100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting/key-points Kennistoets 1 t/m 3 (zonder AFPF) HBO-V Hogeschool Utrecht $7.83   Add to cart

Summary

Samenvatting/key-points Kennistoets 1 t/m 3 (zonder AFPF) HBO-V Hogeschool Utrecht

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting vol key-points heb ik gemaakt tijdens het leren voor mijn tentamen van Kennistoets 1 t/m 3. Alle belangrijke dingen zijn hier in verwerkt, kort en bondig, zodat je niet te veel leert. (Hierdoor had ik o.a. meer tijd voor AFPF).

Preview 3 out of 25  pages

  • June 9, 2022
  • 25
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Key-points Kennistoets 1 t/m 3 (zonder AFPF)


Kennistoets 1: Gezondheid


Visies op gezondheid:
1. Medische, monocausale visie --> Afwezigheid van ziekte en lichaamsgebrek
2. Biologische visie --> Homeostase optimaal
3. Psychologische visie --> In staat om eigen gestelde doelen te behalen
4. Sociale visie --> Participeren in de samenleving
5. Humane, multicausale visie --> Koppeling biologisch, psychologisch en sociaal
6. Dynamische visie --> Aanpassingsvermogen optimaal

Definitie van gezondheid: Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal
welzijn en niet alleen de afwezigheid van een aandoening of handicap.

Doel van de beroepscode: Waarden en normen aangeven, leidraad voor professioneel handelen,
verwachten duidelijk stellen, bijdragen aan de kwaliteit van de zorg.

Verpleegkundig proces: Het analyseren van benodigde zorg, a.d.h.v. de PDCA-cyclus (Plan, Do, Act,
Check). De eerste stap is de Anamnese. Dit is objectief (wat jij meet/waarneemt) en subjectief (wat
de patiënt aangeeft). Wanneer je informatie verzamelt bij familie/artsen is dit een Heteroanamnese.
Na de anamnese volgt de Verpleegkundige Diagnose, met de PES (probleem, etiologie, symptomen).
Vervolgens worden de gewenste en haalbare Resultaten in beeld gebracht, ook wel het doel. Daarna
volgen de Interventies, de handelingen die voorgeschreven zijn worden uitgevoerd. Dit word
naderhand bekeken in de Evaluatie, bij ongewenst effect worden enkele vd vorige stappen herhaald.

Beroepsgeheim: Dit is opgesteld om de drempel voor hulpverlening laag te houden, een patiënt kan
alles in vertrouwen vertellen en vragen. Het mag verbroken worden, voor of na de dood, op grond
van toestemming of een conflict van plichten. De patiënt mag ook zelf toestemming geven en moet
dan weten waarom en waar voor, ‘Informed Consent’. Onder de 12 jaar moeten ouders toestemming
geven. Je mag wél informatie verstrekken zonder toestemming aan:
-Medebehandelaars
-Vervangers en waarnemers
-Ouders van kinderen tot 16 jaar
-Op grond van wettelijke plicht

Conflict van plichten: Als de zorgverlener beklemd zit tussen het wel en niet doorgeven van
informatie doordat het de zorgvrager in gevaar brengt, mag de zorgverlener afwegen of het juist is
om informatie te verstrekken. Je kijkt naar vijf vragen en weegt af. Huiselijk geweld moet altijd
gemeld worden.

Sociaal Economische Status (SES): Tussen mensen met een hoge en lage SES zijn veel
gezondheidsverschillen. Mensen met een lage SES zijn vaker ziek en zorgen over het algemeen
minder goed voor hun lichaam. Dit komt mede doordat ze minder goed geïnformeerd zijn.

