Macro: samenvatting per hoofdstuk + curves + begrippen
134 views 3 purchases
Course
Macro-Economie (F000083A)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Een samenvatting to the point van de cursus per hoofdstuk, aangevuld met een apart deel die alle curves overloopt en de opbouw ervan behandelt. Als extraatje is er nog een begrippenlijst voor de losse theorievragen op het examen.
Score met behulp van dit document: 15/20.
HOOFDSTUK 11 .............................................................................................................................................23
Productiefunctie en marginale productiviteit van arbeid ........................................................................23
Vraag naar arbeid ...................................................................................................................................23
Aanbod van arbeid ..................................................................................................................................23
Evenwicht op arbeidsmarkt bij perfecte concurrentie .............................................................................23
2
, Evenwicht op arbeidsmarkt bij imperfecte concurrentie: ‘Competing claims model’ .............................24
EXTRA ...........................................................................................................................................................38
Wet van Okun ..........................................................................................................................................38
3
, Gini-coëfficiënt ........................................................................................................................................38
Koopkrachtpariteit ..................................................................................................................................38
Tobins Q-theorie ......................................................................................................................................38
Sneeuwbaleffect ......................................................................................................................................39
Koekoekseffect ........................................................................................................................................39
Ricardiaanse equivalentie .......................................................................................................................39
Gouden regel van overheidsfinanciën .....................................................................................................39
Betalingsbalans van een land ..................................................................................................................39
Balans van ECB ...................................................................................................................................40
Liquiditeitsval......................................................................................................................................40
Kwantiteitstheorie Fisher ....................................................................................................................40
Crowding-out-effect............................................................................................................................40
Pigou-effect ........................................................................................................................................40
Fisher-Tobin-effect ..............................................................................................................................41
Effectiviteit van beleid bij IS-LM-BP-model .........................................................................................41
Samenstelling loon à loonvariabelen è LO-curve ............................................................................41
AAB .....................................................................................................................................................42
Phillips-curve.......................................................................................................................................42
Hysteresis............................................................................................................................................42
MC – opmerkingen .............................................................................................................................43
21.1 Okun formules ...............................................................................................................................43
21.2 Toegevoegde waarde.....................................................................................................................43
21.3 Finale goederen & diensten ...........................................................................................................43
21.4 Besparingen van de overheid ........................................................................................................43
21.5 Bruto nationaal beschikbaar inkomen ...........................................................................................43
21.6 Keynesiaanse consumptiefunctie ..................................................................................................43
Reëel product in constante prijzen: in jaar t
/ 𝑞"# × 𝑝"$
"
à Sommering van: (hoeveelheid van goed i) x (prijs van dat goed in jaar 0)
1.2 Nominaal product
/ 𝑞"# × 𝑝"#
"
à Geen goede indicator van de welvaart (houdt geen rekening met prijswijzigingen)
1.3 Inflatie:
𝑃# − 𝑃#'(
𝑖𝑛𝑓𝑙𝑎𝑡𝑖𝑒 𝑖𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 = × 100
𝑃#'(
Deflatie: negatieve inflatie
Desinflatie: afnemende inflatie (nog steeds positief)
Hyperinflatie: inflatie > 100%
Kerninflatie: inflatie zonder sectoren energie en voeding (omwille van de schommelingen)
5
,1.4 Werkgelegenheid en werkloosheid
Lst – Ls = U = werklozen (die willen werken)
Werkloosheidsgraad:
𝑈
𝑤𝑒𝑟𝑘𝑙𝑜𝑜𝑠ℎ𝑒𝑖𝑑𝑠𝑔𝑟𝑎𝑎𝑑 =
𝐿$%
Werkgelegenheidsgraad:
𝐿$ 𝐿$ × #𝑢𝑢𝑟 𝑔𝑒𝑤𝑒𝑟𝑘𝑡
𝑤𝑒𝑟𝑘𝑔𝑒𝑙𝑒𝑔𝑒𝑛ℎ𝑒𝑖𝑑𝑠𝑔𝑟𝑎𝑎𝑑 = = × 100
𝑁 𝑁 × 2080
Wet van Okun:
‘Vast verband tussen economische groei en verandering in werkloosheid
∆𝑢% = 𝑐 − 𝑏(𝑦% − 𝑦%∗ )
à Lagere economische groei è grotere werkloosheid
1.5 Rentevoet
• Nominale R: in €
• Reële R: in koopkracht
Samenhang RN op korte en lange termijn:
à Rn5 > Rn1: hogere R op KT in de toekomst è er wordt sterke groei verwacht!
