Samenvatting van concepten Ontwikkeling en esthetiek van de film
18 views 1 purchase
Course
Ontwikkeling en esthetiek van de film (K000560A)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Samenvatting van alle concepten van het vak Ontwikkeling en esthetiek van de film zeer uitgebreid uitgeschreven, deze concepten kunnen als examenvraag aan bod komen
Conceptenlijst
H2: Crash course filmtaal en –analyse // case: Hitchcock en Psycho
180° regel = camera altijd aan een kant van de zogenaamde 'dramatische as' opgesteld moet zijn. De
dramatische as is de denkbeeldige lijn tussen twee personen of elementen.
Academy ratio / aperture = De framegrootte vastgesteld door de Academy of Motion Picture Arts
and Sciences om de geluidsfilm in 1932 te standaardiseren. Het geeft een beeldverhouding aan van
4: 3.
Ante-filmisch = mise-en-scène, wat voor de camera staat. Bestaat uit a-filmische = filmen wat er al
was en profilmische = iets voor de camera zetten om te filmen (vb. kostuum).
Aspect ratio = De verhouding tussen de breedte en de hoogte van de filmische afbeelding of het
frame.
Backlighting = Verlichting gericht op de camera van achter het onderwerp, waardoor het onderwerp
een silhouet krijgt.
Beeldgrootte = schaal, zoom (vb. close up, long shot)
Beeldrijmmontage = harde overgang in tijd verzachten/verantwoorden via gelijkaardig visueel
motief
Belichtingscodes = kleur, intensiteit, richting. Klassiek: driepuntslicht, low-key, geen vervreemding
maar ook alternatieve stijlen (expressionisme, horror, film noir).
Blik (‘gaze’) = afhankelijk van beeldformaat heb je bepaalde focus, blikveld. hoe centraal ogen staan,
hoe centraal drager is van blik in de film, duur.
Camerabeweging = vb.panoramisch/pan shot/travelling/steady cam
Camera angle / Camerastandpunt = vb. vogel/kikker crane/top shot/high-angle
Cinematography = mise-en-cadre, hoe iets in beeld brengen via verschillende parameters (vb.
beeldformaat, beeldgrootte, emulsie, camerastandpunt, Lensensysteem, duur en snelheid opname,
camerabeweging)
Continuity editing = onzichtbare montage om aandacht van de kijker niet te veel te storen.
Opnamen onmerkbaar samen bewerken, zodat de actie van een reeks continu lijkt te zijn.
Crane shot = Shot genomen vanaf een mobiele kraan
Depth of field / dieptescherpte = type lens, Het variërende bereik van afstanden vanaf de camera
waarop een object scherp blijft.
Diëgese = de denkbeeldige (chrono) logische wereld zoals gecreëerd door de film, met logische (in
het hoofd van de toeschouwer geconstrueerde personages, ruimte, tijd, handelingen). De wereld die
je invult ahv filmische middelen.
Dissolve = Een transitioneel of expressieve techniek dat een fade-out over een fade-in heen legt,
zodat het ene beeld het andere lijkt te overlappen.
Driepuntsbelichting = lowkey, geen vervreemding. een belichtingstechniek met een betrekkelijk
simpele opstelling van drie lichtbronnen: key light, fill light en backlight.
,Emulsie = Kleur functie om sfeer te creëren maar ook van zwart-wit op sepia om bijvoorbeeld tijd
of tijdsovergangen te duiden
Establishing shot = shot dat indruk van de ruimte geeft
Extreme close-up = object vult hele scherm
Fabula = story als imaginaire constructie van logische, personages, handelingen, ruimte en tijd
niet arbitrair maar gecreëerd via filmische middelen (sujet & stijl)wat uiteindelijk in hoofd wordt
geconstrueerd. chronologische opeenvolging van gebeurtenissen
Fade in/out = montagetechniek om een scène te beginnen/eindigen waarbij een beeld geleidelijk op
een zwart scherm verschijnt en uiteindelijk helderder wordt tot volledige zichtbaarheid.
Filmanalyse = wetenschappelijke manier om te kijken naar film en audiovisuele beeldtaal. als
tekstueel onderzoek: film als ‘tekst’, als drager van betekenissen, als complex geheel van tekens.
Frame = bepaald door snelheid opname
Iconografie = onderdeel van mise-en-scène, filmmakers gaan speciale informatie bundelen in
bepaalde visuele iconen
Long shot = opname die de hele figuur van de onderwerpen en veel achtergrond bevat.
Long take = enkele ononderbroken opname, bewegend of stilstaand, toont een complexe actie die
anders door montage zou kunnen worden weergegeven.
