De economische sprong van Europa
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme,
confessionalisme en feminisme
De industriële revolutie
= grote verandering in de samenleving waarbij industrie en verkeer steeds meer worden
gemechaniseerd.
Industriële samenleving: samenleving waarin industrie het voornaamste bestaansmiddel is.
Industrialisatie: mechanisering van de arbeid.
Rond 1700 leefden de meeste mensen op het platteland en gingen ze naar de stad om hun
producten te verkopen, de (Britse) economie groeide snel:
- Nieuwe wetenschappelijke kennis, nieuwe gewassen en betere werktuigen → opbrengsten van de
landbouw steeg.
- Meer voedsel, betere ziektebestrijding → bevolkingsgroei → meer vraag naar producten.
- Koloniën in Azië en Amerika produceerden goedkope grondstoffen (textielnijverheid).
Nieuwe apparaten duur en groot → fabrieken → grote oplage van dezelfde kwaliteit → huisspinners
kunnen niet concurreren → huisnijverheid verdwijnt.
Machines op waterkracht → machines op stoomkracht (plekken langs het water raakten bezet)
Gevolgen industrialisatie
- Textielnijverheid, mijnbouw en ijzerindustrie verbeterde (→ fabriekssteden en infrastructuur)
- Fabriekseigenaren klommen op de sociale ladder, trokken politieke macht naar zich toe en sloten
zich aan bij de elite.
- Platteland geen werk → mensen gaan naar de stad → arbeidsklasse (= groep mensen die zelf geen
productiemiddelen bezitten en alleen geld kunnen verdienen door hun arbeid te verkopen).
- Middenklasse groeide, door vraag naar onderwijzers, ambtenaren en boekhouders (prijzen daalden
→ koopkracht steeg).
Overheid ging zelf scholen stichten, was vooral voor de middenklasse. Daarnaast ging de overheid
zich bezig houden met watervoorzieningen en riolering (zo kon het afval worden weggehaald uit de
steden)
Modern kapitalisme
= economisch systeem waarin particuliere ondernemers met behulp van vrije arbeid goederen en
diensten produceren met het doel zo veel mogelijk winst te maken door ze op de vrije markt te
verkopen.
- Mensen hebben de productiemiddelen in eigen bezit en arbeid wordt geleverd door vrije mensen
(geen handel meer, maar investeren in eigen middelen)
Economische liberalisme
= het streven naar een economisch systeem waarbij de staat zich zo min mogelijk bemoeit met de
economie en de ondernemer maximale vrijheid heeft.
- Overheid moet er alleen voor zorgen dat de economie goed kan functioneren.
- Vrije concurrentie zorgt ervoor dat mensen betere producten maken voor een lagere prijs.
- Arbeiders werden minder goed beschermd, welvaart nam toe, maar de leef- en
werkomstandigheden waren juist erg slecht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JamieBo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.