100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Inleiding Psychologie - Samenvatting $11.43   Add to cart

Summary

Inleiding Psychologie - Samenvatting

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Inleiding Psychologie - Samenvatting uit 2020 voor criminologiestudenten. De docent was prof. dr. J.M. Harte.

Preview 4 out of 39  pages

  • June 13, 2022
  • 39
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Psychologie
1. Psychologische wetenschap

Toegepast psychologen: door experimenteel verkregen kennis problemen op doen.

Toegepaste specialisaties:

- Arbeids- en organisatiepsycholoog
- Sportpsychologen
- Schoolpsychologen
- Klinisch psychologen (privé)
- Forensisch psycholoog
- Omgevingspsycholoog (milieu en ruimte)
- Gerontopsychologen (ouderen)

Psychiatrie: diagnose en behandeling van mentale stoornissen.

Pseudopsychologie: niet onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke
waarheden worden gepresenteerd.



Anekdotisch bewijsmateriaal: getuigenissen die ervaringen van iemand schetsen maar ten onrechte
voor wetenschappelijk bewijsmateriaal worden aangezien.

Bias: vooroordeel, vervorming of vertekening van de situatie op basis van persoonlijke ervaringen.

1. Emotionele bias: oordelen op basis van gevoelens i.p.v ratio. Bijv. straffen misdaad.
2. Confirmation bias: de neiging om info tegen je stelling te bekritiseren en bevestigende info te
zoeken voor je eigen opvattingen. Bijv. astrologie.



Methoden van empirisch onderzoek:

- Jezelf en anderen observeren
- Testen ontwikkelen
- Het experiment
- MRI-scan

Metaforen ontstaan uit de mentale (cognitieve) behoefte nieuwe inzichten te benoemen vanuit een
overeenkomst met het reeds bekende.

,Zes perspectieven: pag. 18

1. Biologisch perspectief. Descartes
scheiding lichaam en geest.
Zintuigen zetten stimulatie om in zenuwimpulsen en spierreacties. Dus geen spirituele
krachten. Rationalisme.
Basis voor biologische perspectief: zoekt oorzaken gedrag in genen, zenuwstelsel en
endocrien stelsel (hormonen). Hierop 2 variaties:
- Neurowetenschap: begrip hoe hersenen, gedachten, gevoelens etc creëren.

- Evolutionaire psychologie: mentale processen beschouwen op basis hun genetische
aanpassingen aan overleving en voortplanting. (Lorenz)


Maar kritiek vanuit empirisme. Zij vinden denken onnodig en storend tijdens wetenschap.
Enige waarheid is een onderzoek/ experiment. Locke en Bacon.
Tabula rasa: mens is een onbeschreven blad bij geboorte en leert door ervaring en
leerprocessen.

2. Cognitief perspectief. Wundt en James
Chemische elementen vanuit scheikunde brachten structuur door periodiek systeem. Wundt,
de eerste psycholoog, wilde de menselijke geest ook zo simplificeren en structureren.

Introspectie: beschrijving van eigen innerlijke bewuste ervaringen. Wundt ging opzoek naar
de elementen van het bewustzijn (= structuralisme, Titchener). Resultaat: geheugen,
aandacht, emotie, denken, leren en taal.

Maar kritiek van de Gestaltspsychologen. Zij focussen zich op het geheel van onze
bewustzijnservaringen en proberen perceptuele gehelen te vormen.
Ook van James’ opvattingen: functionalisme: psychische processen begrijpen in het licht van
adaptieve nut en functie. (begin toegepaste psychologie)

Cognitief perspectief (2e helft 20ste eeuw): nadruk op mentale processen, leren, geheugen en
denken als vorm van informatieverwerking.

3. Behavioristisch perspectief. Watson en Skinner

Behaviorisme: vonden dat psychologie zich moest richten op gedrag als gevolg van meetbare
gebeurtenissen, en geen mentale processen aangezien de geest subjectief was en misschien
niet eens bestond. Psychologie moest een objectieve wetenschap zijn.  empirisme
Er worden geen aannames gemaakt over de interne aanleiding voor extern gedrag.

STIMULUS (fysieke stimuli) → BLACK BOX → RESPONS (reactie)

NURTURE, tabula rasa
Watson

, 4. Perspectief van de gehele persoon

Psychodynamische psychologie, Freud
Psychische stoornissen en persoonlijkheid komen voort uit het onderbewuste.
Psychoanalyse: benaderingen gebaseerd op de veronderstellingen van Freud die de nadruk
legt op onbewuste processen. Richt zich op de behandeling van veel psychische stoornissen.
Kritiek: Niet toetsbaar.

