Hoofdstuk 2
Beroepsbevolking:
- mensen met betaald werk (werkzame beroepsbevolking)
- mensen zonder betaald werk, mensen die zoeken naar betaald werk (werkloze beroepsbevolking)
Niet-beroepsbevolking
-mensen die niet werken en ook niet opzoek zijn (huismannen)
Aanzuigeffect: de toename van het arbeidsaanbod als gevolg van de grotere kans op werk en een
hoger loon.
Ontmoedigingseffect: de productie neemt af bij een neergaande economie, bedrijven hebben
minder personeel nodig, werkzoekenden zijn dus kansloos.
Deeltijd
P = aantal personen
A = arbeidsjaren (1 arbeidsjaar = 1 full time jaar)
p/a-ratio = de verhouding tussen het aantal personen en het aantal arbeidsjaren.
Een persoon die 3 vd 5 dagen in de week werkt, werkt in deeltijd.
De deeltijd factor is in dat geval 0.6 (3:5).
a:p = deeltijdfactor
p/a-ratio =aantal personen met een deeltijdbaan of volledige baan / totaal aantal arbeidsjaren
p/a-ratio van 1.3 is 130(personen) : 100 (volledige banen)
, Arbeidsparticipatie
Bruto participatiegraad = beroepsbevolking / potentiële beroepsbevolking x 100%
Netto participatiegraad = werkzame beroepsbevolking / potentiële beroepsbevolking x 100%
Bruto participatiegraad geeft aan hoeveel % van de potentiële beroepsbevolking tot de
beroepsbevolking hoort.
Netto participatiegraad geeft aan hoeveel % van de potentiële beroepsbevolking tot de werkenden
behoort.
Het verschil zit in de werklozen; tellen bij bruto participatie wel mee en bij netto participatie niet.
Arbeidsproductiviteit kan stijgen door betere scholing, door mechanisme/automatisering en
efficiëntere organisatie van het productieproces.
De i/a-ratio
De i/a-ratio is een graadmeter voor de betaalbaarheid van de uitkeringen, de kosten van de
vergrijzing, maar ook de concurrentiepositie van een land. Hoe hoger de i/a – ratio, hoe hoger de
sociale premies, hoe hoger de loonkosten, hoe hoger de productiekosten en de prijs van de
producten.
Een hoog i/a-ratio wil zeggen dat er veel inactieven zijn ten opzichte van actieven.
I/a – ratio = inactieven / actieven x 100 = ontvangers uitkeringen / betalers x 100
Inactieven: alle menen die een uitkering ontvangen; oudjes, zieke mensen: niet werkenden
Actieven: werkenden betalen de premies om die inactieven van een uitkering te voorzien
Vergrijzing: meer ouderen dus meer inactieven; i/a-ratio omhoog
De premie gaat ook omhoog en is dus niet makkelijk te betalen.
Hoofdstuk 3
Werkgelegenheid ontstaan als bedrijven werknemers in dienst nemen of als iemand een bedrijf
opricht en als zelfstandige aan de slag gaat. De semi-collectieve sector (onderwijs/ziekenhuizen) zijn
afhankelijk van de overheid. Als politici wil bezuinigen gaat dit ten koste van de werkgelegenheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurvandewetering. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.30. You're not tied to anything after your purchase.