Samenvatting boeken complete leeslijst vwo of gymnasium 6 NL
12 views 0 purchase
Course
Nederlands
Level
VWO / Gymnasium
Samenvatting van een complete leeslijst gymnasium of vwo 6 voor Nederlands. Bestaand uit de boeken; bezonken rood, gedichten van de broer van roos, dit zijn de namen, terug tot ina damman, de wegen der verbeelding, turis, hoe groot is de liefde en het instituut
Auteur.
Vincent Bijlo werd geboren op 27 april 1965 in Amsterdam.
Hij studeerde Nederlandse Taal en Letterkunde aan de Universiteit van Utrecht. Daarvoor had hij
VWO gedaan. Hij heeft twee romancen geschreven waarvan Het Instituut uit 1998 de eerste was en
achttienhoog uit 2001 de tweede. Verder doet Vincent ook nog aan cabaret hij heeft de volgende
theaterprogramma’s gemaakt Made in Braille in 1989, De knal van half zeven in 1991, De zeespiegel
in 1993, Het pad van Fortuin in 1995, Niet zeiken gewoon doen in 1996, Tegen ! in 1997, Scheve
bomen in 1998-1999. Verder schreef hij incidentele columns voor uiteenlopende radio programma’s
Titelverklaring.
De hoofdrol speler (Otto) zit in een instituut, en vandaar de titel ook denk ik. Ik vind de titel eigenlijk
maar een beetje voor de hand liggend. Het is namelijk zo simpel om de plek waar het verhaal zich
grotendeels afspeelt gelijk als titel van het boek te gebruiken.
Genres
Ik denk dat het verhaal maatschappelijk geëngageerd is omdat het hele verhaal werkelijkheid zou
kunnen zijn. Bijna alles zou werkelijk gebeurd kunnen zijn op een paar dingen na. Bijvoorbeeld op
een brommer rijden. Dat is echt onmogelijk voor een blind iemand. Het zou best kunnen dat dit boek
verfilmd wordt en als zeer realistisch omschreven zou worden.
Thema.
Het boek "Het Instituut" gaat over een jongen die blind is. Hij is 12 jaar oud en woont in een
inrichting of zoals de titel het zegt, in een instituut. Hij is vanaf dat het boek begint al blind maar
later in het boek gaat hij functioneren als een ziende. Natuurlijk blijft hij blind maar hij gaat
bijvoorbeeld naar een ziende school. Voordat hij ging zat hij op een blinde school op het instituut
maar daar dachten de leraren dat hij het wel zou redden op een ziende school.
Ruimte
Het verhaal speelt zich af in een inrichting voor blinden. Dat weet ik omdat de naam en de plek waar
ze zich bevinden veel word genoemd. Bijvoorbeeld; "Otto ging even naar de Vink om iets te vragen".
Het verhaal speelt zich niet alleen af in het instituut maar ook buiten de inrichting.
Zo gaat Otto op vakantie (de plek waar ze naartoe gaan word niet verteld) en ook gaat Otto naar zijn
eigen huis, een half uurtje rijden van het instituut (duidelijker wordt er niet over vertelt).
Tijd
Het verhaal speelt zich in onze tijd af. Dat weet ik omdat er met brommers wordt gereden en met
Audies en met oude Skoda’s. Aangezien er pas sinds begin vorige eeuw auto’s rijden weet ik dat het
verhaal zich in deze tijd afspeelt. De periode waarin het verhaal wordt verteld is ongeveer een half
jaar. Dat weet ik omdat het verhaal begon met veel gladheid (het was dus winter) en veel mensen
van het instituut droegen warme kleding. Een klein stukje voor het eind moest Otto nog twee weken
naar school en dan zou hij grote vakantie hebben. En dan is het dus zomer. Van de winter tot de
zomer is dus ongeveer een half jaar.
Het verhaal is chronologisch opgebouwd. Het hele verhaal loopt netjes achter elkaar aan, zonder
terug blikken of vooruit blikken. Het is af en toe wel vervelend dat er opeens een paar weken tussen
zitten of dat het opeens nacht is en opeens dag.
,Vertelperspectief
Het verhaal wordt verteld, gezien door "de ogen" van Otto. Dat doet de schrijver denk ik om de het
verhaal een beeld te geven. De schrijver/ Otto vertelt aan het begin van het boek waar het verhaal
zich afspeelt en wie aardig is en wie onaardig. Later gaat hij daar ook nog wat mee doen. Je komt
erachter wie Otto mag en wie niet.
Bijvoorbeeld; een jongen die heel slechtziend was pestte Otto nog wel eens. Toen hij zelf een keer
op zijn plaat ging dacht Otto "ha ha, sukkel lijdt maar lekker van mij blijf je zo liggen voor de rest van
je leven". Wat ook leuk is, is dat als Otto’ s moeder (die alcoholverslaafd is) bij hem op bezoek komt
hij altijd denkt: "Haar gore parfum snelde haar meters vooruit".
