100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Collegeaantekeningen Wetenschapsfilosofie $3.80   Add to cart

Class notes

Collegeaantekeningen Wetenschapsfilosofie

 21 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Complete, uitgebreide en overzichtelijke aantekeningen van alle colleges van wetenschapsfilosofie, gegeven in het derde jaar van de bachelor Pedagogische Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Geschreven in collegejaar 2021/2022.

Preview 4 out of 34  pages

  • June 12, 2022
  • 34
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Rink hoekstra & lourens van haaften
  • All classes
avatar-seller
Aantekeningen Wetenschapsfilosofie

Hoorcollege 1: Wat is wetenschap en wat is wetenschapsfilosofie?
Vandaag
 Praktische informatie over de cursus
 Inleiding in de wetenschapsfilosofische thema’s en dilemma’s
 Demarcatie
o Het probleem van demarcatie
o Historisch perspectief

Praktische informatie en cursusoverzicht
 Weekvragen, mag in groepjes van maximaal 5
o Denken over de stof actief maken
o Essayvragen, definitievragen, actief reproduceren en toepassen van kennis
o Geen beoordeling, maar wel uploaden op nestor
 Open-boek tentamen op 15 juni  dus boek kopen of printen
 Groepsopdracht (essay) inleveren op 20 juni

Inleiding in wetenschapsfilosofische thema’s en dilemma’s
 Wetenschap basis van samenleving, evidence-based werken
o Kan leiden tot verandering van inzichten, maar er blijft ook altijd onzekerheid
 Wetenschap heel veranderlijk, kennis altijd in beweging
 Laatste jaren veel kritiek op wetenschap, ‘waarheid’ bestaat niet meer als vast gegeven
o Postmodernisme, poststructuralisme
o Wetenschap als instituut onder druk in de samenleving
o Hoe dan om te gaan met wetenschappelijke kennis?
 Meer weten over totstandkoming van wetenschappelijk kennis, wat voor
(logische) aannames er achter schuil gaan
 Wetenschap rechtstreeks implementeren is te kort door de bocht, altijd afwegen

2 dilemma’s en 4 thema’s centraal
 De dilemma’s komen altijd weer terug, zijn soort fundamentele problemen waar denkers op
verschillende manieren mee om gaan
 Elke week een ander thema of dilemma centraal, maar ook samenhang

Overzicht
 Week 1 Demarcatie
o In onderzoek gestreefd naar objectiviteit en neutraliteit, maar onderzoeksvragen zijn
altijd ingebed in een bepaalde (sociale) context
 Week 2 Objectiviteit en subjectiviteit
o Posities in het debat, manieren om neutraliteit te waarborgen
o Kritische theorieën die wetenschappelijke kennis beschouwen binnen machtsrelaties
 Week 3 Naturalisme versus interpretativisme
o Naturalisme: alle ontwikkelingen zijn te reduceren tot fysische en biologische processen,
mens als biologisch wezen. Wetenschap is gericht op ontdekken van regelmatigheden en
waarheden in natuurwetenschappen, maar pedagogiek is een menswetenschap en een
mens is dus niet alleen een object van kennis (natuurkunde etc.) maar ook een subject
van kennis (kennend wezen, met bewustzijn en eigen percepties, een eigen wil,
interpretatie heeft van de werkelijkheid). In hoeverre moet je de subjectieve dimensie bij
mensen een plek geven in je onderzoek?
 Week 4 Het belang van replicatie
o Op basis van één studie kun je niet veel zeggen en concluderen, hiervoor moet je
onderzoek repliceren
o Welke manieren van replicatie zijn er, hoe doe je dit, in hoeverre is dit wenselijk?

, o Replicatiecrisis: als je onderzoek nog een keer doet, blijkt het niet repliceerbaar (niet
dezelfde resulaten)
 Week 5 Agency en sociale structuren
o Wetenschappelijk onderzoek is gericht op wetmatigheden ontdekken, in interpretatieve
wereld zijn er normen en waarden die ons gedrag sturen  op te vatten als een structuur
o Hoe kan een structuur bestaan zonder agent? Die zijn met elkaar verbonden, zijn
wederkerig
 Week 6 Holisme
o Methodologisch individualisme
o Neiging in (naturalistische) wetenschap om steeds dieper te
verklaren, elk fenomeen is opgebouwd uit deeltjes – maar sommige
fenomenen zijn moeilijk op deze manier te begrijpen: bijvoorbeeld
de zwerm vogels, het is geen gevolg van individuele keuzes van
vogels maar is een holistisch fenomeen
o Ander voorbeeld: water – de eigenschappen van water zitten niet in de watermoleculen,
maar in de relatie tussen die moleculen  bij mensen werkt het misschien ook zo, want
mensen zijn in een groep heel anders (dynamiek) dan als individu
 Week 7 Finale discussie
o Samenhang van de thema’s

Gastsprekers
 6 mei Alexander Minnaert (objectiviteit)
 11 mei Laura Batstra (naturalisme)
 27 mei Brenda Bartelink (agency)
 3 juni Stefan Schleim (reductionisme)

Het probleem van demarcatie
Real time ‘word cloud’
 Schrijf in enkele kernwoorden op wat in jouw ogen de kenmerken zijn van goed wetenschappelijk
onderzoek.
 Voer in op: https://livecloud.online/join/....
 Objectief, repliceerbaar, grote/representatieve steekproef, peer review, transparant, empirisch
onderzoek

Pseudowetenschap versus wetenschap
 Hoe onderscheiden we zin van onzin?
o Grens is niet altijd zo hard
o Demarcatiediscussie
 Kwaliteit argumenten
o Menselijke beperkingen
o Mensen proberen rationeel te zijn, maar hier zijn we niet zo goed in

