De developmental niche is een theoretisch raamwerk om culturele aanpassing (regulatie) in
de micro-omgeving van het kind te bestuderen. De niche is homeostatisch, dit betekent dat 1
verandering het gehele subsysteem aanpast. Drie subsystemen:
Fysieke en sociale setting
o Het dagelijks leven bevat waarden, opvoedingsdoelen en culturele denkbeelden
Culturele gewoonten, verzorging en opvoeding
o Alle aspecten van ‘setting’ worden hierdoor beïnvloed, ook gedragsstrategie
voor opvoeding.
Psychologie van ouders
o Specifieke overtuigingen en waarden, heeft invloed op ‘setting’ en gewoonten.
Drie uitvloeisels van de developmental niche:
Gesloten systeem
o Drie systemen werken samen, cultuur heeft de meeste invloed. Setting past
zich aan de migrant aan.
Open systeem
o Migrant past zich aan de setting aan.
Wederzijdse aanpassing
o Migrant past zich aan de omgeving aan, maar ook aanpassing vanuit de
omgeving.
o Tussen interne en externe omgeving.
Visie op ontwikkeling:
Psychologie
o Ontwikkeling wordt beïnvloed door de omgeving. Vanaf jaren 70 nieuwe
ontwikkelingen door Bronfenbrenner; cultuur speelt een rol op macroniveau.
Harkness en Super; cultuur van invloed op microniveau.
Antropologie
o Gericht op het werken naar een gesocialiseerde volwassene, heeft geen begrip
voor het ontwikkelingsproces.
Jeugdigen die opgroeien in een eenoudergezin hebben vaker last van fysieke en psychische
klachten door:
Spanningen en conflicten ouders
Zorg kan niet met partner gedeeld worden
Er is sprake van 1 inkomen, vaak een laag inkomen > stress in het gezin
, Armoede is een bedreiging voor de ontwikkeling van kinderen:
Risico sociale uitsluiting
Cognitieve, sociaal-emotionele en fysieke ontwikkeling is minder
Incomplete migratie is dat niet alle gezinsleden verblijven in Nederland. Ook mogelijk dat
een van de ouders (tijdelijk) is teruggekeerd.
Opvoeding van kinderen is intentioneel: bewust van opvoedtaak, sturend en stimulerend naar
kinderen toe en grote nadruk op structuur.
Autoritaire opvoedstijl: regels en gehoorzamen.
o Vaak in collectivistische culturen waarbij de relatie tussen ouder en kind
formeel kan zijn.
o Hoe meer autoritaire opvoeding, hoe meer kans op negatieve kindresultaten.
Autoritatieve opvoedstijl: stimulatie van eigen belang, autonomie en zelfredzaamheid.
o Vaak in individualistische culturen waarbij er een minder groot machtsverschil
is en er meer emotionele ondersteuning is.
Opvoedingsdoelen zijn richtlijnen voor ouders op basis van opvoedoriëntaties- of waarden
van ouders. Van meest naar minst belangrijke opvoedingsdoelen:
Goede schoolprestaties: meest belangrijk bij migranten.
Het hebben van een eigen mening: belangrijk bij autochtone en Antilliaanse ouders.
Religie: bij n-w ouders van belang voor het overdragen op het kind.
Gedragen zoals het hoort: meest belangrijk bij Surinamers.
Rekening houden met anderen: voor n-w minder belangrijk, mogelijk overlap met
religie.
Opvoedingsdoelen veranderen van eerste naar tweede generatie. Migrantenouders voeren een
andere opvoeding door dan hun eigen opvoeding, willen meer betrokkenheid, communicatie
en minder streng zijn voor hun kinderen.
Ouderlijke etnotheorieën zijn opvattingen van ouders over de verzorging, opvoeding en
ontwikkeling van kinderen.
Sterke associatie met cultuur, SES en immigratie-achtergrond.
Opvoedingspraktijken zijn specifieke, doelgerichte gedragingen waarmee ouders hun
plichten uitvoeren.
Familie stress-model > economische druk verhoogt de ouderlijke stress en zorgt voor een
mindere kwaliteit van het ouderschap.
Acculturatie is een proces waarin cognities en gedragingen van individuen kunnen
veranderen door intercultureel contact.
Een graadmeter voor integratie is de relatie tussen migranten en autochtonen. Integratie van
migrantenkinderen is gemakkelijker als zij opgroeien in een gezin met één autochtone ouder
(makkelijk meegaan in het onderwijs). Tegenargument: gemengde relaties zijn minder stabiel,
mogelijk meer scheidingen door verschillen in opvattingen, normen en waarden.
Individualisme is meer eigen belang, autonomie en onafhankelijkheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sharxo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.