100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Verdieping Europees Belastingrecht (RF51) complete samenvatting (9,1 gehaald) $6.15   Add to cart

Summary

Verdieping Europees Belastingrecht (RF51) complete samenvatting (9,1 gehaald)

 49 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Verdieping Europees Belastingrecht (RF51) complete samenvatting inclusief jurisprudentie en schematische overzichtenjur

Preview 3 out of 20  pages

  • June 12, 2022
  • 20
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Verdieping Europees Belastingrecht – samenvatting

Inleiding
Achtergronden

 Doelstelling (3-1 VEU) → Totstandbrenging interne markt
o Interne markt = ruimte zonder binnengrenzen (3-2 VEU en 26-2 VEU)
o Afschaffing van alle belemmeringen, dus ook fiscale

Kenmerken Unierecht

 Hof van Justitie:
o Eigen, nieuwe rechtsorde naast de rechtsorde van de lidstaten.
 Unierecht wordt gekenmerkt door
 Rechtstreekse werking (van Gent/Loos)
 Voorrang op bepalingen van
o Nationale oorsprong
o Internationale oorsprong
→ deze 2 kenmerken wordt betwist in lidstaten met een dualistisch stelsel, NL heeft een
gematigd monistisch stelsel
o Bij dualistische stelsels is er een grondwettelijke bepaling voor nodig om internationale
bepalingen rechtstreeks door te laten werken
o Bij monistische stelsels werkt unierecht daarentegen gewoon door
o In Nederland werkt Unierecht door indien het
 Eenieder verbindt
 Bekend zijn
o Maastricht-Urteil en Lisbon-Urteil arrest
 Duitse parlement had onvoldoende invloed op EU beslissingen bij toetreding van
Duitsland tot verdragen van Maastricht en Lissabon
 Het Duitse constitutionele hof zei dus in de eerste instantie dat zij niet mee
gingen in deze verdragen. Het Europese Parlement zou geen echte democratie
reflecteren.
 Later is dit alsnog goedgekeurd. Het arrest is wel een voorbeeld van 2
soevereiniteit claims die tegenover elkaar komen te staan
 Hierover zijn theorieën gevormd over constitutioneel pluralisme. In de praktijk
wordt deze strijd gewonnen door de sterkere partij.
o Gevolg voorrang: buiten toepassing blijven van de andere regel (blijft dus wel bestaan) +
plicht tot aanpassing of afschaffing
 Unierecht is onder te verdelen in primair en secundair recht
o Primair recht → omvat hoofdzakelijk de oorspronkelijke en wijzigingsverdragen 9VEO en
VWEU)
 Deze verdragen bevatten de doelstellingen van de EU. Vormen de grondslag
voor alle bevoegdheden en bieden het kader waaraan de uitoefening hiervan
wordt getoetst.
 Primaire bronnen van recht zijn bv. Verdragsvrijheden, mededingingsregels etc.
 Sopropé arrest
 HvJ legde Portugese douane op om hoor en wederhoor toe te passen
(recht op eerlijk proces, handvest v/d grondrechten van de EU)
o Secundair recht → vloeit voort uit het primaire unierecht. Ziet op besluiten, maatregelen,
normen die EU instellingen in de loop van de tijd hebben aangenomen