Health Concept van Lalonde: Een model om invloeden op gezondheid een plaats te geven. Het
bevorderen van de gezondheid staat centraal. De kern wordt gevormd door
gezondheidsdeterminanten, dit zijn bepalende factoren die invloed hebben op ziekte en gezondheid:
-Extern milieu (fysieke omgeving) --> invloeden van buitenaf

,-Extern milieu (maatschappelijke omgeving) --> plaats van de mens in maatschappij
-Endogene gezondheidsdeterminant: intern milieu --> genetische vs verworven
-Leefstijl & gedrag --> waarom iemand zich op een bepaalde manier gedraagt
-Medische zorg & preventie --> alle gezondheidsvoorzieningen om te voorkomen en genezen

Gezondheidsvaardigheden: In welke mate mensen kennis hebben over gezondheidszorg. Mensen
moeten informatie kunnen vragen, krijgen, begrijpen, beoordelen en gebruiken. Dit wordt ook wel
SOC (Sense of Coherence) genoemd. Hoge SOC = Goede gezondheid.

Medische zorg en preventie: De positieve effecten hiervan zijn daling sterfte, kwaliteit van leven,
vroegtijdige zorg en behandeling. Negatieve effecten hier van zijn resistentie, ziekenhuisinfecties en
bijwerkingen van geneesmiddelen.

Prenatale periode: Periode tussen conceptie en geboorte. Drie fasen:
1. Germinale fase: De zygote splitst in twee, in vier en vermenigvuldigt verder. Hierna nestelt het zich
in de baarmoeder wand. Dit duurt ongeveer een week, dan is het een embryo.
2. Embryonale stadium: Embryo is verbonden via navelstreng. De genetische aanleg bepaalt hoe het
zich gaat ontwikkelen. Het differentiatieproces zorgt voor het specialiseren van orgaansystemen.
3. Foetale stadium: Na 8 weken. Bewegingen en reflexen ontstaan. Het kind ontwikkelt verder.
---> Gevaren tijdens deze periode zijn teratogenen (giftige stoffen als alcohol en drugs, Foetaal
Alcohol Syndroom FAS). Roken, sommige kruiden en supplementen kunnen ook invloed hebben.

Neonatale periode: De eerste maand na de geboorte. Hierin ontwikkelen de vaardigheden van het
pasgeboren kind zich.
- Sensorische vaardigheden: Enkele dagen na de geboorte kunnen zuigelingen het gezichten stem
van hun moeder herkennen en gezond voedsel kiezen.
- Sociale vaardigheden: Interactie door imitatie en synchroniteit. Basis ontwikkeling empathie.
- Aangeboren reflexen: houdingsreflex, grijpreflex, zuigreflex, loopreflex.

Spiegelneuronen: Zenuwcel die geactiveerd wordt als er een handeling wordt uitgevoerd, maar ok
als iemand anders een handeling uitvoert.

Infancy: De neonatale periode tot aan het moment dat het kind kan praten. (18mnd-2 jaar). In deze
periode zijn baby’s extra gevoelig voor stimuli en leren snel. In de hersenen groeien dendrieten en
axonen die verbindingen aangaan. Sommige verbindingen gaan verloren als ze niet worden
gestimuleerd (synaptic pruning). De rijping is het proces waarin het genetische programma in de
loop van de tijd tot uiting komt, biologische ontplooiing. Genetic leash: Erfelijke factoren leggen een
beperking aan ontwikkeling.

Hechting: Langdurig sociaal-emotionele relatie tussen het kind en de verzorger. Dit is belangrijk
omdat het de basis legt voor hechte relaties in iemands leven. Soorten hechting:
1. Veilige hechting: Kinderen zijn ontspannen en op hun gemak met verzorgers,
verdroegen/interesseerden zich in vreemden en nieuwe ervaringen. Van streek wanneer verzorger
weg ging, meteen kalm wanneer deze terug kwam.
2. Angst-ambivalente: Kinderen willen contact met verzorger en huilen van angst en woede,
ontroostbaar wanneer de verzorger terug kwam. Vastklampen aan verzorger als vreemde kwam.
3. Angst-vermijdend: Kinderen waren niet geïnteresseerd in contact. Gaven geen blijk van verdriet als
ouders weg waren, geen blijdschap als ze terug kwamen.

