College 01: Perifeer motorische stoornissen
Perifeer motorische stoornissen. Centraal motorische stoornissen:
- Centraal versus perifeer motorisch neuron - Afdalende motorische systemen welke perifeer
- Niveaus van perifeer motorische motorische neuronen aanstuurt
stoornissen - Centraal motorisch neuron wordt de piramide
- Differentie diagnostiek van perifeer baan bedoeld
motorische stoornissen - Laterale piramidebaan en de uitlopers welke
- Fasciculaties, myotonie en verhoging van doorlopen naar de hersenstam en 90% van de
het Creatinekinase piramidale vezels kruisen in de hersenstam
- Lokalisatie van uitval bij radiculopathie naar een bepaald ruggenmergsegment.
( wortelaandoening )versus neuropathie - Perifeer motorische neuronen ( met axonen )
- Mononeuropathie naar de spiervezels verlopen en de perifeer
- Indeling perifere zenuwletsel motorisch neuron ( voorhoorncel / alfa
- Polyneuropathie ( enkele maar het perifere motorneuron ) welke prikkels ontvangen. In
zenuwstelsel in zijn geheel diffuus is het perifeer motorisch traject tot en met de
aangedaan) spier kunnen 5 niveaus onderscheiden
Voor de aansturing van perifeer motorische neuronen gericht op spierspoeltjes zijn 5 perifere niveaus.
Motorische voorhoorn cel alfa-motorneuron
Voorwortel ( radix ventralis ) Fusie van achter/voorwortel = nervus spinalis = Plexus
Perifere zenuw
Motorische eindplaat ( contactplaats ) neuromusculaire transmissie naar de spiervezel. Bv.
Myasthesieen aandoeningen bij de overdracht OF Myopathie aandoeningen bij de spieropdracht
Hyperoflexie van spierekkingsreflex
Doelorgaan = spier
Acute stadium is een centraal motorisch neuron in samenhang met een slappe verlamming, waardoor een
ontremming ontstaat welke zorgt voor een hyperflexie. Of A of hyporeflexie. Motorische stoornissen tabel =
Verlammingsverschijnselen kunnen optreden, Ook gericht op de fijne distale motoriek. Perifeer niveau verwacht
je op de efferentie dat er ook spierzwakte kan worden verwacht.
Gericht op neuropathie is het alleen of sensibele of motorische vezels welke worden betrokken. Neuromusculaire
aandoeningen verwacht je krachtuitval ( uitputting ). Myopathie verwacht je een defect orgaan welke zorgt voor
verlammingsverschijnselen:
Myotatische myopathie in de reflexboog. Waar problemen optreden. Wegvallen of vermindering van
deze reflexactiviteit.
Hypo-aflexie verwacht je bij een piramidebaansysteem ( sla je deze vaker). Dan ontstaat er een vorm
van uitputting en bij de spierziekte is het effecte orgaan welke wordt gegeven.
Hypertonie: Spierspanning is afhankelijk van spierrekkingsreflex, problemen met spierspanning.
Spasticiteit is een apart onderdeel welke een aantal plusjes meebrengt waardoor je spierspanning.
Spieratrofie: afname in de omvang van het spierweefsel. Twee factoren, welke aanleiding geven.Niet
gebruiken ‘’ use it or lose it ‘’ of door conditie te behouden van spier = actiepotentialen van de
spiervezels
Verwachting spieratrofie verwacht je op basis van inactiviteit en verlamming, bv. perifeer motorische
niveaus omdat actiepotentialen minder goed binnenkomen bij de spiervezels gericht op de dorsale en
ventrale wortel.
,Blok 4- Pathologie
Neuromusculaire aandoeningen: kennen geen duidelijke spieratrofie en kunnen lokaal optreden. Een
verwachting is bv. een afname van de spieromvang of een aanwegheid van sensibele stoornissen of spierspijn.
Centrale aandoening bij de perimibele baan verwacht je geen sensorische stoornissen. Voorhoornaandoening
leidt niet tot sensibele stoornis want deze is puur motorisch
Indicatief ( aanwijzend of aandien aanwezig ). Is een symptoom aanwezig dan wijst dit naar een bepaald niveau.
Hemiparese op basis van patroon van uitval ( een helft ) dan denk je snel aan een centrale stoornis, welke
moeilijk in verband te brengen is met de voorhoorncellen, en de andere helft niet. Wijst vaak op een aandoening
van de motorische voorhoorncel ( vaak wel ). Bij het aantonen van een vertraagde begeleiding is een eerste
gedachte: probleem met de uitlopers en zenuwen. Bij gebruik van de spier wordt de kracht steeds minder in
relatie met bijhorende factoren. Aanwezigheid van een verhoogd CK gehalte of myotonie zijn oorzaken voor een
spierziekte
Fasciulaties = spiertrekkingen ( twitches ) binnen een spier. Van een groep spiervezels die behoren tot een
enkele motorische eenheid ( motor unit ). Worden door een enkele motorische voorhoorncel geinnerveerd. Deze
twitches ontstaan aan de hand van een spontane actiepotentiaal. Welke samentrekken, binnen in de spier van
verschillende spiergroepjes wat twee vormen heeft:
Goedaardig: inspanningsstress, slaapgebrek, te droge ogen ( pathologisch verschijnsel, bijvoorbeeld een
uitvalsverschijnsel gericht op de voorhoorncel). Reinnervatie fenomeen is een perifere zenuw welke verschillende
spiervezels aanwijst. Door een denervatie ( na uitval voorhoorncel ), zullen sommige niet meer werken.
