100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie $7.47   Add to cart

Summary

Samenvatting Economie

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level

samenvatting lesbrief Economie

Preview 3 out of 19  pages

  • June 13, 2022
  • 19
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Samenvatting lesbrief Markt en overheid
Hoofdstuk 1 ‘De telefonie markt’
De Europees Unie voert allerlei regels in die maken dat de concurrentie op de telefoniemarkt
zo perfect mogelijk is. De bedoeling is dat de individuele aanbieder geen match heeft en dat
er scherpe prijsconcurrentie plaatsvindt. We noemen deze marktvorm volkomen
concurrentie of volledige mededinging.
Een markt van volkomen concurrentie heeft de volgende kenmerken:
 Groot aantal aanbieder
Op een markt van volkomen concurrentie opereren veel aanbieders en de macht van
een individuele producent is klein. Hij heeft geen invloed op de prijs. Het enige wat
hij kan doen, is zijn aanbod aanpassen. Hij past de aangeboden hoeveelheid aan de
prijs aan. Daarom heet een aanbieder op een markt met volkomen concurrentie ook
wel een hoeveelheidsaanpasser.
 Homogeen product
Wanneer het voor de consument niet uitmaakt van welke aanbieder het product
afkomstig is, noemen we het product homogeen. In de ogen van de consument zijn
alle exemplaren van dat product identiek. Als een product niet homogeen is, noemen
we het een heterogeen product.
 Transparante markt
Bij een transparante markt of doorzichtige markt zijn de vragers naar een product en
de aanbieders van dat product op de hoogte van het totale aanbod. Hierdoor is op
een transparante markt slechts één prijs mogelijk, namelijk de laagste.
 Vrije toe- en uittreding
Als er geen belemmeringen zijn om tot een markt toe te treden en eruit te stappen,
is er vrije toe- en uittreding.

De marktvorm van volkomen concurrentie komt in de praktijk nauwelijks voor. Er zullen
altijd consumenten blijven die belang hechten aan bepaalde kenmerken van een merk.

Als er een marktprijs van een product tot stand komt waarbij winst gemaakt kan worden,
zullen er nieuwe aanbieders toetreden. Door het hogere aanbod zal de prijs dalen. Hierdoor
daalt de winst en wordt toetreden minder aantrekkelijk.

De aanbodlijn geeft het verband weer tussen de prijs van een product en de aangeboden
hoeveelheid. De aanbodlijn kan in zijn geheel naar rechts verschuiven door toename van het
aantal aanbieders bij een bepaalde prijs of door kostenverlaging. Bij een verlaging van de
kostprijs stijgt de winstmarge per product en zal het aantal aanbieders bij dezelfde
verkoopprijs toenemen.

De vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid. De
vraaglijn kan verschuiven als bij een bepaalde prijs de vraag naar het product stijgt of daalt.
Voorbeelden voor het verschuiven van de vraaglijn:
 Als het inkomen stijgt, kunnen consumenten meer producten kopen bij dezelfde
prijs.
 Als de prijs van een substitutiegoed (een vervangend goed) stijgt, neemt de vraag
toe.

,  Als de prijs van een complementair goed (een aanvullend goed) stijgt, neemt de
vraag af.
 Als de behoefte toeneemt, stijgt de vraag
 Als er meer vragen zijn, neemt de vraag toe.
 Als er meer vragers zijn, neemt de vraag toe.
Hoe sterk de vraag naar een product reageert op een prijsverandering kan worden
onderzocht met behulp van de prijselasticiteit van de vraag.

De prijselasticiteit van de vraag (Ev) geeft aan met hoeveel procent de vraag naar een goed
verandert als de prijs met 1% stijgt. In de formule:
Ev= de procentuele verandering van de vraag
de procentuele verandering van de prijs
De waarde van Ev, los van het minteken, geeft aan of de vraag elastisch is of inelastisch is.
0 < Ev < 1 Inelastische vraag
Ev= 0 Volkomen inelastische vraag, de vraag reageert helemaal niet op een
prijsverandering
Ev ≥ 1 Elastische vraag
De elasticiteit is van belang voor de omzet.

Omzet = prijs x afzet
Elastische vraag Prijsverhoging Leidt tot meer dan evenredige Omzet daalt
daling afzet
Elastische vraag Prijsverlaging Leidt tot meer dan evenredige Omzet stijgt
stijging afzet
Inelastische vraag Prijsverhoging Leidt tot minder dan Omzet stijgt
evenredige daling afzet
Inelastische vraag Prijsverlaging Leidt tot minder dan Omzet daalt
evenredige stijging afzet

Het voordeel van veel aanbieders voor de consument is dat de concurrentie tot lagere
prijzen kan leiden. Het vrije spel van vraag en aanbod wordt ook wel het marktmechanisme
of prijsmechanisme genoemd. Dit mechanisme werkt in theorie zo dat precies die
hoeveelheid wordt geproduceerd en aangeboden die door de consument wordt gevraagd.

