Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Samenvatting studieboek Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie van Frederic H. Martini, Edwin F. Bartholomew (H6: het beenderstelsel) - ISBN: 9789043032346, Druk: 6, Uitgavejaar: - (keypoints)
TERMINOLOGIE
Amfiartrose = een gewricht met heel beperkte bewegingsmogelijkheden.
Articulatie = gewricht
Axiaal skelet = beenderstelsel, vormt de lengteas van het lichaam.
Compact beenweefsel = dicht beenweefsel dat evenwijdige osteone bevat.
Diafyse = de schacht van een lang bot.
Diartrose = een synoviaal gewricht.
Epifyse = het ronde uiteinde van een lang bot.
Fractuur = een breuk of scheur in het bot.
Ligament = dichte band van bindweefselvezels waarmee twee beenderen met elkaar zijn verbonden
Meniscus = een kussen van vezelig kraakbeen tussen aangrenzende oppervlakten in een gewricht.
Osteoblast = een cel die de vezels en de matrix van beenweefsel vormt.
Osteoclast = een cel die de vezels en de matrix van beenweefsel oplost.
Osteon = de basale histologische eenheid van compact beenweefsel, die bestaat uit beencellen die rond een centraal
kanaal liggen en door concentrische lamellen gescheiden zijn.
Periost = beenvlies; laag die een bot omgeeft; bestaat uit een buitenste vezelige en binnenste cellaag.
Skelet van de ledematen = appendiculair skelet ; bestaat uit de beenderen van de ledematen en die van het schouder-
en bekkengordel, waarmee de ledematen aan de romp zijn vastgehecht.
Spongieus beenweefsel = beenweefsel dat bestaat uit een netwerk van beenbalkjes.
Synartrose = onbeweeglijke botverbinding.
Synoviaalvocht = stof die wordt afgegeven door gewrichtsvliezen; de vloeistof zorgt voor smering van de gewrichten.
Ankylose = gewrichtsverstijving, een afwijkende vergroeiing tussen verbonden beenderen in reactie op verwonding
en wrijving binnen een gewricht.
Artritis = gewrichtsontsteking, reumatische aandoening die van invloed is op synoviale gewrichten. Artritis gaat
gepaard met aantasting van het gewrichtskraakbeen.
Artroscopie = het direct inbrengen van een arthroscoop in een gewricht om dit visueel te beoordelen. Ook wel
kijkoperatie genoemd.
Bursitis = ontsteking van de bursa (slijmbeurs) die pijn veroorzaakt, telkens wanneer de pees of band die met de
bursa verbonden is, beweegt.
Carpaaltunnelsyndroom = ontsteking van de weefsels van het voorste gedeelte van de pols, waardoor
aangrenzende pezen en zenuwen bekneld raken. Symptomen zijn pijn en een vermindering van de
bewegingsmogelijkheden van de pols.
Fractuur = een scheur of breuk in een bot
Gigantisme = een aandoening waarbij de lichaamslengte extreem is, als gevolg van een overproductie van
groeihormoon voorafgaand aan de puberteit
Hernia = een aandoening die wordt veroorzaakt door een beknelling van een tussenwervelschijf die ernstig genoeg is
om de buitenste laag van vezelig kraakbeen te scheuren; daardoor komt de binnenste, zachte gelatineuze kern naar
buiten. De kern kan buiten de ruimte tussen de wervels uitsteken.
Kyfose = kromming van de wervelkolom met de bolle kant richting achterzijde, dus de holle kant richting voorzijde.
Lordose = kromming van de wervelkolom met de bolle kant richting voorzijde, dus met de holle kant richting
achterzijde.
,Luxatie = een ontwrichting, een aandoening waarbij de gewrichtsoppervlakken uit hun normale positie worden
gedrukt.
Orthopedie = een tak van de chirurgie die zich bezig houdt met aandoeningen van beenderen en gewrichten en hun
bijhorende spieren, pezen en ligamenten.
Osteomyelitis = een pijnlijke infectie in het bot, meestal veroorzaakt door bacteriën.
Osteopenie = onvoldoende verbening, waardoor de beenderen dun en zwak zijn.
