Diabetes
1. Definities en types
Diabetes mellitus is een chronische aandoening (cardiovasculaire aandoening) die wordt
gekenmerkt door chronische hyperglycemie (te hoge bloedsuikerspiegel).
Waarden van diabeet liggen veel hoger dan iemand zonder diabetes
Verschillende types:
Type 1 DM (T1DM) 1 Auto-immuun destructie van Beta-cellen in
pancreas.
Type 2 DM (T2DM) 2 Diabetes die gevolg is van insulineresistentie.
GDM Zwangerschapsdiabetes = tijdelijke vorm TYPE2
Mogelijke misvatting over diabetes:
- Vroeger werd T1DM jeugddiabetes genoemd & T2DM ouderdomsdiabetes.
Vandaag de dag niet langer correct!
Onderscheid tussen T1DM & T2DM heeft te maken met pathofysiologie en niet met
leeftijd!!
- Vroeger had T1DM als syn. IDDM (insuline-dependente diabetes mellitus) & T2DM had
syn. NIDDM (niet-insuline-dependente diabetes mellitus)
Onderscheid tussen beide heeft te maken met pathofysiologie en niet met
behandeling.
- Soms wordt beweerd dat T1DM erfelijk is en T2DM niet NIET CORRECT!!
Beide aandoeningen worden veroorzaakt door complexe interacties tussen tal van
genen (nature) en omgevingsfactoren (nurture).
2. Epidemiologie
Voorkomen diabetes
90% van de patiënten met diabetes lijden aan T2DM
Zwangerschapsdiabetes (GDM) = bijzondere vorm van diabetes die optreedt bij 2à6%
van de zwangere vrouwen meestal in 2de helft zwangerschap.
Risicofactoren
Deze factoren verhogen risico op voorkomen diabetes.
Stijgende incidentie van T2DM valt hoofdzakelijk te verklaren door frequente
voorkomen van OBESITAS. Voor T1DM is het verhaal complexer.
Belangrijke risicofactoren voor T2DM:
o Obesitas
o Ongezonde voeding
o Roken
o Leeftijd (45+)
o Te weinig lichaamsbeweging
o Depressie
o Familiaal voorkomen
o Te hoog/te laag geboortegewicht
3. Casuïstiek
3.1. Casus1: Arne (T1DM) pagina 10 – 11
3.2. Casus2: Martine (T2DM) pagina 12
,4. Pathofysiologie
4.1. Anatomie en fysiologie
4.1.1. Pancreas (= dubbele klier)
Pancreas/alvleesklier ligt in buikholte , met kop in bocht van duodenum en staart
tot aan de milt.
Pancreas klier die zowel een exocriene als endocriene functie heeft:
o EXOCRIEN
= productie benodigde pancreassappen voor spijsvertering.
o ENDOCRIEN
= eilandjes van Langerhans (= geven hormonen af & die regelen het
suikergehalte). Deze bevatten verschillende soorten cellen:
Alfa-cellen
= produceren GLUCAGON.
Dit hormoon doet bloedglucosegehalte stijgen door omzetting
van opgeslagen glycogeen naar glucose.
Beta-cellen
= produceren INSULINE (+ geven af aan bloedbaan).
Dit hormoon doet bloedglucosegehalte dalen. 1 van de
belangrijkste hormonen in ons lichaam.
Delta-cellen
= produceren SOMATOSTATINE.
Dit hormoon regelt voor afgifte van groeihormoon.
Groeihormoon zorgt toegenomen insuline ongevoeligheid,
waardoor makkelijker een hogere bloedglucose concentratie
ontstaat.
4.1.2. Opname van glucose
Insuline wordt vrijgegeven als reactie op een stijgende bloedsuikerspiegel en
signaleert aan de lichaamscellen dat het tijd is om glucose op te nemen.
Belangrijkste regulator voor insuline-productie is ONZE VOEDING!!!
, Bij iedere maaltijd zal pancreas hoeveelheid insuline aan bloed afgeven,
voldoende om bloedglucosespiegel binnen normale grenzen te houden.
4.1.3. Opslaan van reserves
Naast spierweefsel zijn LEVER & VETCELLEN erg insuline-gevoelig komt omdat
ze belangrijke rol spelen in OPSLAAN VAN ENERGIERESERVES.
Glucose dat niet door andere weefsel wordt opgenomen wordt in lever omgezet
in GLYCOGEEN en in vetcellen tot TRIGLYCERIDEN.
!!! Deze reserves kunnen aangesproken worden in tijden van voedseltekort !!!
4.1.4. Schakelsysteem
Ons metabolisme “schakelt” tussen 2 standen “VOEDEN” & “VASTEN”!
VOEDEN VASTEN
Pancreashormoon Insuline (Beta-cellen) Glucagon (alfa-cellen)
Effect Energie verbruiken en Reserves aanspreken
opslaan
Glycogeen (lever) Aanmaak Afbraak tot glucose
Triglyceriden (vetweefsel) Aanmaak Afbraak tot vrije
vetzuren
4.2. Pathofysiologie
4.2.1. T1DM (minderheid heeft type1)
= pancreas maakt
geen insuline meer
aan doordat eigen
afweersysteem
wordt aangevallen
(beta-cellen worden
aangevallen).
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chelseaholvoet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.