De productiewaarde berekenen via de opbrengstenkant en via de kostenkant
van het productieproces.
De toegevoegde waarde/productiewaarde is de waarde die door de producent wordt
toegevoegd aan de ingekochte grond- en hulpstoffen.
- Toegevoegde waarde = productiewaarde = omzet - inkoopwaarde grond- en
hulpstoffen.
- Toegevoegde waarde = optelsom alle inkomens = optelsom alle inkomens =
loon + rente + huur + pacht + winst
Loon, rente, huur, winst en pacht = kosten die ook bij de productie van een product
horen naast de grondstoffen die worden gebruikt.
Onderscheid maken tussen de verschillende inkomenscatogorieen.
- Primaire inkomens: inkomen verdiend door deelname aan het
productieproces.
Loon, rente, huurt, winst en pacht zijn deze inkomens.
- Overdrachtsinkomens: inkomen zonder deelname aan productieproces.
Uitkeringen die komen uit belasting & sociale premies die over primaire
inkomens worden betaald.
- Secundaire inkomens: besteedbaar inkomen. Primair inkomen na betaling
van inkomstenbelasting en sociale premies.
Primaire inkomen
-inkomenstenbelasting en sociale premies
+sociale uitkeringen en subsidies/toeslagen
—-----------------------------------------------------------
= secundaire inkomen (=besteedbaar inkomen)
De productiewaarde berekenen met behulp van gegevens uit de bedrijfskolom.
Bedrijfskolom: proces van productie, begin bij oerproducent die grondstoffen
fabrikeert tot de detailhandel waarbij het eindproduct wordt verkocht, in de tussentijd
wordt de toegevoegde waarde toegevoegd aan de grondstoffen en maakt het prduct.
Begin: oerproducent met de grondstoffen
Toevoegen van productiefactoren: arbeid, kapitaal, natuur & ondernemerschap
maken van de grondstoffen het uiteindelijke product.
De productie van de overheid via de ambtenarensalarissen berekenen.
Niet-commerciele bedrijven kopen vrijwel geen goederen en diensten op de markt.
á berekening van omzet - kosten van ingekochte goederen en diensten = niet
mogelijk.
Oplossing: loon als beloning voor productiefactor arbeid = toegevoegde waarde =
productie. Dus productie niet- commerciele bedrijven = loon.
, De relatie beschrijven tussen het bruto binnenlands product en de
toegevoegde waarde.
Toegevoegde waarde: loon, rente, huur, winst en pacht (van 1 bedrijf)
Bruto binnenlands product: toegevoegde waarde van alle bedrijven in een land
(commercieel en niet-commercieel bij elkaar opgeteld).
Uitleggen waarom het nationaal inkomen gelijk is aan het bruto binnenlands
product.
BBP = BBI (= bruto binnenlands inkomen = nationaal inkomen)
BBP: alle toegevoegde waarde in een land bij elkaar opgeteld
BBI: alle inkomens (loon, rente, huur, winst en pacht) in een land bij elkaar opgeteld
Het bruto binnenlands product is gelijk aan het binnenlands inkomen. Het
binnenlands inkomen wordt ook wel het nationaal inkomen genoemd, omdat het gaat
over de inkomens in één land.
Het bruto binnenlands product berekenen door de toegevoegde waarden van
bedrijven bij elkaar op te tellen.
BBP = alle toegevoegde waarden (= omzet - inkoop grondstoffen) bij elkaar optellen
- Nominaal inkomen: inkomen gemeten in geld
- Reeel inkomen: koopkracht, hoeveelheid goederen die je van je inkomen kan
kopen afhankelijk van de inflatie
De koopkrachtverandering berekenen.
Percentage van verandering = nieuw / oud × 100% - 100
Indexcijfers: om verandering in koopkracht te berekenen
Indexcijfer = prijs volgend jaar / prijs basisjaar × 100 + 100
RIC = indexcijfer reeel inkomen RIC = NIC / PIC × 100
NIC = indexcijfer nominaal inkomen NIC = RIC × PIC / 100
PIC = prijsindexcijfer PIC = NIC / RIC × 100
Toelichten waarom de omvang van het bruto binnenlands product een
beperkte maatstaf is voor het meten van de welvaart.
Relatieve welvaart tussen landen: d.m.v BBP of BBP per inwoner of reeel BBP per
inwoner.
Nadelen:
- Zegt niks over verdeling van inkomen tussen rijk en arm
- Er wordt alleen maar rekening gehouden met de formele economie, niet met
de informele economie terwijl de productie daarbinnen ook de welvaart
verhoogd
- Negatieve externe effecten: ze verlagen de welvaart wel maar worden niet in
mindering gebracht op de welvaartsmaatstaf
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chavellycorlushia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.