Binnenlandse politiek à China is een keizerrijk geleid door de Qing-dynastie
Chinezen die niet tot dezelfde bevolkingsgroep behoren als de rest van de Chinezen
(de keizerlijke familie = een etnische minderheid; regeert over de meerderheid)
Voor 1842 Chinese keizers absolute macht, werken op lokaal niveau samen met de
mandarijnen (Chinese ambtenaren)
Buitenlandse politiek à sinocentrisme (China is het middelpunt van de wereld,
buitenlanders zijn onbelangrijk; men keek hier op neer)
Economisch à zelfvoorzienende samenleving waarin landbouw belangrijk is en ook
nijverheid en handel = een landbouw stedelijke samenleving
Er is het confucianisme= eigen normen en waarden. Een samenleving gebaseerd op
een hiërarchie. Men moet aan de keizer gehoorzamen.
China in de 19e eeuw:
Koppelen aan het KA modern imperialisme à Europa wilt gebieden veroveren en de
invloed vergroten, dus ook willen ze vreemde gebieden hebben à China komt in het
vizier, als eerst door Groot-Brittannië.
KA overzeese expansie à de Britten hebben interesse in thee en hebben veel nieuwe
gebieden ontdekt
KA Wereldwijde handelscontacten, wereldeconomie à Europa is in contact gekomen
met thee en zijde
Chinezen willen geen wereldwijze handelscontacten en hebben de Britten niet nodig.
Ze mogen alleen komen als ze met zilver betalen à smokkelhandel in Opium
ontstaat.
Einde van de Opiumoorlog: het eerste ongelijke verdrag (verdrag van Nanking 1842)
wordt getekend. China verliest, de keizer moet dit ondertekenen (Hong Kong wordt
Brits en de Britten mochten in vijf havensteden handeldrijven); alleen maar voordelen
voor GB, niet voor China.
Ongelijk verdrag= een verdrag dat gunstig was voor de Westerse landen, maar
ongunstig voor China.
Vooral havensteden moeten opengesteld worden, dit zijn belangrijke
handelsgebieden.
, Economisch nadeel à invoerrechten + uitvoerrechten moeten worden betaald en
gaan naar het westerse land
1. Minder inkomsten door belastingen (deze gaan naar de westerse landen) à
economisch nadeel
2. De macht van de Chinese keizers verdween op dit gebied (westerlingen krijgen
ook politieke macht) à politiek nadeel
Problemen voor de Qing-dynastie:
1. Ongelijke verdragen
2. Grote bevolkingsgroei, maar China moderniseert
Hierdoor ontstaan grote hongersnoden (landbouwmethoden evolueren niet
meer, maar de bevolking groeit)
De bevolking gaat in opstand komen
3. Veel corruptie bij de mandarijnen/ bestuur à gaan zich richten tegen de Qing-
dynastie
Er komen dus protestacties (Nian & Taiping opstanden), maar ook vredigere acties
(de Zelfversterkingsbeweging)
Nian (1851-1868) & Taiping (1850-1864) opstanden à revolutie (nieuwe samenleving
zonder plek voor de keizers en verdeling van grond en gebied zodat iedereen
evenveel krijgt)
- Tegen corruptie, hongersnoden en armoede à politiek geïnspireerd
- De Qing-dynastie worden als vreemden beschouwd omdat het Chinezen uit
het Noorden zijn (aparte groepen) à etnisch geïnspireerd
- Geïnspireerd door het Christendom (tijdens de komst van de Britten en de
Fransen waren missionarissen meegekomen die het volk probeerden te
bekeren tot het Rooms-Katholicisme) à religieus geïnspireerd
Deze opstanden kun je in verband brengen met het socialisme (communisme): er
moest een herverdeling komen van productiemiddelen en de ongelijkheid moest
worden aangepakt.
Einde: beide opstanden worden neergeslagen (de keizerlijke families werkten
hiervoor samen met de Britten en de Fransen in ruil voor het openstellen van
gebieden à ongelijke verdragen)
Het idee van een Zelfversterkingsbeweging ontstaat ook rond deze tijd (als reactie op
de opstanden en door de tijd van de Industriële revolutie). China is te conservatief en
de invloed van het westen is te groot.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottebuijsrogge. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.26. You're not tied to anything after your purchase.