100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Begrippenlijst Kalat, bijbehorend bij tentamenstof BioPsych $3.24   Add to cart

Other

Begrippenlijst Kalat, bijbehorend bij tentamenstof BioPsych

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Begrippenlijst met betekenissen H1 t/m H6. Engelse begrippen met Nederlandse vertaling/betekenis

Preview 2 out of 14  pages

  • June 12, 2022
  • 14
  • 2021/2022
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Concepts of biological psychology

Introduction

Biological psychology (p5) -> De studie van de fysiologische, evolutionaire en
ontwikkelingsmechanismen van gedrag en ervaring.
Dualism (p6) -> Het idee het denken één type substantie is en massa een ander type)
Evolution-like explanation (p7) -> Reconstrueert de evolutionaire geschiedenis van een structuur of
gedrag (bijvoorbeeld: stekels van het stekelvarken zijn doorontwikkelde haren)
Functional explanation (p7) -> Omschrijft ‘waarom’ een structuur of gedrag is geëvolueerd zoals het
dat heeft gedaan. (Wat is de functionele waarde van het evolueren?)
Mind-body of mind-brain problem (p4) -> De vraag over hoe het denken zich verhoudt tot de brein-
activiteit
Monism(p6) -> Het idee dat het universum bestaat uit maar één type organisme
Ontogenetic explanation (p7) -> Omschrijft hoe eens structuur of gedrag ontwikkeld inclusief de
invloeden van genen, voeding, ervaringen en hun interacties.
Physiological explanation (p7) -> Relativeert een gedraging aan de activiteit van de hersenen en
andere organen.

Chapter one
Module 1.1
Active transport(p24) -> Een proces, gemedieerd door proteïnen, dat energie gebruikt om zo
chemicalieën uit het bloed naar het brein te pompen
Afferente axon (p21) -> Een axon die informatie naar een structuur brengt
Astrocyten (p22) -> Verwijden de bloedvaten om zo meer voedingsstoffen naar de hersengebieden te
brengen die verhoogde activiteit laten zien.
Axon (p20) -> Het dunne vezel die impulsen stuurt naar andere neuronen, organen of spieren.
Blood-brain barrier (p23) -> Een mechanisme dat de meeste chemicaliën uit het brein houdt.
Cellichaam (soma) (p20) -> Bevat nucleus, ribosomes, en mitochondria. Het meeste van het
metabolische werk van de neuron gebeurt in het cellichaam.
Dendrites (p20) -> Aftakkingen die dunner worden naarmate ze langer worden. Het oppervlakte
bevat receptoren zodat de dendrieten informatie kunnen ontvangen van andere neuronen.
Dendritic spines (p20) -> Korte uitgroeiingen van de dendrieten zelf om zo het oppervlakte vergroot
voor de synapsen.
Efferente axon (p21) -> Brengt informatie juist weg van een structuur.
Endoplasmic reticulum (p19) -> Een netwerk van dunne tubes dat nieuw gesynthetiseerde proteïnen
transporteert naar andere locaties.
Glia (p21) -> Ook wel neuroglia genoemd, zijn de andere component van het zenwustelsel en bestaat
uit verschillende soorten; de stervormige astrocyten, microglia, oligodendrocyten, radial glia.
Glucose (p25) -> Een voedingsstof, suiker, die als het ware dient als motor van het gehele lichaam.
Het lichaam, neuronen, hersen en andere delen hebben glucose nodig om te functioneren.
Interneuron (p21) -> Wanneer de dendrieten van een cel en axon zijn beperkt binnen één structuur
noem je deze cel een interneuron of intrinsic neuron
Intrinsic neuron (p21) -> Zie ‘ interneuron’
Membrane (p19)-> Het oppervlakte van een cel, die ervoor zorgt dat de binnenkant van de cel
gescheiden word van zijn omgeving.
Microglia (p22) -> Zijn deel van het immuunsysteem en verwijdering virussen en schimmels uit het
brein. Ook verspreiden ze zich na hersenletsel om zo dode of beschadigde neuronen op te ruimen.
Daarnaast dragen ze bij aan ‘leren’ door zwakke synapsen op te ruimen (oligodendrocytes en
Schwann cells)
Mitochondrion (p19) -> Het onderdeel in een cel dat de energie geeft die de cel nodig heeft om zijn
activiteiten uit te voeren.

