Samenvatting OW deel 5
ALLES OVER HET ABDOMEN
De oerdarm kan worden opgedeeld in de voordarm, middendarm en einddarm. Uit die 3 delen
ontstaan alle onderdelen van het digestiestelsel.
Uit de voordarm ontstaan:
Pharynx
Luchtwegen
Slokdarm
Maag
Pancreas = alvleesklier
Eerste gedeelte van duodenum (twaalfvingerige darm)
Uit de middendarm ontstaan:
Laatste deel duodenum
Jejunum
Ileum
Caecum
Colon ascendens
Eerste 2/3 van colon transversus
Uit de einddarm ontstaan:
Laatste 1/3 van colon transversus
Colon descendens
Cloaca --> rectum + anus, geslachtsopening
, Het hele digestiekanaal is erop gericht om te zorgen dat het voedsel wat wordt gegeten, wordt
verteerd en opgenomen in de darm.
Bij herbivoren is het maagdarmkanaal aangepast om moeilijk verteerbare stoffen in planten te
kunnen verwerken.
Oesophagus
De slokdarm transporteert voedsel van de pharynx naar de maag. Aan het begin van de slokdarm
zit een kringspier en ook bij de overgang naar de maag. Van binnen is hij bekleed met slijmvlies.
Dit kan niet goed tegen maagzuur uit de maag, dus de kringspier is hier heel belangrijk voor om te
zorgen dat maagzuur niet hierin loopt! Spierweefsel om de slokdarm kan dwarsgestreept, glad of
allebei zijn (diersoortafhankelijk). Dwarsgestreept spierweefsel migreert uit de kieuwbogen. Glad
spierweefsel ontwikkelt zich lokaal. Ook worden ze beide op een andere manier aangestuurd.
De slokdarm kan in 3 delen worden opgedeeld:
Pars cervicalis: in de hals. De slokdarm ligt hier in de viscerale ruimte, links dorsaal van
de trachea.
Pars thoracis: in de thorax. De slokdarm loopt hier aan de dorsale zijde van het hart, en
gaat via de hiatus oesophagei naar het abdomen door het diafragma.
Pars abdomalis: in de buikholte.
Buikholte
Over het algemeen hebben honden en katten kleinere buiken omdat ze een minder uitgebreid
digestiestelsel nodig hebben. Ze eten immers geen planten, en paarden en runderen wel. De
begrenzingen van het abdomen zijn:
Craniaal: diafragma
Dorsaal: rugspieren, wervelkolom
Lateraal: buikwand, deels ribben (door koepeling diafragma)
Ventraal: buikwand
Caudaal: bekkenholte
Buikwand
De buikwand bevat verschillende lagen:
Huid
Subcutus (onderhuids bindweefsel), soms huidspieren
Buikspieren:
- Lateraal: musculus obliquus abdominis externus (buitenste schuine buikspier van
dorsaal naar ventraal+caudaal), musculus obliquus abdominis internus (binnenste
schuine buikspier van caudaal naar craniaal +ventraal), musculus transversus (van
dorsaal naar ventraal)
- Ventraal: musculus rectus abdominis
Buikvlies
De binnenkant van de buik wordt bekleed met buikvlies. Dat buikvlies noem je peritoneum. Het is
een soort ononderbroken ballon waarbij organen naar binnen stulpen. De organen worden hierdoor
geheel omgeven door buikvlies en ze worden hierdoor opgehangen aan een dubbelblad
peritoneum. Het pariëtale deel bekleedt de buikwand, het viscerale deel bekleedt het orgaan.
Mesenteria zijn de ophangbanden. De meeste organen zijn alleen dorsaal opgehangen, maar de
maag is ventraal EN dorsaal opgehangen.
Intraperitoneaal = geheel opgehangen aan buikvlies
Retroperitoneaal = niet opgehangen aan buikvlies, slechts een deel is bekleed met peritoneum
Embryonale ophanging van de maag
Ventraal van de maag gaat de lever zich ontwikkelen. De maag is dorsaal en ventraal opgehangen.
De aanhechting van de dorsale ophanging (dorsale mesogastrium/omentum majus) gaat
uiteindelijk de curvatura major van de maag vormen (de grote buitenbocht). Uit de ventrale
ophanging (ventrale mesogastrium/omentum minus) gaat de lever zich uiteindelijk ontwikkelen.
Deze hecht aan de curvatura minor van de maag (kleine binnenbocht).
Tijdens de embryonale ontwikkeling moet de maag zich gaan draaien om tot een volgroeid stadium
te komen! Eerst draait hij zich 90 graden naar links om zijn lengteas. Daarna draait hij om zijn
verticale as: het caudale einde van de maag gaat naar rechts.
Na de maagdraaiing ligt de dorsale ophanging (omentum majus) caudaal en ventraal. Deze is
enorm gegroeid. Dit zie je met name bij honden en katten.
De ventrale ophanging is naar boven geschoven en de lever is naar craniaal gekomen (omentum
minus).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lauraderks97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.