College 1: Inleiding + Artikel Rothfusz
Professionaliteit
Technisch-instrumentele professionaliteit = Sociale werkers die beschikken over de juiste
kennis, kunde en professionele vaardigheden zijn effectief in bereiken van hun doelen.
Normatieve professionaliteit = Als je nadenkt over de waarden in je werk en als die waarden
de leidraad in je handelen vormen.
Moraal
Morele vragen = Gaan over goed en kwaad, over de manier waarop mensen zouden moeten
leven.
Morele opvattingen = Zijn een antwoord op de vraag hoe men zich als mens goed en
verantwoordelijk kan gedragen.
Moreel oordeel = Een waardering van menselijk gedrag aan de hand van morele
uitgangspunten.
o Een gedeeld oordeel van meerdere mensen/groep Moraal
Vier intuïtieve moralen:
1. De hechtingsmoraal
2. Het geweldmoraal
3. De reinigingsmoraal
4. Het samenwerkingsmoraal
Morele kwesties op verschillende niveaus:
- Microniveau (mens tot mens)
- Mesoniveau (organisaties etc.)
- Macroniveau (samenleving)
Binnen het moraal onderscheid tussen waarden en normen:
Waarden = Abstracte begrippen die omschrijven wat mensen waardevol vinden en waarnaar
zij streven (idealen).
Normen = Handelingsvoorschriften die laten zien hoe je moet handelen (richtlijn voor
handelen).
- Fatsoensnormen
- Juridische normen
Deugd = Min of meer vaste goede eigenschap van een persoon die ertoe leidt dat hij moreel
juist handelt (vb. moed, zorgzaamheid, naastenliefde, respect, hoop etc.).
Ethiek
1. Descriptieve ethiek (beschrijvende ethiek)
Descriptieve ethiek = Onderzoekt en beschrijft welke waarden en normen feitelijk
voorkomen in een bepaalde groep mensen, in een gemeenschap of een volk in een bepaalde
periode van de geschiedenis.
- Onderzoekt en probeert te verklaren hoe en waarom die waarden en normen in een
gemeenschap zijn ontstaan en door de mensen worden geaccepteerd en gerespecteerd.
2. Normatieve ethiek (prescriptieve/voorschrijvende ethiek)
Normatieve ethiek = Het gaat om hoe mensen zich zouden moeten gedragen. Dus wat
moreel goed en fout is.
- Vanuit deze ethiek kun je algemene principes zoeken die je helpen om te bepalen wat
moreel juist gedrag is.
, 3. Meta-ethiek
Meta-ethiek = Het gaat over morele vraagstukken van een hoger abstractieniveau. Richt zich
op de betekenis van centrale begrippen van de ethiek.
- Reflecteert op betekenis, herkomst en geldigheid van visies op goed en kwaad.
4. Toegepaste ethiek / Beroepsethiek
Toegepaste ethiek = Past normatief-ethische theorieën toe in de praktijk en reflecteert op
morele kwesties op specifieke gebieden.
- Beroepsethiek = Specifieke morele regels voor bepaalde beroepsgroepen.
o Beroepscode
Er zijn twee algemeen geldende theorieën die je kan innemen over morele oordelen:
1. Relativisme
Relativisme = De opvatting dat wat voor waar wordt gehouden, afhankelijk is van tijd, plaats
en persoonlijke omstandigheden van degene die de waarheid vertelt. Het niet aanvaarden
van absolute, voor iedereen geldende morele waarden omdat die gezien worden als
cultureel bepaald, historisch relatief of persoonsgebonden.
- Geen sprake kan zijn van universele morele waarheden.
Cultuur relativisme = Gaat ervan uit dat de waarden en normen van de ene cultuur niet beter
zijn dan die van een andere.
- Descriptieve relativisme = Beschrijvend en evalueert/oordeelt niet; reflecteert over
verschillende culturen met verschillende/overeenkomstige morele codes.
- Normatief relativisme = Normatieve uitspraken en argumenteert dat het moreel fout is om
zich te bemoeien met morele praktijken van culturele groepen die afwijkende normen van
gedrag hanteren.
- Meta-ethisch relativisme = Bezig met de studie van ethisch relativisme zelf.
Kritiek
Leidt tot morele verlamming/apathie
Hervorming verwerpelijk
Relativisten roemen eigen tolerantie voor andere culturele gebruiken, maar dat kan niet
want ze willen geen universele waarden.