Osteoporose = een afname van de botmassa in die mate dat het normale functioneren wordt belemmerd.
Rachitis = een jeugdaandoening waarbij de hoeveelheid calciumzouten in het skelet is verminderd, meestal
gekenmerkt door O-benen, doordat de beenderen van de benen onder het lichaamsgewicht doorbuigen.
Reuma = een algemene term waarmee pijn en stijfheid van het beenderstelsel, het spierstelsel of beide wordt
aangeduid.
Scheurbuik = een aandoening waarbij de beenderen zwak en broos zijn als gevolg van een tekort aan vitamine C.
Scoliose = een afwijkende laterale kromming van de wervelkolom.
Spina bifida = open rugje, een aandoening die het gevolg is van een
onvolledige sluiting van de wervelbogen tijdens de ontwikkeling; gaat meestal gepaard met ontwikkelingsstoornissen
van hersenen en ruggenmerg.
Verstuiking = een aandoening waarbij een ligament zo ver is uitgerekt dat enkele van de collagene vezels worden
gescheurd. Het ligament blijft functioneel en de structuur van het gewricht is niet aangetast.
Whiplash = een verwonding die ontstaat wanneer de halswervels worden beschadigd door een plotselinge
verandering van de lichaamshouding.
Endost = beenvlies aan de zijde van de mergholte.
Lacunen = een kleine instulping of holte.
Lamellen = concentrische botlagen binnen een osteon.
Canaliculi = microscopische doorgangen tussen cellen; galcapillairen vervoeren gal naar galgangen in de lever; via
canaliculi in beenweefsel vindt diffusie van voedingsstoffen en afvalstoffen van en naar beencellen plaats.
Enchondrale verbening = de omzetting van een kraakbeenmodel in beenweefsel; de meest voorkomende
vormingswijze van alle skeletonderdelen behalve de beenderen van de schedel, de sleutelbeenderen en de
sesambeentjes van handen en voeten.
Myelogene callus = plaatselijke verdikking (binnenkant)
WELKE ZIJN DE VIJF BELANGRIJKSTE FUNCTIES VAN HET BEEN DERSTELSEL?
Beenderstelsel bestaat uit
- De beenderen van het skelet en het kraakbeen
- De botverbindingen
- Banden en andere bindweefsels die de beenderen stabiliseren
5 functies van het beenderenstelsel
- Ondersteunen: biedt structurele ondersteuning voor het lichaam
- Opslag: calciumzouten van het beenweefsel vormen mineraalreserve met behulp waarvan in de
lichaamsvloeistoffen kan worden gehandhaafd. Beenderen zijn energiereserves opgeslagen in de vorm van
vetten in delen die met geel beenmerg zijn gevuld
- Vorming bloedcellen: RB en WB (+andere onderdelen bloed) worden gevormd in het rode beenmerg (de
inwendige holte van beenderen)
, - Bescherming: zachte weefsels en organen zijn omgeven door het skelet: ribben beschermen longen en har,
schedel beschermt hersenen, wervels beschermen ruggenmerg en bekken beschermt spijsverterings- en
voortplantingsorganen
- Beweging: fungeren als hefbomen waardoor de grootte en de richting van de krachten die de spieren
uitoefenen worden gewijzigd
WELKE VIER TYPEN BEENDEREN HEEFT EEN MENS?
- Lange beenderen (humerus/opperarm, femur/dijbeen)
- Korte beenderen (handwortelbeentjes, voetwortelbeentjes)
- Platte beenderen (ribben, schouderbladen/scapulae)
- Onregelmatige beenderen (ingewikkelde vorm, wervels van wervelkolom)
WELKE TWEE TYPEN BEENWEEFSEL ZIJN ER? BESPREEK.
- Compact beenweefsel
o Substantia compacta
o Massief
- Spongieus beenweefsels
o Substantia spongiosa
o Netwerk van benige staafjes die door holten van elkaar gescheiden zijn
o Minder sterk dan compact beenweefsel
Beiden aanwezig in de humerus
Diafyse: compact beenweefsel
Epifysen en mergholte: spongieus beenweefsel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LauraDesoete. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.31. You're not tied to anything after your purchase.