100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Onderneming & Overheid $5.42   Add to cart

Summary

Samenvatting Onderneming & Overheid

1 review
 245 views  43 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Hierin is alle stof samengevat die Saxion studenten voor het tentamen Onderneming en Overheid moeten kennen. Oa. H1 tm 4 van het boek Praktisch Europees recht en de bestandjes die gaan over witwassen (Wwft)

Preview 4 out of 51  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 4
  • June 10, 2022
  • 51
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: juliaroosenbrand • 1 year ago

avatar-seller
Samenvatting Onderneming & Overheid
Les 1
Geen relevante informatie.
Les 2:
Hoofdstuk 4 Praktisch Europees recht
De 4 vrijheden:
 Hebben allemaal specifieke wet- en regelgeving
 Regels uit het VwEU zijn bij allemaal aan de orde
 Bij illegale handel kan geen beroep worden gedaan op het Europees recht.

1. Vrij verkeer van goederen
- Alle producten en goederen die het voorwerp kunnen zijn van
handelstransacties.
- Alle op geld waardeerbare zaken
- Van grondstoffen tot producten.
- Producten met een positieve waarde en producten met een negatieve
waarde. (Afval is bijvoorbeeld negatief)
- Producten waarvan de verkoop illegaal is en in alle lidstaten onder een
volstrekt invoer- en veerhandelingsverbod valt, valt niet onder de regel
van vrijheid van goederen. (Wapens)

2. Vrij verkeer van personen
- Kan alleen worden ingeroepen door personen die in het bezit zijn van de
nationaliteit van een van de lidstaten van de EU.
- Alleen personen die economisch actief zijn, kunnen aanspraak maken op
de rechten die voorvloeien uit het vrij verkeer van personen. (Je bent
ZZP’er of je werkt via een contract)
o Tegenwoordig kunnen burgers die economisch niet actief zijn (dus
buiten de interne markt) ook gebruik maken van het recht om vrij te
reizen en te verblijven. (Gepensioneerden, studenten)
o Komt van het secundair recht af.
- Uit de secundaire wetgeving komt ook het feit dat migranten, dus
derdelanders, ook mogen reizen buiten de interne markt.
o Belangrijk: de rechten van economisch inactieve burgers en
derdelanders op vrij verkeer zijn niet zo omvangrijk as de rechten
van economisch actieve burgers.

3. Vrij verkeer van diensten
- Dienstverrichtingen welke gewoonlijk tegen vergoeding geschieden, en die
niet van toepassing zijn op vrij verkeer van goederen, kapitaal en
personen. De diensten omvatten met name werkzaamheden van A)
industriële aard, B) commerciële aard, C) van het ambacht D) van de vrije
beroepen.
- Tegen vergoeding: commerciële dienstverlening
 Dus niet dienstverlening door de overheid, bijvoorbeeld politie en
justitie.
- Wat er wel onder valt:
• Activiteiten in de bouwsector
• Dienstverlening door banken en verzekeringsmaatschappijen.
• Professionele sport
• Medische verrichtingen
• Prostitutie
• Telecommunicatie

, • Bemiddeling door uitzendbureaus
• Dienstverlening op het gebied van toerisme
- En niet van toepassing zijn op vrij verkeer van ect: restvrijheid
 Het vrij verkeer van diensten is alleen van toepassing voor zover geen
van de andere vrijheden dat is.

4. Vrij verkeer van kapitaal
- Kapitaalverkeer (overmakingen in verband met investeringen) en het
betalingsverkeer (overmakingen in het kader van betalingen voor
goederen en diensten) tussen lidstaten zijn verboden.
- Geldt niet alleen tussen lidstaten onderling, maar ook in relaties tussen
lidstaten en derde landen.
- Het Hof bepaald aan de hand van secundair Europees recht, welke
situaties onder het vrij verkeer van kapitaal vallen.
- Welke er niet onder vallen zijn:
• Een nationaal verbod op het uitdrukken van een hypotheek in
een willekeurige buitenlandse valuta
• Restricties op het aan- en verkopen van eigendommen
• Een vergunningsvereiste voor het invoeren van buitenlandse
valuta.

Er kan maar één verdragstype op een situatie aanwezig zijn.
- De hoofdhoedanigheidsregel bepaalt welk verdragsregime van toepassing
is.




Onderscheid tussen vrij verkeer van diensten en vrij verkeer van goederen
 Voorwerp is een belangrijk uitgangspunt.
 Bij goederen gaat het om tastbare, zichtbare en stoffelijke zaken.
 Is dat het niet? Dan zijn het vaak diensten.
 Elektriciteit en films zijn goederen.