Reinnervatie: andere takken nemen taken over ( sprouting ) vanuit de axonen. Nieuw takje kan hieruit groeien en
kan contact maken met de vrijgekomen spiervezel. En ontstaat er een nieuwe verbinding welke bij de uitgroei van
de tak ( geen goeie myelineschede) en er een actiepotentiaal kan ontstaan via andere takjes. Vanuit andere
motorische eenheden welke zorgt voor fasciculatie.
Myotonie ( 3-10 seconden durende nacontractie van spier). Na percussie of willekeurige contractie.
Bijvoorbeeld na ballen vuist of dichtknijpen. Voorkomend bij bepaalde spierziekten.
Verhoogd CK ( creatinekinase). Enzym welke vooral betrokken in de spiercellen en bij spierziekten zoals.
Duchenne. Waarbij een verhoogd gehalte CK aanwezig is.
Perifere motorische stoornissen. = Fasciculaties spelen zich af op de motorische voorhoorn. Waarbij sensibele
stoornissen een samenhang kunnen hebben. Dit kan in gevallen leiden tot hyperoflexie en hypotonie of
spieratrofie. Bv. door radix, perifere zenuw of spier stoornis. Dit kan leiden tot uitputting.
Mononeuropathische kenmerken. Stoornissen treden op in de door betreffende zenuw geïnnerveerde structuren (
segmentale uitval )
Radiotelepathie. Gericht op verschillende vormen van de periferi.
Wortel segmentale uitval ( bepaald spiergedeelte ) welke worden geinnerveerd. En uiten in verschillende
zenuwen. Segmentale uitval focust zich op een bepaald spiergedeelte op twee locaties.Somatische is gericht op
motoriek van skeletspieren bij willekeurige motoriek. de uitval is een bekend aantal symptomen: verlamming,
afname spieromvang, wegvallen tonus, verminderen of uitvallen
spierrekkingsreflexen.
Autonome motorische stoornissen. Autonome innervatie van de periferie
sympathicus ( para als orthosympathicus). Alleen orthosympathicus.,gladde
spiercellen en vaatwanden vormen samen een samenhangend vasomotorische
stoornissen, trofische voedingsstoornissen ( dunne glanzende huid, afbrokkelende
nagels), zweetklieren ( uitval zweetsecretie, anhydrose).
Vormen.
Paresthesie ( dovende prikkelende gevoelens), afknelling van een bepaald
huidgebied
Hyp/anesthesie: gnostische ( vitaal ) fijne aanrakingszin, bewegingszin,
stand van gewricht, vibraties.
Radiculopathie: vitale gnostisch
,Blok 4- Pathologie
Anestethetisch gebied omgeven door hypesthetisch gebied waarbij volledige uitval optreedt wordt door
een zenuw geïnnerveerd, waardoor in negatief geval volledige uitvalgevoel optreedt
Mono-neuropathische oorzaken : trauma, compressie ( langere tijd ), directe druk op de zenuw, indirect
vascularisatiestoornis door druk op het bloedvat of primaire vascularisatiestoornis door diabetes mellitus.
Anatomie perifere zenuw. Axon loopt uit ( omvangen door myelineschede ) met het endonarium, perinarium (
bindweefsel rondom een fascikel), buitenkant is epinarium ( bindweefsellaag). Bloedvaatjes in een zenuw, welke
bloedvoorziening vormen
Perifere zenuwletsels kunne onderscheiden Intactheid van Spontaan herstel
worden: tabel. anatomische
continuïteit.
Axon Zenuwsched
e
Neuro apraxie Ja Ja Minuten en dagen
Oorzaken:
- Druk
- Spontaan herstel kan opteeden omdat
axonen niet zijn beschadigd
Axonotmesis Nee Ja Traag 1-2 mm / dag
- Snijden Proximaal naar distaal
- Onderbreking van axonen
- Geen anatomische
- Wel zenuwschede spontaan herstel als de
proximale stompen kunnen uitgroeien naar
nieuw weefsel in groei en bindweefsel
Neurontmesis Nee Nee Nee operatief
- Onderbreking van een hele zenuw
( neuron)
- Spontaan herstel niet mogelijk
- Moet iets tussengeplaatst worden
( chirurgisch )
- Geen geleiding naar de periferie
- Zenuwstukken liggen van elkaar
- Kunnen niet geleid worden naar de
zenuwen naar de periferie
Syndroom Symptomen Voornaamste oorzaken
Polyneuropathie Symmetrisch - Deficienties (vitaminegebrek)
- Gehele perifere zenuwstelsel diffuus is Distaal – proximaal - Metabool (Stofwisselingsstoornis )
aangedaan Sensibel – - Intoxicaties ( vergiftingen)
- Motorische en sensibele symptomen motorisch - Medicijnen
- Lijkt op mononeuropathie Benen – armen
- Langere vezels zijn meer aangedaan dus
distaal meer aangedaan ( bv. voet of hand
) sok / handschoen patroon
- Betrekking op axonen of myelineschede
- Pijn bij druk en rek optreden en de zwakte
van teen en voetspieren ( extensoren
meer uitvallen dan de flexoren )
- Langere vezels meer en langer
aangedaan
Multipele mononeuropathisch Asymmetrisch - Systeemziektes
- Meervoudige mononeuropathie Sensibel motorisch - Vasculitiden ( vaatjes welke
- Meerdere afzonderlijke zenuwen zijn Benen en armen meedoen voor bloedvoorziening
aangedaan dicht gaan zitten welke zorgen voor
uitval) = mononeuropathie. Een
meervoudige neuropathie kan zo
ontstaan door gevolg.