Dat soort dingen maken het verhaal nu juist leuk.
Werkelijkheid of Fantasie
Het verhaal zou echt gebeurd kunnen zijn. Omdat er in Nederland ook Instituten zijn voor blinden of
slechtzienden. Het verhaal is realistisch maar hoeft daarom nog niet echt gebeurd te zijn. Persoonlijk
denk ik dat het verhaal echt gebeurd is, ik kan mezelf namelijk helemaal voorstellen hoe rot het zou
zijn om blind te zijn.
Hoofdpersonen
De hoofdpersoon in het verhaal is Otto Iking. Hij is blind en woont in een Instituut voor blinde en
slecht ziende. Otto is blind, vanaf zijn geboorte.
Hij is een jongen van 11 jaar, hij heeft humor maar kan ook heel sacherijnig zijn. Otto is een aardige
jongen die af en toe te veel fantasie heeft. Maar verder is Otto, op het feit dat hij blind is na, een
gewone jongen net als alle anderen van zijn leeftijd. Op het Instituut heeft hij een illegale radio
zender waar hij nog wel eens uitzendt. Daar heeft hij veel lol in.
Bijpersonen
Moeder Iking: Een aardige vrouw van een jaar of 35, zij is de moeder van Otto en ze is verslaafd aan
de drank.
Vader Iking: De vader van Otto, hij is ook rond de 35 jaar oud en vangt Otto op als hij naar huis gaat
voor een weekend. Hij is een aardige man.
Sonja: De lieve vriendin van Otto, ze komt vaak bij Otto op bezoek en ze praten over van alles en nog
wat. Ook biedt zij aan dat Otto bij hen mag wonen nu zijn vader naar Amerika is en zijn moeder op
de Veluwe zit.
Harm: Een goede vriend van Otto, hij heeft geen ogen meer, maar glazen. Hij en Otto doen allerlei
dingen samen. Otto is zijn beste vriend.
Walter, Pieter, Michiel, Marc, Tony, Hajo, Stoffel, Eric, en Marga: Zij woonden bij Otto in De Vink
(Een huisje horend bij het Instituut)
Edwin: Ook een bewoner van De Vink, Edwin was een irritant jongetje die iedereen onderuit trapte
die hij maar tegenkwam, zolang hij maar blind was. Iedereen had een hekel aan Edwin.
,Samenvatting
Het boek begint ermee dat hij, Otto het niet kan uitstaan dat hij de bliksem niet kan zien maar wel
horen. Hij schrikt van de knal en niet van de flits. Hij vindt het oneerlijk dat de ziende hem niet
waarschuwen voor die knal.
Zo gaat het boek verder: Otto’ s grote voorbeeld was Harm. Hij was een goede vriend van hem. Hij
had veel meer voorsprong op de andere blinden en daarom leek het alsof hij veel knapper was. Otto
keek in ieder geval tegen hem op. Hij wilde wel op hem lijken. Otto en Harm zaten op het instituut,
dat is een inrichting voor blinden en slechtzienden. Hij zat samen met nog een stel anderen in een
huisje op het Instituut, Walter, Pieter, Michiel, Marc, Tony, Hajo, Stoffel, Eric, Marga. Zij waren
regelmatig het slachtoffer van Harm en Otto. Hellaas was er nog een jongen die bij hen in het huisje
zat. Hij heten Edwin, hij was slecht ziend maar hij zag nog net genoeg om Harm en Otto onderuit te
kunnen trappen.
Op een dag toen Otto naar het zwembad ging hoorde hij dat Tony, een doof stomme jongen boven
op de duikplank stond. Hij mocht niet springen van de badmeester maar hij deed het toch. Omdat hij
niets kon zien sprong hij boven op Michiel, een jongen die alleen blind was. Michiel raakte daardoor
verlamd en kwam in een rolstol. Hij moest naar een ander Instituut omdat er geen plek was voor
rolstoelgangers. Op de school van Otto ging het ook helemaal niet zo leuk. Althans Otto vond het
niet leuk, alleen maar domme dingen doen zoals op xylofoontjes spelen en leren stok lopen en
allemaal dat soort dingen. Als de school was afgelopen ging hij terug naar de vink waar hij zich bezig
hield met zijn Jostikit. Een illegale radiozender. Dat vond hij geweldig, zijn radio heten Radio Puntsik,
hij wist niet hoe hij op die naam was gekomen maar dat maakte hem niet zo veel uit.
Een weekje later had Otto zijn stokloop examen. Hij ging naar Bussum om vervolgens daar in de stad
een rondje door de wijk te gaan lopen met stok en al.
Het begin ging goed maar toen opeens hoorde Otto een gebrom achter zich. Er reed iets achter hem
met een veel hogere snelheid dan hij. Boem…..
