WTO = organisatie die vrijhandel bevorderd en handelsconflicten oplost
Mondiale netwerken = grensoverschrijdende netwerken op economisch, politiek of sociaal gebied
Wereldstad = een stad die een mondiaal beslissingscentrum is op economisch en politiek gebied, een
knooppunt in mondiale kapitaal- en informatiestromen en ook op cultureel gebied vaak
toonaangevend
Communicatietechnologie = de technologie van communicatiesystemen
Transporttechnologie = de technische ontwikkelingen ten aanzien van transport
Je weet wat globalisering is:
- Het proces van steeds meer samenhang in de wereld tussen bedrijven, landen en mensen
Je begrijpt hoe technologische ontwikkelingen en globalisering met elkaar samenhangen
-
Je weet wat tijd-ruimtecompressie is
- Het verschijnsel dat in de wereld de afstanden in tijd, geld en energie steeds korter worden
Eduard Ullman
Theorie: er is alleen mobiliteit als er aan drie voorwaarden wordt voldaan:
- Complementariteit: gebieden hebben eigenschappen die elkaar aanvullen
- Transporteerbaarheid: als het overbruggen van de afstand tussen de gebieden betaalbaar en
mogelijk is en als er een goede infrastructuur is
- Geen tussenliggende mogelijkheden
Pushfactoren: om uit een gebied te vertrekken
Pullfactoren: om naar een gebied toe te gaan
EPZ = export processing zone, gebied met gunstige handelsvoorwaarden
Triade = de driehoek van Noord-Amerika, Europa en Japen
1.3 het ontstaan van centrum en periferie
Kolonialisme = het onder koloniaal gezag brengen van grote delen van Afrika, Amerika en Azië door
vooral Europese staten
Dekolonisatie = de ontwikkeling van koloniën naar zelfbestuur en onafhankelijkheid
Internationele arbeidsverdeling = verdeling van taken in de wereld tussen landen die grondstoffen en
agrarische producten leveren en landen die hier met veel kennis en kapitaal industrieproducten van
maken
, Ruilvoet = de verhouding tussen het exportprijspeil en in importprijspeil
Wereldsysteem = een geheel van relaties dat samenhangt met de tegenstelling tussen het centrum
en de periferie
Je weet waarvoor koloniën gebruikt werden
- Gericht op handel, handelsposten en plantages, leveranciers van inheemse producten zoals:
specerijen, zijde, koffie en later mijnbouwproducten
- Gericht op exploitatie: grondstoffen en landbouwproducten
Je weet welke rol kolonialisme speelt bij globalisering:
- Door kolonialisme gingen landen steeds meer samenwerken
Je begrijpt het ontstaan van centrum-periferie tegenstellingen:
- De Europese landen en later de VS vormen het centrum van de wereld. Hun koloniën de
periferie
Drie fasen kolonialisme: Europees bestuur:
1. Handelskolonialisme (tropische producten)
2. Exploitatiekolonialisme (mijn- en landbouw)
3. Dekolonialisatie (in naam zelfstandig, praktisch niet)
1.4 economische globalisering
Multinationale ondernemingen (mno’s) = groot internationaal bedrijf dat in verschillende landen
ondernemingen heeft. Beschikt over veel kennis en kapitaal
Productieketen = een productieketen omvat alle stappen van een productieproces die nodig zijn om
van een idee of een grondstof een product of dienst te maken
Semiperiferie = landen die een tussenpositie innemen tussen het centrum en de periferie
Opkomende economieën = van oorsprong periferie landen waarvan de economie en het bbp snel
groeien
Global shift = de verschuiving van het economisch zwaartepunt van de wereld
Nieuwe internationale arbeidsverdeling = wereldwijde arbeidsverdeling doordat productienetwerken
door de globalisering over de wereld worden verspreid
Economische globalisering = het proces van toenemende mondiale economische interactie en
integratie
Sociale ongelijkheid = ongelijkheid in leefomstandigheden binnen een samenleving
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nadettevanvliet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.28. You're not tied to anything after your purchase.