Periode voor de industriële revolutie (400 v. chr. - 1900 na chr.)
- Start bij de oude wijsgeren! (Plato, Aristoteles)
- Machiavelli (1469-1527, filosoof, diplomaat en schrijver)
- boek Il Principe (De vorst); inhoud gaat vooral over behouden en uitbreiden van macht
- Adam Smith (1723-1790), grondlegger van de moderne economie
- boek An inquiry into the nature and causes of the wealth of nations; productieve arbeid
de bron van welvaart en door arbeidsverdeling kan de productiviteit sterk worden
verhoogd
Industrial Revolution (17th-19th c)
- machine power for human labor
- large organizations need management
- agriculture, textile manufacturing, power, steam ships
Scientific Management - Taylor (rond 1900)
- Taylor: grondlegger van een meer systematische benadering van bedrijfsvoering.
Hoofdpunten van Scientific Management (Taylorisme) zijn:
- Wetenschappelijke analyse van werkzaamheden en uitvoeren van bewegingsstudies
- Vergaande taakverdeling en training van arbeiders
- Hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders
- Bedrijfsleiders verantwoordelijk voor analyseren van en zoeken naar werkmethoden en
het scheppen van arbeidsvoorwaarden
- Juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie
- Invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere productiekosten
Achtbazenstelsel Taylor:
Aparte functionaris voor de productieafdelingen
- Tijd en kosten
- Werkinstructie
- Bewerkingen
- Werkvoorbereiding en uitgifte
- Onderhoud
- Kwaliteitscontrole
- Technische leiding
- Personeelsbeheer
Verschillende denkbeelden
Frederick Taylor Scientific management (± 1900)
Een bedrijfsleider moet zich niet opstellen als slavendrijver maar een brede te visie hebben op
zijn taak in de organisatie die bestaat uit plannen, coördineren, toezicht uitoefenen en het
controleren van resultaten.( Theorie)
Enkele hoofdpunten:
- Voor industriële ondernemingen
- Een hechte vriendschap leiding/werknemer
- Juiste man, juiste plek
- prestatiebeloning
General Management-theorie - Fayol (rond 1900)
- Fayol zijn bijdrage was nadrukkelijk gericht op de gehele organisatie. Dit in
tegenstelling tot Taylor die zich vooral richtte op de productieafdeling.
- General Management-theorie legt verbanden tussen de managementgebieden en de
managementtaken
1
, Grondbeginselen van management van Fayol
- Verdeling van arbeid.
- Autoriteit.
- Discipline.
- Eenheid van gezag.
- Eenheid van richting.
- Ondergeschiktheid van indviduele belangen aan het algemene belang.
- Vergoeding.
- Centralisatie.
- Hiërarchie.
- Volgorde. (JIT)
- Rechtvaardigheid.
- Stabiele invulling van arbeid.
- Initiatief.
- Teamgeest.
Hij was de eerste in Europa die een samenhangend stelsel van opvattingen ontwikkelde over
de wijze waarop organisaties in hun geheel bestuurd zouden moeten worden.
Door zijn invloed kwam er meer aandacht voor taken van de manager.
Enkele hoofdpunten:
- Theorie van het algemene management
- Bedoeld als onderwijsmodel
- 6 managementgebieden
- Besturing managers gebieden belangrijkst
Bureaucratie - Weber (rond 1920)
Bijdrage van Weber vooral gericht op overheidsorganisaties en grote bedrijven vanuit een
sociologische invalshoek
Kenmerken van een ideale bureaucratie:
- Sterk doorgevoerde taakverdeling
- Hiërarchische bevelstructuur
- Nauwkeurig afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden
- Onpersoonlijke relaties tussen functionarissen
- Werving op basis van bekwaamheden en kennis
- Bevordering en beloning op basis van objectieve criteria en procedures
- Uitvoering van werkzaamheden volgens vaste routineregels
- Gegevens zijn vastgelegd in schriftelijke stukken
- De macht van functionarissen is aan restricties gebonden
Human Relations - Mayo (rond 1945)
Mayo bewees met zijn experimenten dat er naast objectieve factoren ook subjectieve factoren
zijn voor het resultaat.
Subjectieve factoren zijn aandacht, zekerheid, bij de groep horen en waardering.
Sociale vaardigheden zijn dus voor leidinggevenden zeer belangrijk.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SophieInholland. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.