Ex-ante & ex-post reële rente:
à ex-post << ex-ante: voordelig voor ontleners nu (minder verlies aan koopkracht)
1.6 Wisselkoers
Nominaal bilateraal:
Prijs van een munt in een andere munt
Reëel bilateraal:
Relatieve prijs van goed i tov goed i in een andere munt
6
, à Variabele voor concurrentiekracht
Nominaal effectief:
Index die gewogen gemiddelde evolutie van nominale waarde van een munt geeft
Reëel effectief:
Relatieve prijs van eigen producten tov alle handelspartners
𝐸𝑃
𝑃)
à Bij stijging: eigen land wordt relatief duurder en minder competitief
1.7 Saldo op lopende rekening van de betalingsbalans
Elementen:
• Invoer/import Z: -
• Uitvoerexport X: +
• Factorinkomens & transfers
NETTO-BESTEDER NETTO-SPAARDER
= tekort op lopende rekening = overschot op lopende rekening
Uitgaven > beschikbaar nat. inkomen Uitgaven < beschikbaar nat. Inkomen
KAPITAALINVOER KAPITAALUITVOER
è moet buitenlands geld gebruiken/lenen è kan geld uitlenen
Leeft boven zijn stand Leeft onder zijn stand
Bv. VS Bv. Duitsland
Evenwichtsmechanisme in EU-zone: theorie
1. Land met lage groei à lage inflatie
*+
2. + ↘ è concurrentiekracht stijgt
!
3. 𝑁𝑋 ↗ è netto-export van G&D stijgt
4. Groei stijgt
5. Evenwicht
REALITEIT: lage groei è hogere Rr è minder investeringen en C è groei daalt nog meer
1.8 Begrotingssaldo van de overheid en overheidsschuld
Begrotingssaldo = ontvangsten (T) – uitgaven (G)
Overheidsschuld = uitgaande verplichtingen tegenover banken, gezinnen etc.
à Gevolg van tekort op begrotingssaldo è lenen
è Netto-financieringsbehoefte (NFB) > 0
Land met groei heeft een positief begrotingssaldo
Bij lage rente: positief voor landen met overheidsschuld
Negatieve rente è schuld bouwt vanzelf af
R < inflatie è positief
1.9 Ongelijkheid
Gini-coëfficiënt: indicator van ongelijkheid
à Hoe hoger, hoe groter de ongelijkheid (schaal 0-100)
7
, Macro-economische scholen
2.1 Keynes
• Pessimistisch tav stabiliteit vrije markt è marktfalen
• Optimistisch tav overheidstussenkomst
• Afkeer van inflatie, nog meer van werkloosheid
2.2 Klassiek
• Pessimistisch tav overheidstussenkomst è overheidsfalen
• Optimistisch tav stabiliteit vrije markt
• Inflatie is het belangrijkste probleem
2.3 Oostenrijk
• Pessimistisch tav overheidstussenkomst
• Agnostisch tav vrije markt è menselijk gedrag is onvoorspelbaar
• Instabiliteit is niet per se slecht, crisissen uitzweten
Brutoproduct: 4 Berekeningen
1. Waarde van de geproduceerde finale goederen
a. Consumptiegoederen
b. Nieuwe voorraden
c. Vaste kapitaalgoederen
2. Waarde van de bestedingen
a. Uitgaven van consumenten (C)
b. Opbouw nieuwe voorraden (I)
c. Uitbreidings- en vervangingsinvesteringen (I)
3. Som van de toegevoegde waarden
4. Som van de factorvergoedingen
Bruto nationaal beschikbaar inkomen:
Sleutelvergelijking open economie met overheid:
8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dingske. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.24. You're not tied to anything after your purchase.