MacGuffin = motiveert de personages en bevordert het verhaal, maar heeft verder weinig relevantie
voor het verhaal, drijfveer acties vb. geld in Psycho
Medium close up vb. Schouders en hoofd
Medium shot vb. heup
Mise-en-scène = wat voor camera staat, bestaat uit a-filmische en profilmische. Afhankelijk van
vestimentaire codes, belichtingscodes, iconografische codes, acteercodes, make up, de blik
Montage = aan elkaar lassen van beelden. Shots tot sequenties, sequenties tot scènes en scènes tot
film.
Motief = terugkerend icoon met betekenis
Off-screen space = De geïmpliceerde filmische ruimte buiten de grenzen van het filmframe op elk
moment in projectie. In conventionele weergavemodi (vb.klassieke Hollywood-verhaal) wordt
offscreen-ruimte als 'dood' behandeld, waardoor de grenzen de status krijgen van een
compositorisch kaderapparaat, waarachter de filmische realiteit ophoudt te bestaan. Anti-
traditionele weergavemodi proberen de continuïteit van offscreen en on-screen ruimte te
suggereren, door de grenzen de status van een raamkozijn te geven, waarachter zich meer filmische
realiteit bevindt. Buiten het scherm kan ook ruimte worden gecreëerd voor het scherm, maar ook
buiten de grenzen, als de camera de 180-graden-actieas doorkruist die door de traditionele praktijk
is vastgesteld en fotografeert wat er in feite achter zit.
Over-the-shoulder shot = camerahoek waarbij de camera boven de achterkant van de schouder en
het hoofd van een onderwerp wordt geplaatst. Deze opname wordt meestal gebruikt om een
gesprek heen en weer te presenteren tussen twee onderwerpen
, Pro-filmisch = iets voor camera zetten om te filmen
Psycho = film Hitchcock over Norman Bates die denkt dat hij zijn dode moeder moeder is, gespleten
persoonlijkheid en die mensen vermoordt die naar zijn motel komen. Heel sterk verhaaltechnisch
(vb. superimpositie), eigenaardig dat hoofdpersonage midden in film sterft. Meerdere
vertelstandpunten, verschillende camerastandpunten, iconografie, belangrijke vestimentaire codes.
Kijken/blik belangrijke functie. Speelt met tempo, dramatische muziek.
Ruimtelijke continuïteit (of logica) = niet teveel sprongen in ruimte
Schriftuur 1 = mise en cadre
Schriftuur 2 = montage
Segmentenanalyse = film opdelen in sequenties en dan sequentie per sequentie analyseren
Style (volgens Bordwell) = vormgeving vb. montagemanier.
Sujet = plot, verhaal in de film, selectie van de story/fabula = selectie van gebeurtenissen ahv
waarvan ik story opbouw, je verhaal kan bijvoorbeeld 10 jaar zijn maar afgebeeld in 9 minuten
Superimpositie = techniek om twee beelden over elkaar te plaatsen, zodanig dat beide beelden nog
herkenbaar zijn.
Vandenbunder = filmtheoreticus die model ontwierp om films te analyseren. Aan de hand van 3
creatieve momenten anti-filmische (mise-en-scene), mise en cadre en montage Anti filmische = wat
voor camera staat. Mise en cadre = opname, shot en montage aan elkaar lassen van beelden.
Filmische combinatie van wat voor camera staat, wordt in kader geplaatst en dan aan elkaar
gemonteerd
Vestimentaire codes = wat personages aanhebben. Typisch voor genre. Gebruikt om aandacht te
vestigen, individualisering, personage karakter te geven.
Wipe = Een optisch proces waarbij één afbeelding de vorige afbeelding van het scherm lijkt te vegen.
H3. Voorlopers en ontstaan van de cinema (tot 1895)
Black Maria = Edison en Dickson Maken soort studio met luiken waarmee men perfecte lichtinval
kan creëren en iets dat voor camera staat kan opnemen --> meteen zeer creatieve, commerciële
reflex
Camera obscura = experimenten poging om beelden vast te leggen op drager, Gevoelige basis
binnenbrengen in camera obscura, waarop je binnenvallend beeld dat gefilterd is door lens,
probeert vast te houden in begin nog 8u nodig
Cinématographe = apparaat van Lumières na studie van apparaat Edison: donkere ruimte, licht
toestel met gat waarin je een lens aanbrengt en toestel kon zowel opnemen als projecteren
Eastman Kodak = ‘rolletje’, maakte eerste camera met filmrolletje (flexibele celluloid om snel
afzonderlijk frames verlichten)
Edison = uitvinder en ondernemer die wetenschappelijke kennis commercieel heeft ontwikkeld, stelt
Dickson aan om toestel te ontwikkelen. Maakt eerst kinetograph = eerste motion picture camera,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lienvincent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.