PR 3: SVEN VAN GEEL
HOORCOLLEGE 1: HERHALING EVIDENCE-BASED PRACTICE EN GEBRUIK VAN MESH
TERMEN + BASISBEGRIPPEN
HERHALING PR 1
Ergotherapie bestaat uit 2 referentiekaders
- Empirisch analytisch gebaseerd op de feiten die voordoen, deze worden
geanalyseerd en hiermee wordt aan de slag gegaan
- Interpretatief kwalitatief onderzoek waar we gaan vragen aan mensen wat het
betekent om bv een bepaalde ziekte te hebben
Evidence based practice bestaat uit 3 onderdelen:
- Eigen kennis en ervaringen/voorkeuren die je gaat inzetten tijdens de therapieën
- Literatuur, hiernaar teruggrijpen
- Waarden en voorkeuren van de cliënt, want als die eigenlijk bepaalde interventies niet zie zitten, moet
je hier rekening mee houden (je kan proberen de persoon te overtuigen, maar hier heb je best
wetenschappelijke interventies voor nodig)
Bekomen tot klinische beslissing dit voorleggen aan cliënt (= EBP/EIP)
Evidence based practice = EBP
Evidence informed practice = EIP
Op zoek naar een antwoord…
- … op welke vraag?
- Klinische vraag: diagnostiek, effect van interventies, prognostiek
- Omzetten naar een beantwoordbare vraag adhv PICO-regel
- Puur diagnostische vraag
- Prognostische vraag = hoe groot is de kans dat je beter wordt als je deze interventie volgt?
PICO-REGEL (HEEL BELANGRIJK)
P = patiënt of probleem (wat)
I = interventie (wat?) – test – blootstelling risicofactor
C = co-interventie (wat ook?) – gouden standaard – geen blootstelling – niet altijd aanwezig
O = outcome of resultaat (antwoord op de vraag waarom, effect waarop?) – kwaliteit v/d test – optreden ziekte
na blootstelling
Snuffelen (browsing) = oriëntatie (bv. basiskennis, wikipedia, handboeken, overzichtsartikel), is goed als je nog
niet veel weet over het onderzoek
Sneeuwbalmethode = 1 goede publicatie (uitgangspunt), via literatuurlijst, ga je kijken in de bibliografie v/e
heel goed artikel zodat je meerdere artikels kan raadplegen
Systematische literatuuronderzoek = trefwoorden, moeten wij doen binnen dit vak, door PICO onderzoek gaan
zoeken
WAAR ZOEKEN?
- Pubmed
- Trip database
INTRODUCTIE
WETENSCHAP
- Wil de realiteit kennen, maar het realisme (zoals de werkelijkheid echt is) kan verschillen tussen
mensen, daarom zijn er heel veel verschillende benaderingen vanuit de wetenschap
o Realisme – hypothetisch realisme – constructieonisme
o Pure realisme = je zegt wat je ziet
o Constructionisme = komt voor uit filosofie, de realiteit die in de werkelijkheid is, kan je niet
beschrijven want iedereen heeft een andere realiteit (werkelijkheid is de constructie van een
bepaalde persoon)
o Waarheid ligt meestal in het midden hypothetisch realisme (beetje van het een en een
beetje van het andere, het is een samenstelling van de andere twee)
- Realiteit is dus
o Complex
o Dynamisch (veranderd vaak)
o Uniek (bestaat uit 1 manier)
o Obscuur (jouw interpretatie is niet de mijne)
- We moeten denken in concepten. Wetenschap gaat de complexiteit v/d realiteit proberen te zetten in
concepten
CONCEPTEN
Concepten = georganiseerde zaken (hoeveelheid informatie over bepaalde realiteit)
Construct = een overkoepeling van verschillende concepten
Concepten en constructen liggen heel dicht bij elkaar (in wetenschap vaak hetzelfde)
, Conceptueel systeem = concepten met elkaar verbinden
- Student + examen + feestje = de studenten gaan na het examen stevig feesten
- Zijn analoog aan mentale mappen, helpen ons met de complexiteit v/h dagelijks leven te vatten
- Kunnen adhv verschillende manieren opgeslagen worden
o Mentaal narratief = verhaalvoorstellingen
o Numerieke voorstelling = getallen
o Beelden
WETENSCHAP PUNTJE 2
- Speciaal construct = variabele (= eigenschap, iets dat varieert, is een bepaald construct)
- Soorten variabelen in onderzoek
o Afhankelijk – onafhankelijk
o Moderator – mediator
- Meetniveaus zie Annick
Vooral geïnteresseerd in de realiteit (als onderzoeker), hoe beleefd iemand iets, wat is het resultaat v/e
bepaald onderzoek, wat is de oorzaak v/e bepaald iets en wat zijn de gevolgen v/e bepaalde ziekte.
Correlatie = verbanden tussen verschillende gegevens
WAT DE WETENSCHAP WIL
- Relatie kennen
- Oorzaak-gevolg relatie kennen
- Veronderstelde oorzaak = onafhankelijke variabele oorzaak van iets
- Verondersteld gevolg/effect = afhankelijke variabele effect/gevolg van iets
- De onafhankelijke variabele wordt verondersteld een effect te hebben op de afhankelijke variabele
VARIABELE
Op examen zeker een oefening waarbij je moet zoeken wat de afhankelijke en wat de onafhankelijke variabele
is.
VERSCHIL MEDIATOR EN MODERATOR
Mediator = verklaart relatie tussen onafhankelijke en afhankelijke variabele hoe en waarom is er een relatie
Moderator = gaat over de sterkte v/d relatie tussen onafhankelijke en afhankelijke variabele wanneer zal
relatie standhouden
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julievancalster. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.