100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Collegeaantekeningen Neuropsychologie $5.30
Add to cart

Class notes

Collegeaantekeningen Neuropsychologie

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat alle collegeaantekeningen van het vak Neuropsychologie van de RUG. Ik heb dit vak met een 8,9 afgerond. Succes met studeren!

Preview 4 out of 43  pages

  • June 9, 2022
  • 43
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Dr. d.d.n.m. kostons / dr. a.w. spijkerboer
  • All classes
avatar-seller
Collegeaantekeningen Neuropsychologie
College 1 (HS 1)

Wat is neuropsychologie?
➢ Bestudeert relatie tussen hersenen en gedrag (wederzijdse beïnvloeding)
➢ Maakt gebruik van inzichten vanuit andere disciplines o.a.:
▪ Neuroanatomie
▪ Neurofysiologie
▪ Neurochirurgie
▪ Farmacologie
▪ Neuropsychiatrie
▪ Filosofie
▪ Psychometrie

Wat is gedrag?
➢ Moeilijk om te definiëren (soms is het goed te zien, maar van binnen gebeurt ook van alles)
➢ Enkele kenmerken:
▪ Heeft zowel doel als functie
▪ Reactie op omgeving
▪ Bepaald door endocriene systeem (hormonale huishouding) en zenuwstelsel
▪ Het is niet altijd uitwendig
➢ Gedrag varieert in:
▪ Complexiteit
▪ De mate waarin het automatisch en aangeboren is
▪ De mate waarin het is aangeleerd

Historische visies op hersenen en gedrag
Discussie oudheid: waar zit de gedachte van de mens (in het hart of in het brein)
→ Empedocles & Galen
Hippocrates: de hersenen is waar alles zit
Aristoteles: mentalisme (er is een psyche in je lijf die zorgt dat je gaat nadenken en je bewust wordt
van je eigen zijn; de mens is het enige dier dat een psyche heeft)
Middeleeuwen en Renaissance: Op observatie gebaseerde neuroanatomie
→ Leonardo da Vinci & Vesalius
17de eeuw: Begin van moderne wetenschap van het brein
→ Descartes: Dualisme (lichaam=stoffelijk; geest=niet-stoffelijk; lichaam-geestprobleem)
Lichaam en geest zijn onafscheidelijk tot aan de dood. Probleem: hoe en
waarom zijn lichaam en geest van elkaar afhankelijk?
de
18 eeuw: Elektriciteit van het brein
→ Galvani
19de eeuw: Lokalisatie van functies (frenologie)
→ Gall en Spurzheim, Paul Broca (Gebied van Broca)
Evolutie, genen en gedrag
→ Darwin: Materialisme (gedrag verklaren door de werking van het zenuwstelsel, er is geen
rol voor de mind)
20ste eeuw: Neurotransmitters, psychofarmaca, kraken DNA-code
→ Otto Loewi, Francis Crick en James Watson

,Gedistribueerde functies
› Voorheen dacht met dat (kleine) gebieden specialistische functies hebben. Dat is deels wel
zo, maar grotere functies zijn meestal over de hersenen verdeeld.
Hiërarchische organisatie
› Meerdere geheugensystemen
› Twee hersenhelften
› Bewuste en onbewuste informatiestroom.

Neuroscience in de 21e eeuw
› Nieuwe methoden, opkomst hersenscantechnieken
› Intensievere samenwerking tussen disciplines
› Nieuwe inzichten verschijnen in hoog tempo → sterke toename van publicaties (echter niet
allemaal evidence-based; ontstaan neuromythes)
› Onderzoeksgeld voor fundamenteel en toegepast onderzoek



College 1 (HS 2)

Ontstaan van complexere breinen
› Mutaties in genen
› Omgeving (survival of the fittest)
› Voedsel (fatty acids)

De grootte van het brein zegt niet alles over intelligentie, het hangt af
van de lichaamsgrootte. Je hebt een groter lichaam nodig om dat
lichaam te besturen. Wij zitten best ver boven de gemiddelde lijn.

Mannen hebben grotere hersenen dan vrouwen, omdat mannen relatief gezien ook grotere lichamen
hebben. Vrouwen hebben een 'beter' taalgebied, en dat is hoe wij tegenwoordig testen afnemen,
daardoor scoren meisjes vaak hoger.

