- Wat is (sociale) filosofie? En bespreek deze omschrijving.
Er bestaat geen consensus over de definitie van filosofie. Eigenlijk is iedereen een beetje filosoof.
Filosofie start uit de verwondering zoals een kind spontaan heeft: alles is nieuw, ze stellen veel
“waarom”vragen. Als we ouder worden verliezen we voor een deel die verwondering. Filosofen
proberen dit wel te doen, ze blijven vragen stellen bij zaken die voor anderen vanzelfsprekend zijn.
Verwondering leidt tot het stellen van fundamentele vragen “Waarom zit iets in elkaar zoals het is?”
Het onderwerp van de filosofie is het onzichtbare, vb waarden en normen, hoe iets “hoort” te zijn,
zijn zintuiglijk niet waarneembaar, “de zin van het leven” is ook typisch voor de filosofie.
Als iets zintuiglijk waarneembaar is, houdt de filosofie zich er niet mee bezig (dit is voer voor de
positieve wetenschappen)
Sociale filosofie: filosofie die zich bezig houdt met het sociale, het samenleven van de mensen, in
eender welke zin. Het kan gaan over wie je bent als persoon in de wereld, hoe je handelt ten aanzien
van andere mensen, vrijheid/autonomie, verantwoordelijkheid, waarheid vs onzekerheid,
contingentie, rechtvaardigheid, rechten,… Sociale filosofie is alles wat met het samenleven van
mensen te maken heeft en daarover nadenken.
- Waarom moet een Sociaal Werker (ook) een filosoof zijn?
Omdat het belangrijk is als sociaal werker om open te staan voor kritiek. Het is belangrijk om kennis
op te doen en waarheid te ontdekken door fundamentele vragen te stellen (vergelijking met
Socrates) We moeten steeds open blijven staan voor nieuwe kritiek en andere argumenten, zelfs al
hebben we het antwoord op een vraag soms al, zo kunnen we ons antwoord bijstellen. Je moet
kritisch kunnen reflecteren over jezelf, over situaties. Dit om in samenwerking met een
belanghebbende aandacht te hebben voor zijn visie/leefwereld, ook al ligt die ver van de jouwe.
Vanuit de opleiding is in de leerlijn “reflectie onderbouwen”-filosofie zeer sterk ingebed.
- Beoordeel volgende uitspraak vanuit de cursus ‘sociale filosofie’ en geef er meer uitleg bij:
“Ik voel dat deze mensen sociale bijstand moeten krijgen.”
Alternatieven hiervoor: “Ik vind dat…”, “Mijn geloof zegt dat…”, “Kindjes zijn wel schattig,
daarom moeten ze sociale bescherming krijgen.”
Dit zijn allemaal meningen, voorkeuren, smaken, gevoelens: het heeft eigenlijk weinig met filosofie te
maken, maar het hoeft daarom niet in tegenspraak te zijn met jouw filosofische argumentatie. Je kan
filosofisch bijvoorbeeld argumenteren dat het mensonwaardig is dat sommige mensen geen sociale
bijstand krijgen, dat bepaalde mensen weinig kansen krijgen in een samenleving waarin dit eigenlijk
wel mogelijk zou zijn.
- “Je moet volgens vast principes leven, dat is mijn levensfilosofie.”
Levensfilosofie suggereert voor een stuk dat iets al vast ligt, maar eigenlijk zou een filosoof zeggen:
“Ik weet niet noodzakelijk wat ik morgen zal denken” Filosofen staan open voor andere meningen en
visies waardoor hun eigen visie ook kan veranderen
- Wat is de ‘vooruitgangsgedachte’, en welke filosofische reflectie hebben we daarbij
gemaakt?
