Echografie = ultrasone geluidsgolven worden in korte pulsen uitgezonden. Bij
overgang naar ander medium wordt een deel teruggekaatst en weer opgevangen
door de transducer (bijv: zwangerschapsonderzoek).
• Transducer meet afstand tot voorwerp m.b.v. tijd tussen uitzenden en ontvangen
van geluidspulsen.
MRI = met magnetisch veld in MRI-apparaat richten waterstofkernen evenwijdig aan
veld (mee of tegengesteld).
• Waterstofkern in lage energietoestand (staat met richting van magnetisch veld
mee) kan foton opnemen en overgaan in hogere energietoestand, bij
resonantiefrequentie.
• Waterstofkern in hoge energietoestand (staat tegengesteld gericht aan magnetisch
veld) kan foton uitzenden en teruggaan naar lage energietoestand.
• Gradiëntspoelen = spoelen in MRI-apparaat die plaatselijk het magnetisch veld
veranderen, om te weten uit welk deel van lichaam het foton afkomstig is >
foutenfrequentie wordt daarop ingesteld.
Röntgen foto = röntgenstraling gaat door lichaam en komt op detector terecht, die
registreert hoeveel straling doorgelaten wordt.
• Weefsels met kleine halveringsdikte absorberen röntgenstraling beter,
fotografische plaat (detector) blijft hier onbelicht en dit zie je als wit.
• Strooistraling = röntgenstraling die wordt weerkaatst
CT-scan = driedimensionaal beeld van lichaam wordt gemaakt met röntgenstraling,
waarbij bron om patiënt heen draait.
Scintigrafie = gammastraler wordt toegediend, deze hoopt zich ergens op. Detectie
van de gammastraling levert scintigram op. Ophoping kan oa wijzen op ontsteking of
tumor.
Tracer = radioactieve stof die wordt toegediend, om werking van delen van lichaam
te zien.
⁺
PET-scan = β -straler wordt gebonden aan bepaalde stof en toegediend, deze hoopt
zich ergens op en zendt positronen uit. Positron annihileert met elektron uit weefsel
tot twee gamma-fotonen die in tegengestelde richting bewegen. Door detectie van
⁺
de fotonen kun je positie van β -straler bepalen.
• Annihilatie = reactie tussen positron en elektron.
• Creatie = uit twee fotonen ontstaan een positron en elektron.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pienkortleve. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.