2. Universalisme
Universalisme = Deze benadering gaat ervan uit dat fundamentele morele principes
universeel geldig zijn en toepasbaar op vergelijkbare mensen in vergelijkbare situaties,
ongeacht plaats en tijd waarin ze leven.
- Dat een groep/institutie niet buitengewoon of exceptioneel is t.o.v. een andere groep.
- Rechten van mensen hebben een universele en algemene geldende waarden.
Descriptieve universalisme = Feit dat overal dezelfde waarden gelden (feit).
Normatief universalisme = Bepaalde centrale waarden moeten overal worden aanvaard
(norm).
Moreel absolutisme: waarheidswaarde moreel oordeel extern gegeven (God, leer) en dat
moeten wij gewoon volgen. (bijv. mannen van IS; wij weten wat goed is en wij leggen die
universalistische moraal op aan iedereen en dat volgen we).
Moreel objectivisme: waarheidswaarde moreel oordeel o.b.v. redelijkheid (modern subject)
(waarheid van de filosofen). De waarheid kan veranderlijk zijn maar ze willen het wel
universeel geldig hebben.
o Aantrekkelijk aan moreel objectivisme: algemeen geldende morele oordelen
mogelijk op basis van redelijkheid (je kunt beargumenteren waarom je kinderen niet
mag slaan).
, Kritiek
- Er is geen algemene acceptatie van één universele bron
- De heersende opinie maakt andere opinies onzichtbaar.
- Het doet geen recht aan alle verschillen die er zijn.
3. Pluralisme
Pluralisme = Een systeem/leer die het bestaan van verschillende overtuigingen naast elkaar
als uitgangspunt neemt.
- Accepteren dat er niet één universele bron is, gedachten met elkaar uitwisselen over
verschillende overtuigingen.
- Erkenning dat er verschillen zijn, maar probeert wel met elkaar tot een gesprek te komen
(intersubjectieve ruimte).
- Erkenning van verschil met gedeelde waarden
- Ethiek als permanent gesprek
College 2: Wat is ethiek? + Kattenethiek (John Gray)
De essentie van de kattenethiek
Het boek was vooral gericht op het dominante geloof van onze tijd: dat van het
onvermijdelijke constante vooruitgang van de mensheid tot stand gebracht door de liberale
democratie.
'Katten hebben geen advies over het leven nodig. Ze zijn tevreden met het leven dat ze leiden. Voor
mensen daarentegen voelt het juist heel natuurlijk aan om constant op zoek te gaan naar geluk. Ze
streven altijd naar een hoger doel. Katten doen dat echter niet. Ze zijn gewoon blij om zichzelf te zijn.
Dat is dan ook de reden dat katten geen waarde hechten aan filosofie. Ze weten namelijk al lang hoe
ze moeten leven.'
Katten hebben geen behoefte aan filosofie. Ze volgen hun natuur en zijn tevreden met het leven dat
ze leiden. Mensen daarentegen lijken van nature ontevreden met hun natuur. Het mensendier
probeert voortdurend iets te zijn wat het niet is, met de bekende tragische en belachelijke gevolgen.
Katten houden zich hier niet mee bezig. Een groot deel van het menselijk leven bestaat uit de strijd
om geluk. Bij katten is geluk echter de staat waarin ze automatisch terechtkomen wanneer
praktische bedreigingen voor hun welzijn uit de weg zijn geruimd. Dat is misschien wel de
belangrijkste reden waarom zoveel mensen van katten houden. Katten zijn vanaf hun geboorte
gezegend met een geluk dat de mens vaak niet bereikt.
Een kat is niet gehoorzaam en laat zich niet commanderen. Als hij zich laat verleiden tot een
minzame omgang met de mens, dan is het op zijn eigen voorwaarden – en soms pas na lange tijd.
Inhoud kattenethiek
Het fundament is de meta-ethiek: er wordt nagedacht over de ethiek en naar wat daaraan ten
grondslag ligt. Dit wordt in dit college gedaan aan de hand van de kattenethiek.
Zaken zijn waardeloos of slecht, als ze niet op moreel juiste wijze worden nagestreefd. De moraal
komt op de allereerste plaats.
De eisen voor de moraal zijn voor de ene generatie anders dan voor de andere, en veranderen soms
zelf meer dan eens binnen de tijd van eén mensenleven. Dit geldt voor ieder mens, want de wetten
van de moraal zijn universeel en categorisch.
De Grieken; het goede leven bestond uit leven naar de diké: Je natuur en de plaats daarvan
in het geheel der dingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittvogels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.