100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting hoofdstuk regeling, 5vwo, biologie voor jou $5.64   Add to cart

Summary

Samenvatting hoofdstuk regeling, 5vwo, biologie voor jou

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting hoofdstuk regeling, 5vwo, biologie voor jou

Last document update: 2 year ago

Preview 2 out of 9  pages

  • June 10, 2022
  • June 10, 2022
  • 9
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Biologie hoofdstuk regeling
Paragraaf 1

Homeostase  het in standhouden van een dynamisch evenwicht in het inwendig milieu
(cellen die zijn omgeven door andere cellen, tussen deze cellen zit weefselvloeistof, ook
bloed hoort bij inwendig milieu) van organismen
- Het in standhouden wordt gedaan door een regelkring, deze bestaat uit: sensor
controlecentrum en effector. Door de regelkring blijft de temperatuur van mens
bijvoorbeeld rond 37 graden  dynamisch evenwicht.
- Negatieve terugkoppeling  toename van resultaat zorgt voor remming van proces
Positieve terugkoppeling  toename van resultaat zorgt voor versterkt het proces

Paragraaf 2

Hormonen

Communicatie in meercellige organismen door : signaalmoleculen (signaalstoffen, dus
hormonen)

Hormoonklieren zijn endocriene klieren  geven hormonen af aan het bloed, in door
slagader uit door ader.
- Afgifte van hormonen heet secretie
Exocriene klieren (zweetklieren, speekselklieren) geven product af via afvoerbuis.
- Afgifte van exocriene klieren heet excretie of uitscheiding

Doelwitorganen

Hormonen gaan door bloed  vanuit bloedvaten via weefselvloeistof naar cellen van
organisme

Hormonen kunnen alleen binden aan cellen met receptoren (doelwitorganen), dan pas
werken ze.

Mate van reactie van doelwitorgaan wordt bepaald door
- Hormoonspiegel (concentratie van het hormoon)
- Aantal receptoren op celmembraan van cellen

Werking van hormonen

Steroidhormonen
Hormoon komt in cytoplasma  bindt zich aan receptoreiwit  ontstaat hormoon-
receptorcomplex  dit gaat via kernporie in kernplasma  kan dan gen aan- of uitzetten

Peptidehormonen
Hormoon bindt zich aan receptoreiwit op celmembraan  aan binnenkant celmembraan
wordt signaalmolecuul gevormd (second messenger)  deze maakt bijvoorbeeld enzym aan
en geeft signaal in cel door
- Wanneer een signaal via meerdere schakels wordt doorgegeven, spreek je van
signaalcascade

, Hormoonklieren

Hypofyse  midden in hoofd onder hersenen
- Hypothalamus is gedeelte van hersenen dat net boven de hypofyse ligt
o Maakt oxytocine en ADH voor achterkwab
o Geven ook IH en RH-hormonen af aan voorkwab
 RH  stimuleren de endocriene cellen om bepaalde hormonen te
produceren
 IH  stimuleren de endocriene cellen om bepaalde hormonen juist
het maken van hormonen te laten remmen
- Hypofysevoorkwab (adenohypofyse)  eiwithormonen : LH, FSH, TSH
- Achterkwab (neurohypofyse)  oxytocine en ADH
- Hypofyse produceert ACTH (stresshormoon) en groeihormonen (GH)

Neurosecretie  wanneer hormonen door neuronen worden gemaakt (neurohormonen)

Schildklier

Schildklier ligt in hals
- Produceert thyroxine (schilklierhormoon), jodium is hiervoor noodzakelijk  dit
stimuleert de stofwisseling, groei en ontwikkeling van kinderen
- TSH stimuleert de vorming van schildklierweefsel, opname van jodium en productie
thyroxine, TSF uit hypothalamus stimuleert deze TSH
- Thyroxine remt productie van TRF en TSH  negatieve terugkoppeling


Spijsverteringsklieren

Spijsverteringshormonen worden gemaakt in door endocriene cellen in de alvleesklier en
maag- en darmwand.

Alvleesklier heeft exocriene functie
- Het produceert spijsverteringssap dat wordt afgegeven aan 12-vingerige darm
- Tussen cellen van alvleesklieren liggen endocriene cellen  eilandjes van Langerhans
o Hierin zitten a-cellen die glucagon produceren en B-cellen die insuline
produceren.

Iemand eet koolhydraten  koolhydraten worden in darmkanaal verteerd tot glucose 
glucose wordt in dunne darm opgenomen  glucoseconcentratie stijgt  B-cellen gaan
insuline produceren  hierdoor meer glucose eiwitten  glucose kan door celmembraan 
cellen nemen meer glucose op uit bloed  cellen in lever en spieren zetten glucose om in
glycogeen  glucose concentratie daalt.

Glucose ------------------------------------- glycogeen
Insuline

Glycogeen --------------------------------- glucose
Glucagon

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 509399. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.64. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76799 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.64
  • (0)
  Add to cart