Opeens lag Otto in de ziekenboeg van het Instituut, hij was aangereden door een auto. Hij had geen
ernstige verwondingen. Iedereen uit de vink ging naar Otto toe om te vragen hoe het was met hem.
Gelukkig mocht hij na een paar dagen al weer weg. Ze gingen met alle mensen die op het instituut
woonden, dus ook met Sonja, op vakantie. Sonja was zijn vriendin. Dwingelo was de vakantie
bestemming. Helaas had Otto er helemaal geen zin in, zijn vader had hem verteld dat kamperen niet
leuk was omdat je alles zelf moest doen en je er vies van werd. Otto leek het drie keer niets. Toch
ging hij mee.
In Dwingelo was het niet leuk vond Otto, de leiding had hem geprobeerd uit te leggen hoe je een
tent in elkaar moest zetten. Otto snapte er nog steeds niets van. En de wc’s dat zou nog het grootste
probleem worden. Die waren aan de andere kant van de camping. Op de camping speelde ze
handvoetkopbal dat was een spel met een bal waar allemaal belletjes aan zaten die rinkelden als je
hem gooiden. Otto vond dit eigenlijk wel het leukste wat ze hadden gedaan op de camping. Het
wadlopen de volgende dag vond hij ook niks, als je te lang bleef staan zakte je weg. Je moest een
stuk gaan lopen over een soort vochtig nat zand. Otto wilde zo snel mogelijk weg. Toen ze
uiteindelijk weer in het busje zaten op weg naar de camping werd Otto ziek. Hij lag vanaf die tijd de
hele dag in zijn bed. Hij zou de volgende dag terug gebracht worden naar het instituut om daar uit te
, zieken. ‘s Nachts werd hij wakker, hij moest naar de wc om te poepen. Maar toen hij eenmaal buiten
stond wist hij niet waar de wc’s waren. Hij struikelde over allerlei touwen en dacht terug aan zijn
vader, die hem altijd vertelde hoe rottig kamperen wel niet was. Hij moest zo nodig poepen dat hij
na een hele lange tijd dacht; ik doe het gewoon hier nu ter plaatse op de grond.
Toen hij de volgende morgen wakker werd door het geschreeuw van een van de leiding merkte hij
aan de stem van de leiding dat er iets niet goed zat. De kaart die nodig was voor de speurtocht zat
onder de poep. Maar goed dat Otto die dag naar huis ging.
Bij het Instituut aangekomen stond zijn vader al te wachten op hem. Otto dacht dat hij alleen de tijd
door zou brengen, maar zijn vader wilde hem mee naar huis nemen. Hij had een verrassing. Zijn
moeder was van de drank af. Maar toen ze thuis kwamen rook hij de geur van drank. Dit ging zijn
vader te ver. Ze moest naar een afkick centrum. Het waren saaie dagen voor Otto, hij had zelfs geen
Radio Puntsik om achter te zitten en gekke dingen te vertellen.
Een aantal weken later ging Otto naar zijn moeder toe. Ze was niet meer verslaafd aan de drank.
Otto ging weer gewoon naar school, op het instituut.
Hij kreeg te horen dat hij op een ziende school mocht, hij was heel erg blij. Zijn moeder ook. En zijn
vader had een baan in Amerika gevonden. Bij een of andere krant. Iedereen vond het jammer dat
Otto weg ging en Sonja helemaal. Harm deed alsof het hem niets uitmaakte dat Otto weg ging maar
Otto hoorde aan zijn stem dat hij het niet leuk vond. Gelukkig hadden de ouders van Sonja nog een
troost, hij mocht voor de gezelligheid als hij dat wilde mee op vakantie met Sonja. Dat liet Otto zich
geen tweede keer zeggen.
Het boek eindigt ermee dat Otto benzine uit de tank uit de brommer van een van de leiding heeft
geheveld en daarmee het Instituut in de brand steekt, waarom hij dit doet is mij een raadsel
En zo eindigt het verhaal van Otto.
Waardering
Het Instituut is een leuk boek, maar het is ook heel interessant omdat je de gevoelens van een blinde
jongen te zien krijgt. Gelukkig is het verhaal makkelijk te volgen, op het opeens naar een andere dag
gaan, na dan. De meest leuke persoon vond ik Otto, omdat hij allemaal leuke dingen deed en vooral
dacht. Dan kon ik echt om lachen. De minst leuke persoon vond ik Edwin omdat hij allemaal gemene
dingen deed bij inwoners van het huisje.
Ik zou iedereen aanraden het boek te lezen omdat ik er echt om kon lachen, al was het niet alleen
om de domme acties die werden ondernomen, bijvoorbeeld op een brommer rijden. Otto op een
brommer, zo blind als de neten. De gedachte die hij af en toe had waren ook leuk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurvandewetering. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.31. You're not tied to anything after your purchase.