Vergelijkend onderzoek
› Vergelijkingen binnen een soort zijn vaak al moeilijk en tussen soorten nog meer.
› Toch kan dergelijk onderzoek meerwaarde hebben als het gaat om onderzoek dat minder
makkelijk of niet ethisch bij mensen uitgevoerd kan worden.
› Neurologische modellen van Parkinson bij muizen, ratten en apen geven toch informatie die
nuttig zijn bij het bestrijden van Parkinson bij mensen.
› Hoe verder een dier van ons af staat, hoe minder makkelijk iets nog relevant voor de mens is.

,Relatie 1: Genotypen ouders en genotype kind
› Genetisch materiaal wordt doorgegeven via chromosomen —lange, draadachtige moleculen
bestaande uit DNA
› Dragen alle biochemische instructies die betrokken zijn bij de vorming en functioneren van
een organisme
› Genen zijn delen van chromosomen: basiseenheden van erfelijkheid

Relatie 2: Genotype en fenotype kind
› Hoewel elke cel in je lichaam kopieën bevat van alle genen die je van je ouders hebt
gekregen, komen slechts enkele van deze genen tot uitdrukking (recessief/dominant).

Relatie 3: Omgeving en fenotype kind
› Zoals model laat zien, zijn de observeerbare eigenschappen van kind het resultaat van de
interactie tussen de omgevingsfactoren en de genetische aanleg

Relatie 4: Fenotype en omgeving kind
› Kinderen scheppen actief hun eigen omgeving
› Dankzij hun aard en gedrag roepen ze bepaalde reacties van anderen op
› Ze kiezen ook actief hun omgeving en ervaringen die hun interesses, talenten, en
persoonlijkheidskenmerken ondersteunen.



College 1 (HS 7)

Hersenimaging
Mental Chronometry = kijken hoe snel mensen dingen doen
Vanaf de x-ray kunnen we in de hersenen kijken.
MRI & pet → hersenstructuren zien
Functional imaging = hersenen zien tijdens activiteiten
Tegenwoordig → hersenactiviteit linken aan gedrag op microniveau

, Het brein is elektrisch, waar meer elektriciteit is, is meer activiteit (betekent niet perse dat er meer
gebeurt). Bv: prefrontale cortex is rem, dus als je je ergens van weerhoudt, is daar meer activiteit,
maar dit uit zich juist NIET in gedrag.

Elektro-encefalogram (EEG)
Door EEG hoef je niet meer in de hersenen te komen. Je kan hersenactiviteit zien, de schedel laat dus
ook wat elektriciteit zien. EEG wordt veel gebruikt voor slaaponderzoek.
Bij sleep Spindels heb je niet door dat je slaapt, maar mensen om je
heen wel. Nachtmerries zijn juist niet rustig. De eerste slaap duurt
heel lang, de tweede keer gaat 2x zo snel, als je 3 of 4 keer gehad
hebt, ben je uitgerust (je moet dan wel in een keer doorslapen).
Je kan met EEG zien welke gebieden voorlopen op de epileptische
aanval. De rest van de hersenen gaan meedoen, dat is een
epileptische aanval.



Event-related potentials (ERP)
› Er ligt al een actie klaar (readiness potential) na 300ms, waarop alleen nog een beslissing kan
komen.
› Cognitief neuropsychologen zeggen daarom dat het enige dat we eigenlijk bewust doen, vooral
onszelf remmen in ons gedrag is…
› … Dus als je moe of dronken bent, geef je eerder toe aan impulsen omdat je niet meer op de rem
kunt trappen.

P3 = hyperstimulatie, dan is er pauze nodig en kan die
cel even niet meer geactiveerd worden.
- Hebben we vrije wil? Of kunnen we alleen ja of nee
zeggen tegen bepaalde impulsen die we de hele dag
door krijgen? → bij de p zeg je dan nee of ja



Statische imaging
› Röntgenstraling
› Pneumoencephalogram
› Angiografie
› Tomografie

Dynamische imaging
› Positron emission tomografie (PET)
› (Functional) magnetic resonance imaging ((f)MRI)
› Diffusion tensor imaging (DTI)
› Resting state (kijken wat er met de hersenen gebeurt als ze rusten)

Breinstimulatie
› Deep brain stimulation
› Transcranial magnetic stimulation
De hersenen zijn elektrochemisch. Op het chemische gedeelte kan je ingrijpen (medicijnen). De
andere helft is elektrisch en roept een magnetisch veld op, deze kan je beïnvloeden met magneten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneliewagenaar. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

58716 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.30
  • (0)
Add to cart
Added