,  Telefoongesprekken en televisie-uitzendingen zijn diensten

Onderscheid tussen vrij verkeer van diensten en vrij verkeer van personen
 Element tijd.
 Tijdelijk is het een dienst, langdurig is het vrij verkeer van personen.
 Hierbij wordt gekeken naar de feitelijke duur, de frequentie, de
periodiciteit en de continuïteit van de dienstverlening.

Onderscheid tussen vrij verkeer van weknemers en vrij verkeer van vestiging
 Zelfstandigheid of niet.
 Werknemer: loondienst.
 Vestiging bij ZZP’ers, ondernemingen: vennootschappen, bv’s, vof’s,
verenigingen en
 agentschappen.

Onderscheid tussen vrij verkeer van goederen en vrij verkeer van kapitaal
 Kapitaal: geld, waardepapieren en obligaties.

Grensoverschrijdend aspect
De interne markt moet worden omschreven als een markt die gericht is op het
afschaffen van alle belemmeringen van het handelsverkeer tussen de lidstaten.
- Dus niet binnen een lidstaat.
- Niet van toepassing op zuiver intern aangelegenheden
 Als er maar een lidstaat op een casus betrokken is, kan er geen
aanspraak gemaakt worden op het vrij verkeer.
- Als er bijvoorbeeld in Amerika twee ondernemingen ruziën, en dit gevolg
kan hebben voor de hele EU wordt het beoordeeld aan de hand van
Europees recht.
 Als er bijvoorbeeld minder aardappelen worden geproduceerd en
verkocht aan een bedrijf, en hierdoor alle lidstaten minder
aardappelen zullen hebben.
- Omgekeerde discriminatie: dat op regels inzake het vrij verkeer geen
beroep kan worden gedaan in zuiver intern aangelegenheden, heeft tot
gevolg dat binnenlandse marktdeelnemers in vergelijking met
buitenlandse marktdeelnemers soms ongunstiger behandeld worden.

Discriminatieverbod
- Interne markt kan optimaal functioneren als iedereen dezelfde kanen en
mogelijkheden heeft.
- Tegengaan van protectionisme is de belangrijkste doelstelling van het
verbod.

1. Formele of openlijke discriminatie: maatregel met onderscheid
(directe discriminatie)
o Onderscheid op grond van nationaliteit.
o Er wordt onderscheid gemaakt tussen Nederlandse mensen of producten
en buitenlandse mensen of producten.
o “Alleen Nederlanders mogen solliciteren” “alle koeien die geïmporteerd
worden moeten bij de grens gecontroleerd worden”.

2. Verkapte of materiële discriminatie: maatregel zonder
onderscheid (indirect)
o De maatregel maakt geen onderscheid, maar het gevolg zorgt wel voor
benadeling van producten of personen uit andere lidstaten.

, o “Iemand moet een Nederlands diploma hebben”
o Indirecte discriminatie die voortvloeit uit de gedifferentieerde
belastingstelsels die lidstaten hanteren.
o Wijn gemaakt van granen betaal je belasting over maar wijn van druiven
niet.

Belemmeringsverbod: Verbod op alle maatregelen die het vrij verkeer tussen
lidstaten belemmeren.
Horizontale directe werking: relaties tussen particulieren onderling. (Geen
overheid)

Uitzonderingen op het vrij verkeer
Geen absolute rechten: soms mogen ze buiten toepassing gelaten worden.
Het verschil tussen directe en indirecte discriminatie bepaalt welke
uitzonderingen op een specifieke vrijheid zijn toegestaan.




Rule of Reason
- Het Hof heeft besloten dat naast de verdragsuitzonderingen,
uitzonderingen op het vrij verkeer zijn toegestaan die beantwoorden aan
dwingende eisen van het algemeen belang.
- Niet-limitatieve opsomming van uitzonderingsgronden. (Het Hof kan er
steeds nieuwe uitzonderingen aan toevoegen)
- Alleen bij indirecte discriminatie.

Er zijn aanvullende eisen gesteld, anders zouden zware inbreuken op het vrij
verkeer kunnen plaatsvinden.
1. De maatregel mag niet in strijd zijn met secundaire wetgeving die tot doel
heeft nationale wetgeving te harmoniseren
 Heeft er harmonisatie plaatsgevonden, dan moet er altijd in
overeenstemming met deze maatregelen worden gehandeld.
 Secundaire wetgeving is opgesteld om bepaalde doelstellingen te
verwezenlijken die het Europese belang dienen.
2. De maatregel moet daadwerkelijk een publiek belang dienen
 Dus een algemeen belang. Private belangen tellen niet.
 Daadwerkelijk en publiek belang.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noemigroeneveld. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.42  43x  sold
  • (1)
  Add to cart