Als de vraag naar een product toeneemt, stijgt de prijs en krijgen aanbieders de prikkel om
meer te gaan produceren, zodat in de extra vraag wordt voorzien. Bij een afnemende vraag
geldt dat de prijzen dalen en producenten minder zullen aanbieden omdat de productie
minder winstgevend wordt.
Producten waar geen behoefte aan is, zullen niet meer worden geproduceerd.

Als er bij een bepaalde prijs de vraag naar behoefte stijgt, dan verschuift de vraaglijn naar
rechts. De producenten bieden bij de hogere prijs meer aan. Er vindt een verschuiving langs
de aanbodcurve plaats en er komt een nieuw evenwicht tot stand. Hierdoor stijgt de winst
van de producenten en neemt het producenten surplus toe.

Het marktmechanisme kan invloed uitoefenen op de manier van produceren. Hoge lonen
zullen bedrijven ertoe aanzetten kapitaalsintensiever te gaan produceren of zich in

, lagelonenlanden vestigen. In het algemeen zullen bedrijven streven naar zo laag mogelijke
productiekosten per eenheid product (kostprijs). De allocatie van productiefactoren
verandert hierdoor.

Om de winst van een bedrijf te kunnen bepalen moet de prijs (P), de afzet (Q), de totale
variabele kosten (TVK) en de totale constante kosten (TCK) bekend zijn. De constante kosten
veranderen niet bij een verandering van productie. De variabele kosten veranderen wel bij
een toe- of afname van de productie.

Ondernemingen willen weten hoeveel producten ze ten minste moeten verkopen om geen
verlies te hebben: de break-evenafzet. Bij deze hoeveelheid is de totale omzet (TO= P x q)
precies gelijk aan de totale kosten (TK): TO = TK oftewel P x q = TCK + TVK

Ook willen bedrijven weten bij welke productie de totale winst het hoogst, dus maximaal is.
De totale winst (TW) is het verschil tussen de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK):
TW= TO – TK. De totale winst stijgt als bij toename van de productie de opbrengst meer stijgt
dan de kosten: de marginale opbrengst (MO) is dan groter dan de marginale kosten (MK). De
marginale opbrengst (MO) is de extra opbrengst als er een product meer wordt verkocht. De
marginale kosten (MK) zijn de extra kosten van een extra product dat wordt gemaakt.

Gemiddelde totale kosten worden berekend door de totale kosten te delen door de afzet
(GTK= TK/q). als de gemiddelde variabele kosten (GVK) niet veranderen bij een verandering
in de geproduceerde hoeveelheid, zijn de variabele kosten proportioneel. De totale variabele
kosten stijgen dan recht evenredig met de productieomvang. Bij proportioneel variabele
kosten zijn de marginale kosten (MK) gelijk aan de gemiddelde variabele kosten (GVK).

De gemiddelde opbrengst wordt berekend door de totale opbrengst te delen door de afzet
(GO= TO/q).

Begrippen hoofdstuk 1:
Break-evenafzet: de afzet waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale kosten: er wordt
geen winst gemaakt.
Constante kosten: kosten die niet veranderen als de omvang van de productie/afzet
verandert.
Doorzichtige markt: de vragers naar en aanbieders van een product zijn op de hoogte van
het totale aanbod (prijs en andere voorwaarden).
Gemiddelde constante kosten: de gemiddelde constante kosten (GCK) worden berekend
door de totale constante kosten (TCK) te verdelen over het totale aantal producten: TCK/q.
Gemiddelde totale kosten: (productie)kosten per stuk. Dit bedrag bestaat uit de optelsom
van de gemiddelde constante kosten (GCK) en de gemiddelde variabele kosten (GVK): GTK =
GCK + GVK.
Gemiddelde variabele kosten: de variabele kosten per product. Berekening: de totale
variabele kosten gedeeld door de geproduceerde hoeveelheid.
Heterogeen product: goederen en diensten waarvan de exemplaren in de ogen van de
consument verschillen. Het maakt uit van welke aanbieder het product afkomstig is.
Homogeen product: goederen en diensten waarvan de exemplaren in de ogen van de
consument identiek zijn. het maakt niet uit van welke aanbieder het product afkomstig is.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veraveldhuizen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.47
  • (0)
  Add to cart