DNA= dubbele helix, omdat het rond zijn eigen as ronddraait, het blijft opgespiraliseert in
onze cellen omdat dat minder plaats inneemt.
 De vormen van basen vormen de code van een gen, zoekt stuk gent, schrijven basen
over, verandert thymine in urasil en hier verandert die de eiwitten mee. 20 000 genen.
 RNA= kopie van 1 streng, kleiner omdat die de hele code bevat en zit in de kern maar kan
naar buiten, en in de cel wordt het eiwit gemaakt

1.2 DNA in de cel: chromosomen
Waarom zit het DNA in celkern? Omdat DNA willen opsluiten in celkern zodat daar niets uit kan, en
alleen maar uit kan voor eiwitten te maken door RNA.

RNA bevindt zich in het cytoplasma waar veel productie gebeurt. We zien DNA terug rond
eiwitbollen(=histonen), die structuur noemen ze chromosomen(=DNA rond eiwitten gewikkeld) ziet
eruit als een x-structuur.

 DNA: opslag erfelijk materiaal in de celkern
 RNA: code voor de eiwitsynthese in cytoplasma, overgeschreven stukje DNA
 mRNA= effectieve boodschap , messenger
 Ribosomen: omzetten van RNA in eiwit; eiwitsynthese in cytoplasma
 Kern: kernmembraan met kernplasma
 Chromosomen:
bestaan uit DNA en eiwitten (histonen)(X-structuur):
mens 46 chromosomen: 23 paar
 kern: Chromosomen (46) à DNA + eiwitten
o kernmembraan met poriën:
 In en uit van eiwitten, RNA, bouwstoffen
o Stukje DNA gekopieerd à RNA
 RNA = boodschap = messenger-RNA of mRNA, uit de kern
 mRNA naar ribosomen à AZ-keten opgebouwdà eiwit = eiwitsynthese

1.3 DNA-processen
1. DNA-replicatie : Voor de celdeling: verdubbelen van het erfelijk materiaal
2. Eiwitsynthese: DNA à RNA à eiwit = Info voor alle activiteiten van een cel
3. Mutatie: veranderingen in de basenvolgorde

1.3.1 DNA-replicatie
= We gaan ons DNA verdubbelen

Lange streng gaat openbreken, opengeduwd door helicase en je krijgt twee ketens, bovenste kan in
1keer opbouwen maar onderste moet dit stuk voor stuk doen.

 Despiralisatie = ontwinden van de helix
 Verbreken van waterstofbruggen door helicase en hierdoor ontstaan 2 ketens
 Opbouw 2 nieuwe strengen DNA aan de oude keten: DNA-polymerase, semiconservatief
 Opbouw in 1 richting: van 3’ naar 5’

 2 exacte kopieën

2

,  Leading strand= in 1 keer opbouw
 Lagging strand= kleine stukjes opbouw, omdat deze de leesrichting gebruikt waardoor
soms fouten gebeuren

Semiconservatief aan andere streng= half oud, half nieuw omdat buitenzijden worden behouden en
binnenkant wordt vernieuwd, de twee kopieën zijn dus exact hetzelfde aan elkaar
EXAMENVRAAG= streng wordt gegeven en je moet kunnen benoemen wat er gebeurt

1.3.2 Eiwitsynthese
DNAà RNA à mRNA à ribosomen à polypeptideketenà eiwit

 In de celkern zit DNA= dat wordt goed beschermd dus we gaan slechts klein stukje overschrijven
 Op ER liggen ribosomen = celorganellen in de cel= boonachtige organen= lazers en ze lezen het
eiwit en dus lezen heel het recept
 1 gen= komt overeen met een mRNA, een stukje DNA, instructie synthese eiwit
o Eiwit: 3D-vorm bepaalt functie en uiterlijk
o Mate van gen/eiwitexpressie verschilt en verandert:
 ieder celtype leest specifieke genen à andere genen in verschillende cellen
 Biologische klok: sommige genen pas later ingeschakeld bv. Geslachtshormonen, donkere
haartinten
 Omgevingsfactoren beïnvloeden het aan- en uitschakelen van genen:
ontstaan van kanker en of diabetes type 1, obesitas, CVS
o “Epigenoom” reguleert de eiwitexpressie: epigenetica

1.3.2.1 Transcriptie
o DNA breekt open in de celkern
1 streng van DNA = mal (3’-5’) en wordt omgezet in RNA (5’-3’) enkelstreng,
o T-U, Keten nucleotide vormt code: A-T-C-G wordt U – A – G – C
o Introns verwijderd = messenger of mRNA
 Introns zijn stukjes die niet coderen voor het eiwit
 Het mRNA verlaat de celkern en gaat naar de ribosomen

1.3.2.2 Translatie
o De ribosomen lezen de codons in het cytoplasma
 Codon= groepje van 3 basen (64 codons)
 AZ (meerdere codons per AZ)
 Start of stopsignaal (start of stop codon)
o tRNA (transfer-RNA) haalt de AZ’n
Ieder tRNA heeft specifiek AZ met een
anti-codon
o Koppeling van de AZ tot polypeptideketen
o Polypeptide à 3D eiwit
 Codon = base(AofTofGofC) + base(A-T-C-G)+ base (A-T-C-G) = 4x4x4= 64 mogelijke
codons voor 20 AZ. Meerdere codons coderen voor zelfde AZ.
 Translatie: translate= vertaling naar eiwit

1.3.3 Mutatie
 Verandering erfelijk materiaal à Verandering AZ volgorde à kan eiwit verstoren

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leengoovaerts1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72841 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.47
  • (0)
  Add to cart