- Diabetes
, Blok 4- Pathologie
Mononeuropathie Uitvals volgens - Trauma
- Een zenuw perifere zenuw - Compressie ( druk )
- Gericht op de geinnerveerde zenuwen
Monoradiculopathie Pijn uitval - Compressie ( druk door een
- Een wortel is aangedaan dermatoom uitstulping op een
- Segmentale uitval Vooral vitaal tussenwervelschijf)
- Structuren die samehangen met die - Infectie
betreffende wortel
- Vitale sensibiliteit zal aangedaan zijn
4.1.4 spierrekkingsreflexen – Hoge en lage spierrekkingsreflexen.
Uitval van de tractus corticospinalis is de spinale reflexboog hierdoor treden hoge reflexen op. pardoxale situaties
ontstaan hierdor waarbij een spier niet goed bewogen kan worden maar tegelijkertijd een reflexreactie heeft =
centrale verlamming. Bij een afwijking van het perifere circuit zijn de spierekkingsreflexen laag. Dit wordt ook wel
perifere verlamming genoemd. Een verlamming kan volledig als gedeeltelijk zijn. Deel = parese en volledig =
paralyse. Spasticiteit treedt op wanneer uitval van CMN het ruggenmerg spontaan te werk gaat, en een verhoging
van spierekkingsreflexen en spanning optreedt. Soms kan de willekeurige motoriek verstoord zijn waardoor
centrale verlamming en gedeeltelijke weerstand onvoldoende zijn spinale shock.
4.2.1 Onderzoek van spierfunctie.
Testen van kracht. Hierbij letten op spieratrofie waarbij aanwijzing is voor een aandoening van het PMN of van
de spier. De meeste kracht kan worden geleverd wanneer de spier submaximaal wordt aangespannen wat de
beste uitgangspositie is voor het onderzoek
Pseudoparese. Is een onvermogen aan kracht wordt wel eens de antagonist in plaats van de agonist
aangespannen, een andere stoornis is een stoornis van het diepere gevoel. Lopen op de tenen, hakken of tenen
zijn voorbeelden om de spierkracht simpel te testen. Goede instructie aansporen of eventueel even oefenen zijn
dus nodig om de kracht betrouwbaar te meten, bij pijn begin je met de niet aangedane zijde
Ernst van krachtverlies. De onderzoeker moet met de kracht van zijn armen de maximale kracht van de meeste
onderzochte spieren niet kunnen overwinnen, een uitzondering vormt meer de extensoren van de vingers en de
nekbuigers. Medial research council is een MRC schaal welke de krachtschaling kan normeren
Krachtaanduiding volgens de MRC-schaal
0 Paralyse
1 Spoorcontractie geen beweging in het gewricht mogelijk
2 Lichte beweging mogelijk niet tegen de zwaartekracht
3 Beweging tegen zwaartekracht mogelijk
4 Beweging tegen weerstand mogelijk, kracht niet normaal
5 Normale kracht
Onderzoek bij centraal krachtverlies.
Centrale parese: gebeurt nogal eens dat een spier geleidelijk aangespannen wordt waardoor er geen
kracht kan worden geleverd. Bij centrale verlamming vindt men dus meer distaal dan proximale uitval.
De proef van Barre: bij subtiel krachtverlies laat dit de patient met gesloten ogen de armen naar voren
strekken. Het resultaat is afwijkend, wanneer de hand langzaam gaat proneren en langzaam naar
beneden zaktTesten van spiertonus: een tonus is voelbaar door een gewricht passief te bewegen, een
verhoogde tonus noem je hypertonie, bij een te lage tonus noem je dit hypotonie. Spasticiteit wordt
gekenmerkt door een toenemende weerstand tegen snelle passieve spierrekking.
Rigiditeit komt voor bij stoornissen van het extrapiramidale systeem, bij langzame beweging wordt hierbij
een spanning gevoeld dit gaat samen met tremoren.
Paratoni is een verhoging van de weerstand die optreedt bij een eerdere poging van de onderzoeker een
spier passief te bewegen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FleurPrins. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.