Psychosociale stadia: wordt gekenmerkt door acht opeenvolgende stadia waarin een individu
verschillende ontwikkelingsproblemen ervaart en waarin hij zijn doelen en sociale relaties
heroverweegt.

, Ethisch en moreel: verbonden met denken en opvattingen over goed en slecht. Het gaat hierbij over
grote en kleine morele problemen. Suggesties moreel probleem:
-Gevoel van onbehagen (onderbuikgevoel)
-Onenigheid met zorgvrager of diens omgeving
-Onenigheid met een collega over zorgvrager
-Tweestrijd bij jezelf

Normen gaan om wat je moet doen of laten. Waarden typeren wat goed en wenselijk is volgens jou.
In het huidige ethische denken gaat de aandacht gewoonlijk meer uit naar waarden dan normen.

Verstandelijke beperking: Een IQ van maximaal 75. Blijvende ontwikkelingsachterstand. Stoornis in
cognitief functioneren. Niet op één lijn met leeftijdsgenoten in de ontwikkeling. Niet aangeboren
hersenletsel is anders. Dit treedt op na ongeluk of hersenbloeding, weefselschade in hersenen.

Mogelijke oorzaken verstandelijke beperking:
-Afwijking in genetisch materiaal
-Complicaties bij de geboorte (zuurstofgebrek, hersenbloeding, geelzucht etc.)
-Stoornis tijdens de zwangerschap
-----> Endogeen (vanuit moeder): stofwisselingsziekte, zwangerschapsvergiftiging
-----> Exogeen (vanuit buitenaf): alcohol, ziekte, tabak, drugs, ondervoeding, straling
-Na geboorte (medicijnen, ongevallen, verwaarlozing, hersenvliesontsteking)

Aandoeningen die niet veranderen/verergeren noemen we stationaire aandoeningen (Down
Syndroom). Bij progressieve aandoeningen worden de verschijnselen erger. De schade aan de
hersenen kan toenemen.
Zeer ernstig Het ontwikkelingsniveau ligt niet hoger dan een -IQ <20/25 (zeer
verstandelijke beperking kind van ongeveer één jaar, meervoudige ernstig)
beperkingen. -IQ 20/23 tot
35/40 (ernstig)
Matig verstandelijke Het ontwikkelingsniveau is te vergelijken met een -IQ 35/40 tot
beperking drie- tot vijfjarige. Ze leren ervaringen. Contact is 50/55 (matig)
meestal goed mogelijk, tenzij er sprake is van
bijkomend contractstoornis of autisme.
Licht verstandelijke IQ tussen 50-70 en 70-85. Zwakbegaafd valt hier -IQ 50/55 tot 70
beperking ook onder. Aan het uiterlijk valt niets af te lezen. (licht)
Er zijn vier subgroepen: -IQ 71 tot 85
1. Vertraagde ontwikkeling die stokt. Draaien wel (zwakbegaafd)
mee in de samenleving.
2. Langdurige en blijvende ondersteuning nodig
3. Besloten behandeling nodig (wonen, leren)
4. Subgroep 3 + gezinsproblematiek

ADL: Activiteiten in het dagelijks leven (baden, aankleden, eten, toiletteren)
IADL: Instrumentele activiteiten in het dagelijks leven (reizen, huishouden, medicatie, financiën)
---> Meestal ontstaan eerst beperkingen in het IADL en dan in ADL

Verstoringen in het cardiovasculair systeem kunnen problemen in ADL veroorzaken:
-Ritmestoornissen: kunnen flauwvallen doordat er gedurende een korte tijd minder toevoer van
bloed naar de hersenen plaats vind.
-Pompfunctie: het kost het lichaam meer moeite bloed rond te pompen, snel buiten adem, bewegen
wordt zwaarder.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bentebiot. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.83
  • (0)
  Add to cart