Internationale Economische Instellingen (F000784A)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Handige complete samenvatting van het vak Internationale Economische Instellingen, gedoceerd door Prof. Dr. Herman Matthijs binnen de opleiding Bestuurskunde en Publiek Management aan de Universiteit Gent.
Internationale Economische Instellingen (F000784A)
All documents for this subject (8)
1
review
By: thomasdevoldere • 1 year ago
Seller
Follow
thillewaere
Reviews received
Content preview
T.H.– Universiteit Gent
Examen Internationale
Economische Instellingen Examen:
Zeker vraag over ECB, BIS, IIMF, EU, NAVO.
Kortere vragen over de kleinere instellingen
Hoofdstuk I: de geschiedenis
1. Hugo de Groot
Nederlander (16e eeuw), advocaat bij het Hof van Holland. Maakte het natuurrecht deels
los van het goddelijk denken.
Invloed op de vrijheid op zee.
Werd gevraagd om kaping op zee juridisch goed te praten. Ontwikkeling van het idee van
de vrije toegang tot zee met uitzondering van de territoriale wateren.
Hij bepleitte een mondiale economische ruimte inzake handel.
Zee moest vrij worden en er moesten regels komen inzake oorlogsvoering.
Kritiek door de Brit John Selden: de vrijheid der zeeën kon een belemmering zijn voor de
Royal Navy, en dat het niet kon dat Hollandse schepen zouden vissen in Engelse wateren.
Volgens Selden kon de zee evengoed als een deel van een staat worden beschouwd.
1
, T.H.– Universiteit Gent
2. Verdrag van Wenen
Ontstaan van diplomatieke akkoorden tussen staten.
Verdrag van Wenen – 1815
o Onderhandeling tussen Oostenrijk, Pruisen, Rusland en de Britten;
o Doel: Franse overheersing (Napoleon) teniet doen;
o Oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden;
o Willem I werd aangeduid als koning;
Er werd commissie opgericht inzake de vrije doorvaart op de internationale Europese
rivieren;
Deze commissie boog zich over geschillen en legde tolgelden vast. Er werd ook het eerst
gesproken over auteursrechten.
3. Post en telecom
Toenemend internationaal postverkeer;
Amerikaans initiatief (1863) gesprekken voor bilaterale akkoorden om post uit te wisselen.
Ontstaan in 1874 van de Wereldpostunie door Verdrag van Bern.
o Postzegel vertrekkende land volstaat;
o In 1948 werd dit een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties.
4. Na WO II
WO II werd enorme stimulans voor internationale samenwerking.
1941: ondertekening van het Atlantisch Handvest door de VS en VK.
o Pact eveneens ondertekend door andere regeringen.
o Doel: economische samenwerking bevorderen.
1942, Washington: ondertekening van Verklaring van de Verenigde Naties door de
geallieerden.
o Nieuwe opvolger opstarten voor de Volkenbond.
Conferentie van Jalta (Krim)
o Februari 1945;
o VS, VK en USSR;
o Samenwerking na de oorlog in kader van oprichting Verenigde Naties;
o Elk een vetorecht in deze nieuwe instelling.
Hoofdstuk II: de Europese Unie (+begroting)
Ingevolge oprichting EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) in 1951 is de
bevoegdheid over kolen en staal overgegaan naar een supranationaal niveau. In 1957 volgenden
de akkoorden betreffende de EEG (Europese Economische Gemeenschap) en de EGA
(Europese Gemeenschap Atoomenergie).
1. De eigen middelen
Middelen EU vastgelegd in Eigen Middelen Besluit van de Raad.
Vastlegging financiering voor de Unie.
Art. 311 VWEU.
EU moet in evenwicht zijn: unanimiteit.
Laatste EMB dateert van 2020.
o Bepaalt budgettaire middelen voor de EU begroting;
o Gekoppeld aan het nieuwe meerjarig financieel kader (2021-2027).
2
, T.H.– Universiteit Gent
Soorten eigen middelen
Heffing op het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) (70%)
BNI = som van de verdiende en geproduceerde inkomens door burgers in een lidstaat.
Hoger BNI = meer belast dan minder welvarende landen.
Eerste fase: waarde 1% van het BNI.
o Uiteindelijk te betalen BNI afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel
eigen middelen er nodig zijn ter financiering van het begrotingsevenwicht.
o Dekt het verschil tussen alle andere ontvangsten en uitgaven.
2021: 0,847%
o Grote stijging door pandemie.
Lager geraamde douanerechten en terugval btw-inkomsten.
o Vertrek VK als nettobetaler.
o Verminderingen op BNI heffing voor bepaalde landen (NL, DUI, ZW, DK, A).
Traditionele Eigen Middelen (10%)
= heffingen op de douanerechten.
o Taksen geheven aan buitengrenzen EU.