,  Voorbeelden hiervan zijn verordeningen, richtlijnen en verschillende vormen van
soft law.
 Geografische kenmerken reikwijdte EU-recht
o LGO
 Landelijke gebieden overzee
 Deze gebieden vallen onder het bijzonder associatieregime
 Het behoort niet tot de interne markt. Moeten dus voldoen aan alle regels die
gelden ten aanzien van derde land, ondanks dat zij eigenlijk geen derde land
zijn.
 TBG arrest
 Dividenduitkering van NL naar NL Antillen. Deze werd zwaarder belast
vanuit NL om misbruik te voorkomen.
 De vraag werd gesteld of hier naar vrij kapitaalverkeer gekeken kan
worden.
 Als je als lidstaat naar een eigen LGO werkt, kom je niet toe aan het
kapitaalverkeer maar val je onder het LGO besluit. Voorkomen van
misbruik was dus een goede reden voor hogere dividendbelasting onder
het bijzonder associatieregime
 Prunus arrest
 Nu was het naar een LGO van een andere staat, hierop moesten dus de
regels die gelden ter zake van derde landen in aanmerking worden
genomen. Er kon dus alleen een beroep worden gedaan op vrijheid van
kapitaalverkeer
o EER
 Overeenkomst tussen de EU en 3 van de 4 EVA-staten (Noorwegen, IJsland en
Liechtenstein
 Wat je ziet binnen de EER, is dat de EU vrijheden nagenoeg van
overeenkomstige toepassing zijn.
 Wat anders is ten opzichte van de EU is het burgerschap van de Unie.
o Zwitserland
 Zwitserland is de laatste EVA lidstaat.
 Neemt dus geen deel aan EER
 EU heeft veel afzonderlijke bilaterale overeenkomsten met Zwitserland.

Ontstaan belemmeringen door directe belastingen

 Belemmeringen ontstaan door grensoverschrijdende beweging t.a.v. personen, diensten en
kapitaal door:
o Fiscaal minder gunstige behandeling in staat van ontvangst of staat van oorsprong
o Verschillen tussen lidstaat qua subject, object, bronlokalisatie, genietingstijdstip en tarief
o Samenloop van heffingsbeginselen door 2 staten (bijvoorbeeld dubbele heffing door
woonland vs. Bronstaatbeginsel)

Oplossingen

 Kan op 2 manieren:
o ‘+’ integratie (art. 26-1 VwEU)
 Hierbij wordt op EU niveau door lidstaten afgesproken hoe een bepaalde
belemmering wordt opgelost
 Harmoniserend of unificerend karakter
o ‘-/-‘ integratie (art. 26-2 VwEU)
 HvJ schiet te belemmerende regel af. Deze belemmerende regel mag dan
gewoon niet meer

, o Plus integratie ligt met name bij EU Commissie/Raad/Parlement. Min wordt met name
door het HvJ uitgevoerd.
o Het HVJ komt via een beslisschema tot oordelen over EU-vrijheden:




1. Toegang tot vrijheid? → Is er sprake van werknemer/kapitaalbeweging etc.
a. Jurisprudentie laat zien dat hier vrij snel ja op wordt geantwoord
 Allereerst: EU recht is van toepassing indien
o er naar of vanuit een andere lidstaat (I)
o een economische activiteit wordt uitgeofend (II)
o en men daarin wordt belemmerd (III)
 Vroeger waren alle 3 deze elementen nodig om toegang te krijgen tot een verdragsvrijheid.
o Werner-arrest
o Duitse tandarts. Verlegde alleen zijn woonplaats naar NL. Kon in Duitsland geen
aanspraak meer maken op een bepaalde fiscale faciliteit.
o HvJ pastte de 3 criteria voor verdragstoepassing toe
o Stelde dat er in Nederland geen economische activiteit werd uitgeoefend, en er dus geen
toegang was tot het recht van vrije vestiging
 Tegenwoordig worden deze elementen liberaler toegepast: de elementen moeten nog altijd
alle 3 bestaan, maar hoeven niet meer alle drie onderling elkaar op te volgen en samen te
hangen
2. Discriminatie/Belemmering?
a. Voorbeeld voor de heer Werner, werd gediscrimineerd aangezien hij van een bepaalde
regeling geen gebruik kon maken in tegenstelling tot andere Duitsers
3. Rechtvaardiging?
a. Rechtvaardigingsgronden
i. Geschrreven
- Openbare orde
- Openbare veiligheid
- Volksgezondheid
→ art. 45-3, 52-1, 62 en 65-2 VwEU
ii. Ongeschreven grond (sinds Cassis de Dijon)(dwingende reden/noodzaak van
algemeen belang)
- Met een maatregel wordt een doel van algemeen belang nagestreeft

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pavlelat. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.15. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81311 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.15  1x  sold
  • (0)
  Add to cart