Humanistische psychologie, Rogers en Maslow
Nadruk op menselijke groei en potentie, en niet op stoornissen.
Mens is een organisme met vrije wil en maakt keuzes die hun leven beïnvloeden.
Pag. 19 Roos’ levensboom theorie.

Psychologie van karaktertrekken en temperament, oude Grieken
Individu begrijpen door hun blijvende karakter trekken en temperament. Deze
persoonlijkheid werd geregeerd door 4 humores (vloeistoffen):
Bloed: sanguinisch, opgewekt.
Slijm: traag en behoedzaam.
Zwarte gal: melancholiek (depressief).
Gele gal: boos en agressief.


5. Ontwikkelingsperspectief. Ainsworth en Piaget
Mensen veranderen voorspelbaar als gevolg van een interactie tussen erfelijke
eigenschappen en de omgeving.
Nature/ nurture

6. Sociocultureel perspectief. Milgram en Zimbardo
Sociale en culturele invloeden overstemmen van alle andere factoren die gedrag
beïnvloeden.
Crossculture psycholoog: specialist geïnteresseerd in de manier waarop psychologische
processen verschillen tussen mensen van verschillende culturen.
Holisme: visie die totaliteit belangrijker vindt dan de som der delen.



Operationele definitie: specifieke definitie van een onderzoeksobject.



5 soorten van psychologisch onderzoek:

1. Experiment
2. Correlatieonderzoek tussen -1 en +1
Negatief: een omhoog ander omlaag <->
Positief: een omhoog ander omhoog
3. Survey
4. Natuurlijke observaties
5. Gevalstudie, onderzoek van een enkel geval/ object.

, 2. Neurowetenschappen

Biopsychologie: interactie met biologie, gedrag en de omgeving bestudeert.  neurowetenschap:
erfelijkheid en evolutie.

Evolutie: het geleidelijke proces van biologische verandering van een soort door aanpassing aan de
omgeving.

Genetica: studie van moleculaire mechanismen die variatie in erfelijke eigenschappen mogelijk
maken.

Creationisme: religieuze opvatting dat het universum hun bestaan te danken hebben aan een
schepper.

Natuurlijke selectie: omgeving ‘’selecteert’’ de best aangepaste organismen.

Adaptief kenmerk: kenmerk van een soort dat is ontstaan gebaseerd op aanpassing aan een
specifieke omgeving.

Genotype: kenmerken van een organisme zoals die genetisch zijn vastgelegd. Erfenis genen van je
ouders. Verschil van alle andere mensen op aarde. Blauwdruk.

Fenotype: waarneembare fysieke kenmerken van een organisme, van de blauwdruk. Niet volledig
door erfelijkheid, denk aan voeding/ stress. Eiwitten als bouwstenen.

Gedrag: angst, agressie, sociaal gedrag.

Genen en erfelijkheid

Genoom: 1 complete set van chromosomen.

Epigenoom: een reeks chemische codes die aanvullende ervaringen op het DNA vormen. Past zich
aan de omgeving aan door genen aan en uit te zetten. Aanvullende ervaringen aan de
oorspronkelijke blauwdruk.

Chromosoom: lange dunne spiraal vormige draad waarlangs de genen zijn gerangschikt. 46 = 23 paar.
Geen geslachtschromosomen: autosomen, de 22 andere paren.

Geslachtschromosoom: bepaald onze lichamelijke geslachtskenmerken. Vrouwen 2 X, mannen 1 X en
1 Y. vader bepaald geslacht, moeder geeft altijd een X. Deze XX of XY vormen een paar.

DNA: lang complex molecuul met informatie over alle genetische eigenschappen. Helixstructuur.
DNA wikkelt zich om het eiwit Histoon als een spiraal.

Genen: stukjes chromosoom waarin codes van erfelijke eigenschappen van een organisme zijn
opgeslagen. Functionele elementen van een chromosoom.

Nucleotiden: afzonderlijke letters in de genetische woorden.

Vrije wil Vs. determinisme

Van klein naar groot: nucleotiden (4)  genen (bouwinstructie)  DNA om de histonen 
chromosoom (23 paar)  genoom  cel

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 51199. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.43
  • (0)
  Add to cart