, Motorneuron (p19) -> Cellichaam bevind zich in het ruggenmerg en ontvangt prikkels uit de
dendrieten en stuurt hierdoor impulsen naar de spieren.
Myelin sheath (p21) -> Een isolerende laag over de axonen
Neurons (p18) -> Deze ontvangen informatie en geven dit door naar andere cellen
Nodes of Ranvier (p21) -> Onderbrekingen in de myelin sheath
Nucleus (p19) -> De structuur die onze chromosomen bevat
Oligodendrocyten (p22) -> ‘zie microglia’ , deze cyten zitten in de hersenen en in het ruggenmerg
Presynaptische terminal (p21) -> De zwelling die zich aan het eind van een aftakking van een neuron
bevind.
Radial glia (p22) -> Begeleiden de migratie van neuronen en hun axonen/dendrieten tijdens
embryonale ontwikkeling.
Ribosomes (p19) -> Dit zijn gebieden in een cel die nieuwe proteïne moleculen synthetiseren.
Schwann cells (p22) -> ‘zie microglia’, deze cellen zitten in het perifere zenuwstelsel en maken
myeline aan om de verbindingen tussen zenuwcellen te beschermen.
Sensory neuron (p19) -> Is gespecialiseerd aan 1 kant om gevoelig te zijn voor een bepaalde stimulus.
Thiamine (p25) -> Andere benaming voor vitamine B, deze is nodig om gebruik te kunnen maken van
de glucose.

Module 1.2
Absolute refractory period (p36) -> De eerste periode van de refractory period. Tijdens deze periode
kan het membrane geen nieuwe actiepotentiaal produceren ongeacht de mate van stimulatie
Action potential (p31) -> Berichten gezonden door axonen
Alles-of-geen wet (p32) -> De amplitude (omvang) en velocity (snelheid) zijn onafhankelijk van de
stimulus die is aangeboden (ervan uitgaande dat de stimulus de threshold van de cel heeft bereikt)
Concentration gradient (p30) -> De distributie van ionen over het membraan
Depolariseren (p31) -> Het verminderen van polarisatie tot het 0 punt.
Electrical gradient (p28) -> Ook bekend als polarisatie. Dit is het verschil in elektrische lading tussen
de binnenkant en de buitenkant van de cel
Graded potential (p36) -> Een potentieel van het membraan dat varieert in magnitude (omvang) in
proportie tot de intensiteit van een stimulus.
Hyperpolarisatie (p31) -> Het negatiever maken van de spanning in een cel, dus de spanning verder
weg brengen van het 0 punt.
Local anesthetic (p33) -> Drugs zoals Novocain, binden zich aan de sodium kanalen van het
membraan en voorkomen daardoor dat sodium ionen de cel binnen kunnen komen.
Local neurons (p36) -> Neuronen zonder axon die alleen informatie uitwisselen met hun
buurmanneuron. Deze volgen dus ook niet de alles-of geen wet omdat ze geen axon hebben en dus
ook geen presynaptic terminal.
Myelin(p35) -> Isolerende laag bestaande uit vetten en proteïnen. Deze laag zorgt voor een snellere
transmissie van boodschappen gegeven door axonen.
Myelinated axons (p35) -> Axonen waar een myeline overheen zit. Deze myeline word kort
onderbroken door de nodes of Ranvier.
Nodes of Ranvier (p35) -> Het actiepotentiaal dat word doorgegeven kan niet zonder sodium, door
de korte onderbrekingen kan het potentiaal bij de nodes sodium opnemen of afgeven en daarvoor in
de plaats Kalium opnemen.
Polarization (p28) -> ‘zie electrical gradient’
Propagation of the action potential (p33) -> Dit beschrijft de transmissie van een actiepotentiaal die
langs een axon reist.
Refractory period (p36) -> De periode waarin een cel weigert om verdere actiepotentialen te
produceren.
Relative refractory period (p36) -> De tweede periode binnen de refractory period. Een sterkere
stimulus dan normaal is nodig om een actiepotentiaal te initiëren. Het hangt af van de sodium
kanalen die dicht zijn en kalium dat sneller dan normaal uit de cel stroomt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SaxionDeventer20212022. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60904 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.24
  • (0)
  Add to cart