Nationale douanediensten heffen een gemeenschappelijk tarief.
o Doel: economie en productie in EU beschermen tegen goedkope producten vanuit
derde landen.
Lidstaten mogen in nieuwe EMB 25% ipv 20% van deze opbrengsten houden als
inningskost. Het overige bedrag (75%) wordt overgemaakt aan de Unie.
Suikerheffingen werden in 2017 afgeschaft.
Duitsland betaalt het meeste douanerechten. België en Nederland samen hebben een
groter aandeel dan Duitsland omwille van belang van zee- en cargohavens.
BTW (10%)
Bijdrage van de lidstaten aan de Europese begroting.
0.3% van de nationale opbrengst wordt doorgestort aan de EU.
Nationale bijdrage op gewicht van niet-gerecycleerd kunststof verpakkingsafval
(4%)
Afdracht van 0,8 eurocent per Kg.
In België zijn de Gewesten bevoegd voor plasticafval, maar: samenwerkingsakkoord.
Eigen inkomsten (6%)
Bijvoorbeeld taksen op lonen van Eurocraten, opgelegde boeten door Commissie,
pensioenbijdragen ambtenaren, …)
Nieuwe taksen? Digitaks, CO²-emissiehandelsysteem, taks op invoer vervuilende producten
uit niet-EU landen, nieuwe winstbelasting voor multinationals, …deze voorstellen van de
EUCOM moeten wel unaniem aanvaard worden door de lidstaten. Prioritair argument: nood
aan middelen om de covid-leningen terug te betalen.
Totaal budget 2021 = 170,5 miljard euro
o Totale afdracht België = 6,9 miljard euro (+- 4%)
Nieuwste EU-landen zijn geen budgettaire meerwaarde!
o Uitbreiding van EU in 21e eeuw met 13 nieuwe landen is geen succes, ze dragen
samen nog geen 10% bij!
COVID gelden (Nextgeneration EU)
Europese Covid-middelen = Nextgeneration EU-plan.
o Europees financieringssysteem met tijdelijk karakter.
o Pakket opgenomen in EMB, Commissie leent dit bedrag op de kapitaalmarkt.
o Volledige bedrag dient terugbetaald te worden in periode 2026-2058.
Beleidspunten
3
, T.H.– Universiteit Gent
o Digitale transformatie;
o Duurzame energie;
o Biodiversiteit;
o Economische cohesie;
o Hervorming arbeidsmarkt;
o Onderwijs.
2 delen
o Pakket aan leningen voor lidstaten;
LS mogen beroep doen voor max. 6,8% van hun BNI.
Velen zullen dit niet doen omdat ze zelf goedkoper kunnen lenen.
o Bedrag aan grants, moeten niet terugbetaald worden.
Totaalbedrag van 806,9 miljard euro.
o RRF (Recovery and Resilience facility) = 723 miljard euro
o REACT-EU
o Horizon-EU
o Invest-EU
o Plattelandsontwikkeling
o Fonds voor rechtvaardige transitie
o RescEU
België: 5,9 miljard euro
o Betaling aan EU-begroting: 6,9 miljard euro;
o Eenmalig 5,9 miljard euro ontvangen;
o = B betaalt in één jaar meer aan de EU, dan men er COVID middelen van
terugkrijgt.
2. De uitgaven
Budgettaire deficits zijn niet toegestaan als gevolg van de verdragen. EU algemene
begroting mag dus niet meer uitgeven dan het ontvangt!
Onderverdeling in 7 rubrieken, belangrijkste (samen meer dan 70%):
o Rubriek 2 = economisch-sociale en territoriale samenhang (35%) =
structuurfondsen
Stimulering economische groei, werkgelegenheid, covid-middelen,
onderwijs.
o Rubriek 3 = duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen (33%)
Productiviteit in landbouw (technologie), gegarandeerd inkomen
landbouwers, inzet voor milieu en klimaat.
3. Betalend of ontvangend land
11 landen met een statuur van betaler.
o Men draagt meer bij aan de EU begroting dan men ervan terugkrijgt.
o Bv. Duitsland, VK, Frankrijk, Nederland, Spanje, Italië, Scandinavische landen,
Spanje en Ierland.
Anderen zijn verdieners.
o België (2,6 miljard euro) en Luxemburg zijn een verdiener omwille van het feit dat
een groot deel van de Europese Instellingen gevestigd zijn in Brussel.
4. Brexit problematiek
VK is een netto-betaler aan de Unie.
Afspraken gemaakt op basis van terugtredingsverdrag.
Veel heronderhandeling dringt zich op omwille van onduidelijkheid akkoord.
De facto gaat het om een bilateraal akkoord, vergelijkbaar met Zwitserse situatie.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thillewaere. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.20. You're not tied to anything after your purchase.