1
, Versie 15/12/20 Examenvragen Sociale Filosofie
De vooruitgangsgedachte is dat we nu bijvoorbeeld veel beter zouden af zijn dan honderd jaar
geleden. Bijvoorbeeld door technologische vooruitgang die het leven makkelijker maakt
Vb. de uitvinding van de wasmachine: heeft tijd vrijgemaakt vooral voor de vrouw. Ondertussen is
die tijd ingevuld geraakt door andere zaken. De vrouw die vroeger alles handmatig waste, gaat nu
ook werken en geld verdienen. Dit geld wordt dan ook weer gespendeerd aan andere
technologische zaken.
We kunnen ons afvragen of er dan eigenlijk wel vooruitgang is, de vrijgemaakte tijd is reeds ingevuld
door andere dingen, hebben we dan meer tijd vrij? Zijn we dan beter af? Is er wel vooruitgang?
- Wat is het ‘normale’ aan de eigen cultuur, en welke filosofische reflectie hebben we daarbij
gemaakt?
We maken deel uit van een algemene menselijke cultuur die onderverdeeld kan worden in kleinere
cirkels (vb gezinscultuur) en deze verschillen altijd een beetje van elkaar (onder andere verschillende
tafelmanieren)
Het “normale” aan een cultuur is de norm, de regel die in een bepaalde cultuur is en is daarom niet
noodzakelijk normaal voor anderen.
Een norm is ook dwingend: je wordt verondersteld van iets op een bepaalde manier te doen en als je
daar niet aan beantwoordt, dreig je uitgesloten te geraken.
Er is hier 2 keer het gevaar voor relativisme:
niet 1 cultuur is de “betere”, alle opties zijn goed
Iedereen beschouwt zijn eigen cultuur als de norm en dus de betere. Als je dit relativeert, zeg je dat
alle culturen normaal zijn en even goed zijn. Maar sommige subculturen (of contraculturen, zie
cursus sociologie)waarbij bijvoorbeeld extremisten het normaal vinden dan anderen minderwaardig
zouden zijn en zonder problemen zouden doden, hier kan en mag men niet relativeren.
Nuanceren is belangrijk, maar je mag niet overnuanceren en vervallen in relativisme
- Waarom is Sociaal Werk een normatief beroep? Leg in je bespreking ook de link met de
ethische principes van het Sociaal Werk.
Bijvoorbeeld binnen sociaal werk: mensen begeleiden bij arbeidstrajecten. De mensen moeten zelf
actief op zoek gaan naar werk want anders dreigen ze uitgesloten te geraken of hun uitkering te
verliezen. Als sociaal werker kan je denken dat de persoon die je begeleidt niet in staat is om aan die
strenge norm van de samenleving te beantwoorden. Vanuit filosofisch perspectief jan je snel stil
staan bij de vraag “Wat is de norm? Wat betekent dit? Wat voor gevolgen heeft dit voor deze
persoon? Waar komt die norm vandaan?”
We zijn voortdurend bezig met kernfilosofische thema’s: autonomie, vrijheid, verantwoordelijkheid,
rechtvaardigheid,… Als je voortdurend met kernfilosofische thema’s bezig bent, moet je daar
natuurlijk ook meer over weten en zelf een stukje filosoof worden.
We willen mensen in een normatief kader inpassen dat niet noodzakelijk het hunne is.
Als sociaal werker moet je ook vertrekken vanuit de ethische beginselen die het IFSW heeft
opgesteld: mensenrechten en menselijke waardigheid (respect voor het recht op zelfbepaling,
promotie van het recht op participatie, behandeling van een persoon als totaliteit, identificatie van
en ontwikkeling van krachten) en sociale rechtvaardigheid (negatieve discriminatie aanvechten,
erkenning van diversiteit, gelijkere verdeling van beschikbare middelen, onrechtvaardig beleid en
toestanden aanvechten, werken in solidariteit)
Deze ethische beginselen zijn gericht op de belanghebbende en we willen op een ethisch
verantwoorde manier omgaan met hen en zich verder laten ontwikkelen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller incadedobbeleer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.15. You're not tied to anything after your purchase.