Je eet en drinkt elke dag. Wat je gewend bent te eten, hoe je eet een
wanneer je dat doet, zijn je eetgewoonten. Eetgewoonten zijn afhankelijk
van:
je voorkeur
het land waar je woont of vandaan komt
je geloof
Iets wat je eet of drinkt, is een voedingsmiddel. In elk voedingsmiddel
zitten voedingsstoffen. Op de verpakking van een voedingsmiddel staat
vaak welke stoffen er in het voedingsmiddel zitten en hoeveel ervan in zit.
Er zijn zes soorten voedingsstoffen: koolhydraten, eiwitten, vetten,
mineralen, vitaminen en water. Suikers en zetmeel horen bij de
koolhydraten. Je kunt voedingsstoffen in 3 groepen opdelen:
1. Energierijke stoffen
Deze stoffen heb je nodig om te bewegen en om warm te blijven.
Koolhydraten (suikers en zetmeel) en vetten zijn energierijke stoffen.
2. Bouwstoffen
Deze stoffen heb je nodig voor de groei en opbouw van je lichaam.
Eiwitten, mineralen en water zijn bouwstoffen. Ook vetten horen bij
de bouwstoffen.
3. Beschermende stoffen
Deze stoffen heb je nodig om gezond te blijven. Vitaminen en
mineralen zijn beschermende stoffen.
Volkorenbrood, groente en fruit bevatten voedingsvezels. Vezels zijn géén
voedingsstoffen, maar zijn wel heel belangrijk. Ze zorgen er onder andere
voor dat de spieren in je darm actiever zijn. Door actieve darmspieren
wordt je eten gekneed en daardoor verteert je eten beter. Dit is de schijf
van 5
, Voedselbederf ontstaat doordat schimmels en bacteriën op en in het
voedsel groeien. Sommige schimmels en bacteriën laten het voedsel vies
ruiken en smaken, andere maken je ziek . Je hebt dan een voedselinfectie.
Schimmels
Schimmels bestaan uit dunne draden. Hiermee zuigen ze voedsel op. Op
de draden ontstaan kleine bolletjes met sporen erin. De bolletjes knappen
open en de sporen verspreiden zich. Uit elke spore kan een nieuwe
schimmel groeien.
Bacteriën
Bacteriën bestaan uit één cel en ze vermeerderen zich door celdeling. Een
bacterie deelt in tweeën. Die twee bacteriën delen ook weer, waardoor er
vier bacteriën ontstaan. Zo ontstaan er in korte tijd duizenden bacteriën.
Als er meer dan 10 miljoen bacteriën per gram vlees aanwezig zijn, is het
vlees bedorven.
7.2 energie
Als je 10 kilometer naar school fietst, heb je meer energie nodig dan
wanneer je met de bus gaat. Dat komt doordat je spieren tijdens het
fietsen harder werken dan tijdens het stilzitten in de bus. En fiets je in de
winter, dan verlies je meer warmte dan in de bus. Om je lichaam op
temperatuur te houden, verbruik je energie. Je hebt dus energie nodig om
te bewegen en om warm te blijven. De energie die je nodig hebt, haal je
uit energierijke stoffen in je voedsel, zoals koolhydraten en vetten. Op de
verpakking van een voedingsmiddel staat hoeveel energie het
voedingsmiddel kan leveren. De hoeveelheid energie wordt uitgedrukt in
de eenheid kilojoule (kJ): 1 kilojoule is 1000 joules. De energie staat vaak
ook nog in kilocalorie (kcal) aangegeven: 1 kcal is gelijk aan 4,2 kJ, 1 kJ is
gelijk aan 1:4,2 kcal. Om te bepalen of je een gezond gewicht hebt, kun je
de Body Mass Index (BMI) gebruiken. Iedereen heeft vetten nodig, per dag
ongeveer 80 gram .Vet is niet alleen een energierijke stof, maar het is ook
een bouwstof voor de aanmaak van nieuwe lichaamscellen. Bovendien zit
er een vetreserve onder je huid en rond je organen. Het vet beschermt de
organen en isoleert je tegen de kou. Toch is vet niet alleen maar gezond.
Door jarenlang veel vette producten te eten, neemt het cholesterolgehalte
in het bloed toe. Cholesterol is een vetachtige stof die je lichaam gebruikt
om nieuwe cellen te maken. Het meeste cholesterol maak je zelf in je
lever. Een klein gedeelte krijg je via je voeding binnen. In het ideale geval
maakt je lichaam precies genoeg cholesterol aan. Maar bij mensen die te
veel vet binnenkrijgen, hoopt het cholesterol zich op in de bloedvaten. Die
worden zo nauwer en daardoor stroomt het bloed minder goed. Jij hebt
ongeveer 250 gram koolhydraten per dag nodig. Maar niet alle
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Roxanne0803. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.53. You're not tied to anything after your purchase.