100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie $7.47   Add to cart

Summary

Samenvatting Economie

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level

samenvatting lesbrief Europa

Preview 2 out of 7  pages

  • June 13, 2022
  • 7
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Samenvatting lesbrief Europa
Hoofdstuk 1 Waar produceren?
Internationale handel vindt plaats omdat sommige producten in eigen lang niet
geproduceerd kunnen worden of omdat de productie duurder is dan in andere landen. Het is
dan aantrekkelijker om te importeren. Tegenover import staat export. Internationale handel
wordt ook wel internationale ruil genoemd. We spreken van een open economie als een
land veel handel drijft met het buitenland. In een open economie hebben consumenten
veelal een grotere keuze aan goederen en diensten in vergelijking met een economie die
relatief gesloten is.

Als verschillende landen zich toeleggen op verschillende producten is er sprake van
internationale arbeidsverdeling. Landen specialiseren zich in producten waar ze goed in zijn.
Door specialisatie is ruil noodzakelijk. Toenemende specialisatie leidt tot meer internationale
handel. De redenen dat landen zich specialiseren zijn:
 Natuurlijke omstandigheden. Door het klimaat kunnen sinaasappels goedkoper in
Spanje worden geteeld dan in Nederland. Door de aanwezigheid van olie in de grond
is Koeweit beter in staan olie te produceren dan Zwitserland.
 Loonkosten per product. De loonkosten per product zijn de loonkosten per arbeider
gedeeld door de arbeidsproductiviteit. Als een arbeider per uur €30 verdient en 60
potten jam produceert, zijn de loonkosten per product €30/60= €0,50. Hoe lager de
loonkosten per product zijn, hoe lager de prijs kan zijn en hoe meer het product zal
worden verkocht op de wereldmarkt. Arbeidsintensieve productie vindt veelal plaats
in lagelonenlanden en technische hoogwaardige productie in het Westen en Japan.
Japan en Duitsland produceren auto’s. Deze landen hebben een hoog loonniveau,
maar omdat de arbeidsproductiviteit in de auto-industrie zeer hoog is, zijn de
loonkosten per auto laag.
 Kwaliteit van de producten. Landen hebben een concurrentievoordeel als er
kwalitatief goede producten gemaakt worden. Lage productiekosten en goede
kwaliteit worden vooral bereikt door innovatie.
 Infrastructuur en stabiliteit in een land. Als telecommunicatie, wegen etc. goed zijn
en er politieke en sociale rust is in een land kan de productie soepeler en goedkoper
verlopen.

Niet alleen producten gaan de grens over, maar ook productiefactoren, zoals arbeid en
kapitaal. Zo werken er veel Poolse arbeiders in Nederland. Dit noemen we arbeidsmigratie.
Vrije internationale handel leidt ertoe dat landen datgene produceren waar ze relatief goed
en goedkoop in zijn. Er is niet altijd sprake van vrijhandel. Landen beschermen hun
binnenlandse productie en werkgelegenheid door protectionistische maatregelen in te
voeren. Bij protectie maken we onderscheid tussen tarifaire (invoerheffingen en
exportsubsidies) en non-tarifaire maatregelen (invoercontingenten en kwaliteitseisen).

Enkele protectionistische maatregelen zijn:
 Invoerheffingen (invoerrechten): importproducten worden belast met een heffing
waardoor deze producten duurder op de binnenlandse markt verschijnen;
 Een invoerquotum (invoercontingent): een vastgestelde maximumhoeveelheid van
een buitenlands product mag worden ingevoerd;

,  Overheidssubsidies aan binnenlandse producenten (exportsubsidies): hierdoor
kunnen ze concurreren met buitenlandse aanbieders;
 Kwaliteitseisen: door strenge kwaliteitseisen op te leggen aan buitenlandse
producenten kan de invoer van sommige producten worden tegengehouden.

Voor het toepassen van protectionisme worden verschillende argumenten aangevoerd zoals:
 Het infant industry-argument;
 Het argument dat de binnenlandse werkgelegenheid beschermd moet worden;
 Het argument van antidumping.

Begrippen hoofdstuk 1
Arbeidsmigratie= werknemers verhuizen naar plaatsen waar werk is. Dat kan binnen een
land (trek naar de Randstad), maar ook voor het ene land naar het andere land
(gastarbeiders uit Polen).
Arbeidsproductiviteit= de productie per persoon of arbeidsjaar per tijdseenheid.
Concurrentiepositie= het vermogen om beter en/of goedkoper te kunnen produceren dan
de concurrenten.
Dumping= het exporteren van producten tegen een lagere prijs dan de kostprijs.
Exportsubsidie= subsidie aan binnenlandse producenten zodat ze kunnen concurreren met
buitenlandse producenten.
Infant industry-argument= het beschermen van jonge binnenlandse industrieën.
Innovatie= vernieuwing van producten en/of productieprocessen.
Internationale arbeidsverdeling= het verschijnsel dat (bedrijven van) landen zich toeleggen
op het produceren van goederen en diensten waar ze relatief goed in zijn of waar de
voorwaarden om te produceren gunstig voor zijn.
Internationale concurrentiepositie= het kosten- en prijspeil van bedrijven in een land in
verhouding tot dat van andere (concurrerende) landen. OF: de mate waarin bedrijven in een
land kunnen concurreren met bedrijven in het buitenland.
Invoercontigent= maximale hoeveelheid goederen die mag worden ingevoerd.
Invoerrechten= belasting op geïmporteerde goederen die wordt doorberekend in de prijs.
Kwaliteitseisen= eisen die aan buitenlandse producten worden gesteld.
Loonkosten per product= de totale loonkosten gedeeld door het totaal aantal producten.
Open economie= er is in verhouding tot het bbp veel buitenlandse handel.
Protectionisme= maatregelen ter bevordering van de export en belemmering van de import.
Vrijhandel= internationale handel zonder belemmeringen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veraveldhuizen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.47
  • (0)
  Add to cart