Praktijk
 Heel veel mogelijke onderzoeksvragen
o Bv: werkt homeopathie eigenlijk wel? Kunnen we een random event boven kans
voorspellen? Is een verdachte schuldig? Zijn A’s gemiddeld beter in X dan B’s? Werkt
medicijn Y tegen ziekte Z? Kan Uri Geller met z’n geest lepels buigen? Hoe oud is de aarde?
etc.
 Ook velen die menen antwoorden op de vragen te hebben.
 Vraag: hoe goed zijn de antwoorden? Kloppen die wel? Wat geloven we wel, en wat niet? En
waarom?
o Scheiden van zin en onzin, kan soms door elkaar gaan lopen (bv. in opvattingen over
corona-aanpak)  onderscheid tussen goede en slechte antwoorden

,Nodig: oordeel over goede en slechte antwoorden
 Hier: scheiding nodig tussen wetenschap en pseudowetenschap




 Demarcatieprobleem




Scheiding
 Hoe kunnen we een scheiding maken?
 Is deze (strikte) scheiding uberhaupt te maken?
o Zo ja: hoe?
o Zo nee: wat betekent dat?
 Dan maar alles aannemen, of juist niks?

Waar op te letten bij scheiding?
1. Empirische kwaliteit
o Is het onderzoek goed opgezet?
o Zijn de analyses goed uitgevoerd?
o Zijn de proefpersonen een goede afspiegeling van de populatie?
o Etc.
 NB: hiervoor relatief veel aandacht in de studie!
 “good science vs bad science”
 Niet per se onderscheid tussen wetenschap en pseudowetenschap, maar
tussen goede en minder goede wetenschap
 Er is best veel ‘bad science’, te voorbarige, stellige uitspraken die niet
per se gerechtvaardigd zijn
o Vaak gebruikte definitie van pseudowetenschap:
 Non-science posing as science: niet wetenschap die zich voordoet als wetenschap
 Hoe herken je het dan?
o Voldoet niet helemaal: wetenschappelijke fraude zou dan ook aan deze definitie voldoen
 Bedachte data is ook geen wetenschap, maar dit is niet wat we bedoelen met
pseudowetenschap
o Vaak: in overeenstemming met geldende theorieën
o Pseudowetenschap vaak én niet-wetenschappelijk, én afwijkend qua theorie
 Voldoet niet aan eisen die aan wetenschap gesteld worden en komt ook uit op
andere antwoorden
 Gefraudeerd onderzoek is vaak heel mainstream, volgens de geldende theorieën
terwijl pseudowetenschap hier juist tegenin gaat (bv. homeopathie)

, o Vaak nog toegevoegd (naast Non-science posing as science)
o its major proponents try to create the impression that it is scientific.
o of
o it is part of a doctrine whose major proponents try to create the impression that it
represents the most reliable knowledge on its subject matter.
2. Logische kwaliteit
o Is dit een logische gevolgtrekking gegeven de data?
o Wat is de kwaliteit van de argumentatie?
 Is de onderbouwing stevig genoeg?
o Anders gezegd: is het een argument of een smoes?
o NB: vaak impliciet aangenomen dat mensen dit goed kunnen beoordelen. Dit is echter de
vraag

Voorbeeld 1
 Onderzoek: werkt parapsychologie?
o Aan de randen van psychologie, bv. voorspellen van random events door eerst bepaalde
afbeeldingen te zien  kunnen we niet verklaren maar werkt misschien wel
o Draait niet alleen om de waarnemingen, maar ook om de achterliggende mechanismen en
dat daar geen bewijs voor gevonden is
o Gebrek aan falsificeerbaarheid
 Bevinding: relatief weinig ondersteuning gevonden
 Verklaring parapsychologen:
 Nieuwe theorie: “decline effect”
o Naarmate iemand beter getest wordt wordt de kracht van het fenomeen minder
 Dit is een probleem
 Als we falsificeerbaarheid als eis stellen bij wetenschappelijke kennis, dan kan je
parapsychologische fenomenen niet bewijzen: want ze proberen onzichtbaar te
blijven, dus kun je het nooit falsificeren
 Als je het vindt, dan heb je gelijk want het is er
 Als je het niet vindt, heb je gelijk want het probeert onzichtbaar te
blijven
 Falsificeren is daarom niet mogelijk
o [parapsychological] phenomena are “actively evasive” (Beloff 1994, p. 7)
 Het is vaak mogelijk om een theorie te bedenken om zaken te verklaren (bv.
onzichtbare kabouters die appels van bomen duwen), maar kan dan ook als
smoes gebruikt worden

Voorbeeld 2
 Uri Geller:
o Bewering: “ik kan lepels buigen met mentale kracht”
o Vraag: Kan hij dat echt, of is er een andere verklaring?
o Wat voor argumenten gebruikt hij als het niet lukt?
 “Presentator is wantrouwig”
 “Verbaasd over gebrek aan vragen”
 “Ik heb tijd nodig”
 “Ik voel me niet sterk”
 “Ik voel me onder druk gezet”
 “Je vertelt me: doe dit, doe dat”
 Hoe overtuigend zijn zijn argumenten? En: Is hiermee bewezen dat hij geen mentale krachten
heeft?
o Manier waarop naar wetenschap wordt gekeken is dat er een kritieke test nodig is om
vast te stellen of een theorie wel of niet waar is

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lidewijzilverberg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.80  4x  sold
  • (0)
  Add to cart