Stofwisseling les 3 vertering
Waarom eten we?
Energie: calorieën, opslag, warmte
Biosynthese: koolstofskelet, bouwstoffen verkrijgen
We volgen koolstofatomen die we zo opnemen, kunnen we gebruiken om
nieuwe moleculen te maken. We kunnen niet alles zelf make. Sommige
voedingsstoffen moeten we opnemen uit ons dieet; essentiële
voedingsstoffen zoals aminozuren, vitamines en mineralen. Deze moet je
echt in je dieet hebben om er genoeg van in je lichaam te hebben. we eten
koolhydraten, vetten; lipiden, eiwitten en nucleïnezuren; DNA en RNA.
Spijsvertering:
We nemen organische moleculen op (moleculen waar koolstof en
waterstof in zitten) en gaan dat proberen te verteren. Met de
bouwstenen/voedingsstoffen die we daaruit krijgen doen we 2 dingen mee:
Biosynthese: het maken van nieuwe moleculen.
Energie verkrijgen
Bij het verteren van voedingsstoffen, bij de cellulaire ademhalingen, bij het
proces van het maken van ATP’s, bij het maken van nieuwe moleculen
verliezen we heel veel energie in de vorm van warmte. Dit is niet altijd
efficiënt, we raken veel energie kwijt in de vorm van warmte.
Verteringsreacties bijv. het verbreken van sucrose in glucose en fructose.
Dit doen we (enzymatische hydrolyse van macromoleculen) omdat
macromoleculen te groot zijn om de darmwand te passeren. Want we
moeten de voedingsstoffen in ons lichaam krijgen (van de darm richting
het bloed). De macromoleculen passen niet door het celmembraan.
Hiervoor gebruiken we enzymen die de moleculen hydroliseren, daarbij
worden ze klein genoeg om toch door de membraan heen te gaan.
Het hele proces van de spijsvertering kunnen we in delen in 4 stappen:
Ingestie: het punt waar het voedsel je lichaam inkomt. We
hebben een aantal enzymen in ons speeksel. Daarnaast zijn onze
tanden ook heel belangrijk. Tanden zorgen voor mechanische
digestie, ze verkleinen het voedsel waardoor het makkelijk word
voor een enzym om hun werk te kunnen doen.
Digestie: hier begint de vertering pas echt in je maag en in de
darmen. Daar zitten veel enzymen die hun werk kunnen doen en
die hele grote macromoleculen stap voor stap gaan afbreken
naar hele kleine bouwsteentjes. Als de bouwstenen gemaakt zijn
(als het voedsel helemaal verteerd is) dan begint:
Absorptie: voornamelijk in de dikke darm, hier worden alle
voedingsstoffen die in stukjes zijn gehakt, opgenomen en
, verplaatst naar de rest van het lichaam. We houden ook wat
materialen over, bepaalde stoffen die het lichaam niet kan
verteren (cellulose bv) wat er in planten zit, daar kunnen
enzymen niet echt wat mee, dus we kunnen het dan niet
verteren, dan begint:
Uitscheidingsfase: alle voedingsstoffen die je zelf niet kunt
verteren, verlaat je lichaam weer.
Spijsverteringskanaal:
Begint bij je mond, gaat via je maag richting je darmen waar
voedingsstoffen worden opgenomen. De spijsvertering kan 12-24 uur in
totaal duren vanaf het moment dat je de voedingsstoffen opneemt. Het
meeste tijd zit het voedsel wat je hebt opgenomen in je darmen.
Wat gebeurt er precies?
Mond: er vind mechanische verkleiningen van voedselbrij (je tanden
vermalen het voedsel en maken daardoor de oppervlakte groter)
wanneer er meer oppervlakte is kunnen enzymen meer hun werk
doen. Het wordt ook vermengt met je speeksel waarin enzymen
zitten die een begin kunnen maken aan de voedselvertering. In de
mond gebeurt er dus mechanische vertering maar ook enzymatische
vertering door amylase in speeksel. Het enzym amylase kan
polysachariden afbreken ( de hele lange ketens van koolhydraten,
zetmeel of glycogeen wordt door amylase afgebroken. Amylase
maakt er dan kleinere polysachariden van, knipt zo een hele lange
keten in kleinere stukken, of maakt er een disachariden van,
namelijk de disacharide maltose, 2 glucose moleculen die aan elkaar
vastzitten)
Slokdarm: hier wordt het voedsel naar beneden geduwd door middel
van peristaltiek (Constant een patroon van samenknijpen en
ontspannen van spieren, waardoor voedsel als het ware naar
beneden wordt geduwd richting de maag. In de slokdarm gebeurt er
geen vertering. Het is puur een kanaal dat ervoor zorgt dat het
voedsel in de maag terechtkomt.
Maag: hier gaat de vertering verder. Hier gebeuren 2 verschillende
dingen. Ten eerste een plek van het opslaan van voedsel (het zit een
paar uur in je maag). Ten tweede is het de plek waar de
eiwitvertering begint.
De eiwitvertering gaat door middel van 2 moleculen:
Molecuul HCL (zoutzuur): hierdoor heb je ook maagzuur, hele lage
pH.
Molecuul enzym pepsine: het enzym pepsine kan eiwitten knippen.
Het knipt eiwitten in kleinere polypeptiden. Het knipt heel aspecifiek
alle eiwitten, het is dus belangrijk dat het niet al actief is in de cellen
waar dat enzym gemaakt werd. Pepsine wordt gemaakt in de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ayyildiz_canan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.