Samenvatting toegepaste plantkunde bio-ingenieur KUL
- wieren & algen
- bryophyten
- tracheophyten
- reproductie en zaadontwikkeling
- fungi & schimmels
- plantvormen en voorkomen
- transport in planten
- plantenvoeding
- detectiesystemen in planten
- regeling van de plantreproductie
Eukaryoten zijn onderverdeeld in 6 supergroepen. Elke groep bevat protisten (organismen die
niet behoren tot de planten, dieren, schimmels en bacteriën) deze kunnen autotroof (fotosynthese,
chloroplasten verkregen dmv endosymbiose) of heterotroof zijn. Ze leven vaak in water.
Pigmenten in chloroplasten gaan bij de fotosynthese de lichtenergie capteren en doorgeven.
- Chlorofyl a: komt voor in alle organismen die aan fotosynthese doen (rood absorberen)
- Chlorofyl b: planten, groenwieren, euglenophyta (geel-oranje absorberen)
- Chlorofyl c: dinoflagellaten, diatomeeën en bruinwieren
- Carotenoïden: carotenen + xanthofyl (blauw-groen absorberen)
- Pycobilin: roodwieren (blauw-oranje absorberen)
Cellulose = glucosepolymeren (afwisseling van bèta (=naar boven) en alpha (=naar beneden))
1.1 Wieren/Algen
= alle eukaryotische organismen die aan fotosynthese doen en die geen landplanten zijn
- leven in water (zoet of zout): bescherming tegen UV, stabiele temperatuur, nodig voor
vermenigvuldiging, steunfunctie
- vrijlevend of vastgehecht
- belangrijk voor ecologisch systeem: vormen zuurstof (fotosynthese), voedsel voor andere
organismen, verwerken veel mineralen (=gevaar op eutrofiëring)
- geen vaatbundels
- nemen veel afvalstoffen op (worden dus snel radioactief)
Jill Devos 2017-2018 !1
, EUGLENOPHYTA DINOPHYTA CHRYSOPHYTA
(Euglenoïden) (Dinoflagellaten) (Diatomeeën of
kiezelwieren)
type celwand geen echte celwand celwand met cellulose- celwand met inkepingen
semi-rigide huid = pellicel platen = theca = frustula
(>eiwitten) (>siliciumoxide)
metabolisme en opslag van suikers in zetmeel reserversuiker =
opslagproducten paramylon olie en vetten chrysolaminarin
(=glucosepolymeer)
type chlorofyl en chlorofyll a en b chlorofyll a en c chlorofyll a en c
andere carotenoïden carotenen carotenen
pigmenten xanthofyllen xanthofyllen
flagel? 1 2
reproductie? aseksueel via mitose aseksueel aseksueel -> wanneer de
dochtercellen te klein
worden schakelen ze
over naar seksuele
reproductie
extra meestal in zoet water fotosynthetische grootste deel van
zeeprotisten in het fytoplankton
veroorzaakt mee algenbloei fytoplankton
doen aan kolonievorming
bioluminescentie = MAAR blijven unicellulair
oplichten bij bepaalde
omstandigheden doosvormige opbouw
(bestaande uit 2 theca)
1.1.1 Euglenophyta of Euglenoïden
Typevoorbeeld: Euglena
Heeft een lichtsensor (stigma), een contractiele vacuole en een reservoir.
1.1.2 Dinophyta of Dinoflagellaten
Dinophyta veroorzaken red tides (vaak na een storm, warm weer en vervuiling). Sommige zijn
toxisch: productie van neurotoxine, een stof die het zenuwstelsel aantast = vissterfte
VB: Zeevonk licht op dmv bioluminescentie
1.1.3 Chrysophyta of Diatomeeën
Doosvormige opbouw bestaande uit 2 theca = epitheca + hypotheca
- belangrijkste voedselbron van mariene organismen
- forensisch onderzoek
- bioteelt
- vulmiddel (tandpasta, wasproducten, …)
- isolatie in branddeuren
- stabilisator van springstoffen
- helpt bij olievorming (fossiele brandstoffen)
- gevoelig aan omgevingsveranderingen
type celwand cellulose celwand bestaande uit dunne rigide celwand
cellulose en een slijmlaag bestaande uit cellulose
uit agar
metabolisme en laminarin (polysacharide) floridean zetmeel zetmeel wordt opgeslaan
opslagproducten en mannitol (suikeralohol) in plastiden
type chlorofyl en chorofyl a en c chlorofyl a THYLAKOÏDEN
andere fucoxanthin (bruin pigment, phycobilin chlorofyl a en b
pigmenten carotenoïde) carotenoïden
flagel? een of meerdere flagellen
(voor de unicellulairen)
reproductie? seksuele reproductie sexueel aseksueel via
fragmentatie, mitose of
via sporen die zich sporenvorming
verspreiden in het zeewater
met de stromingen seksueel
extra zoutwaterwieren meestal in zout water hebben een
= zeewier of kelp tropische, warme regio’s eukaryotische kern met
poriën
hebben een niet-
gedifferentieerd bladachtig
deel (thallus)
MULTICELLULAIR
1.1.4 Phaeophyta of Bruinwieren
Typevoorbeeld: Blaaswier of Fucus
- bezit luchtblaasjes zodat het drijft op water
- Y-vormige bladeren
- diplonte cyclus (gametische meiose: sporofyt (2n) en gametofyten (n))
- magnesium, broom, ijzer, eiwit, algin, mannitol, …
- @Japan: belangrijk onderdeel van de voeding
- Noordzee
Typevoorbeeld: Knotswier
- platte stengels met op regelmatige afstand grote drijfblazen
- kleine blaasjes met slijmerige inhoud (bevat voortplantingsorganen = receptacula)
- kleur van receptacula bepaalt geslacht: oranje = mannelijk, groen = vrouwelijk
- goed bestand tegen uitdroging en hoge temperaturen
- Noordzee en Atlantische kusten
Typevoorbeeld: Laminaria sp.
- diepe warme zeewateren
- lange lederachtige lamina
- diplohaplonte cyclus (sporische meiose: sporofyt (2n) en gametofyten (n))
- alginaten, iodine en mannitol
- @China
Jill Devos 2017-2018 !3
, Typevoorbeeld: Riemwier
- voetje dat vasthangt aan schelp = eigenlijke wier
- slierten = voortplantingsorganen
- Normandië, Bretagne, Zuid-Engeland
1.1.5 Rhodophyta of Roodwieren
Roodwieren kunnen in diepe wateren overleven omdat hun absorptiespectrum (blauw-groen licht)
hun dit toelaat.
Koraalalgen scheiden calciumcarbonaat af -> belangrijke bijdrage aan vorming en stabilisatie
van koraalriffen
Typevoorbeeld: Koraalwier of Corallina officinalis L.
- rotsige kusten
- klein
- calciumcarbonaat in celwand
Typervoorbeeld: Purperwier of Porphyra umbilicalis of Nori
- sushiblaadjes
- thallus plat
- kusten van Japan
Typevoorbeeld: Iers mos of Chrondus crispus
- geen mos wel wier
- thallus bestaat uit carrageen = dikkingsmiddel (vergelijkbaar met agar)
- gebruikt om bier te klaren
- groeit op rotsachtige kusten
Typevoorbeeld: Dulse of Palmaria palmata
- belangrijke bron van voedingsvezels in Ijsland
- handachtige vorm, platte bladeren
- bevat veel mineralen, vitamines en proteïnes
- Noordelijke kusten van Atlantische en Stille Oceaan
1.1.6 Groenwieren
ASEKSUELE REPRODUCTIE
Fragmentatie: thallus breekt af en groeit verder
Sporenvorming: sporen ontstaan uit vegetatieve cellen = uit sporangia
Mitose: moeder -> dochtercel
SEKSUELE REPRODUCTIE
Eicellen ontstaan uit oögonium en beweegbare spermacellen uit antheridium
Jill Devos 2017-2018 !4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jilldevos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.66. You're not tied to anything after your purchase.