,College 1: Het wat en hoe van EBP in cijfers
Leerdoelen
1. Begrip krijgen van belangrijke termen in de methodologie
2. Vaardigheden en kennis verwerven van onderzoek en statistiek
1. Waarom Evidence Based Practice?
• Zodat je de beste zorg kan leveren
• Zodat elke mondhygiënist dezelfde adviezen geven, dus niet dat de ene a zegt en de ander b
• Om op de beste mogelijke manier volgens systematische bronnen te kunnen behandelen
Definitie Evidence Based Practice?
Volgens de definitie van de American Dental Association is Evidence Based Tandheelkunde een
benadering van de mondzorg die een oordeelkundige integratie (nadenken) vereist van:
• Systematisch beoordeelde wetenschappelijke literatuur die relevant is voor de orale en algemeen
medische gezondheidstoestand en voorgeschiedenis van de patiënt, met...
• De klinische expertise (naar iemand kijken en observeren) van de tandheelkundige professional
en...
• De behoeften en voorkeuren van de patiënt aangaande de behandeling.
Waarom is EBP nodig?
• Op de hoogte blijven van “best practices” na afstuderen en in de rest van je carrière.
- Kennis verouderd snel
- Veel nieuwe ontwikkelingen in de mondzorg
• Zicht krijgen op oorzaken (mond)ziekten en effecten van behandelingen (mondgezondheid →
diabetes)
Hoe werkt EBP?
1. Formuleer een vraag → Zet informatiebehoefte over bv diagnose, prognose, therapie van
patiënten om in beantwoordbare vraag: PICO vraag.
2. Zoek de informatie → Beantwoord de vraag efficiënt door doeltreffend gebruik van hulpbronnen
(databases, medisch wetenschappelijke artikelen).
3. Interpreteer de uitkomsten → Beoordeel het gevonden artikel op waarde en bruikbaarheid.
4. Breng de bevindingen in de praktijk → Pas de bevindingen van het gevonden artikel toe in het
klinische handelen.
5. Evalueer het resultaat → Evalueer het resultaat van de interventie
Type vragen in de EBP
• Klinische vraag
- Heeft betrekking op de behandeling van patiënten of vragen van de patiënt uit de praktijk.
Bijv. de patiënt vraagt of de gebruikte polijstpasta op lange termijn glazuurschade kan
veroorzaken
• PICO vraag (of PDO)
- Vertaling van de klinische vraag naar een ‘’met wetenschap beantwoordbare’’ vraag
Waarom Evidence Based Tandheelkunde?
Het gebruik van wetenschap is essentieel wanneer het gaat om het rationaliseren van de mondzorg
2
, 2. Meten in percentages en proporties
Wat is meten?
Dat is een getal toekennen aan een eigenschap van een onderzoekseenheid (bijv. steden) met als doel:
- Tot een telling te komen van de mate waarin een eigenschap/ variabele zich voordoet bij een
persoon of in een populatie
- Een kwantitatieve vergelijking te maken tussen groepen
Survey of alcohol and drug use among UK based dental undergraduates
- Doel: prevalentie alcohol en drugsgebruik
- Design: cross- sectioneel onderzoek (op 1 moment een meting)
- Setting: opleiding tandheelkunde UK 1998
- Onderzoeksgroepen en methoden: 1e tot 5e jaars (n= 264)
Uitleg tabel:
- Tussen haakje is aantal mensen en getal ernaast is procent
- 10 procent drinkt geen alcohol
- 90 procent drinkt alcohol
- 42 procent van de 90 procent drinkt veel
- 59 procent van de 42 procent is comazuiper
Hoeveel procent van alle studenten (m+v) gebruiken alcohol?
a. 65 %
b. 172 %
c. 87 % → 230 (alle mensen die drinken):264 (alle mensen) x 100
d. 12 %
Verschil tussen percentage en proportie
• Een proportie is een ratio; ofwel een verhouding tussen de fractie van het totaal
- Bijv. de proportie studenten die drinken is: 230/ 264 = 0,87 ofwel 87 van de 100 (of bijna 9 avn
de 10)
• Een percentage is niet anders dan de vermenigvuldiging van de proportie met 100
- Dus 230/264 x 100 = 87%
Wat kun je ermee?
• Eenvoudige kwantitatieve beschrijvingen geven
- Bv: 87% van de studenten drinken alcohol
• Eenvoudige vergelijkingen tussen groepen maken
- Bv: het comazuipen komt voor bij 22.22% van de vrouwelijke studenten en bij 29,41% van de
mannelijke studenten of bv; comazuipen komt bij 58,5 % van de vrouwelijke alcohol gebruiken
en bij 56% van de mannelijke alcoholgebruikers voor
• Risico bepaling
- Relatief risico; verhouding tussen verschillende proporties: (36/61)/ (30/53) = 0,59/0,57 →
RR= 1,04
• Conclusies trekken
3
, - Er is geen statisch significant verschil in het overmatig drinken van alcohol tussen vrouwelijke
en mannelijke studenten.
3. Populatie, steekproef en populatie prevalentie
Populatie en steekproef
• Populatie heeft betrekking op b.v.: Alle mondhygiënisten in Nederland
• Een steekproef heeft betrekking op een (representatief) deel v.d. populatie
• Stel ik wil weten hoeveel tandartsen in Nederland golfen
- Een meting op basis van de gehele populatie (+-8500) tandartsen noemen we de werkelijke
prevalentie ofwel de populatieprevalentie
- Over het algemeen worden niet alle personen uit een populatie meegenomen in een
onderzoek. Hier is een populatie meestal veel te groot voor. Dus je gaat schatten.
- Daarom steekproeftrekking, dus je neemt bijv 1000 van de 8500 om een schatting te maken.
Het moet niet een te kleine groep zijn.
Zal het resultaat van een onderzoek op basis van een steekproef hetzelfde zijn als wanneer je de gehele
populatie meeneemt in het onderzoek?
a. Nee, wanneer er sprake is van een goed onderzoek mag het niet uitmaken
b. Ja, er zal altijd verschil zijn, als is het maar heel klein
4. De standaardfout van de prevalentie en het betrouwbaarheidsinterval
Standaardfout van de prevalentie
• De mate waarin een meting in een steekproef verschilt van meting in de populatie wordt geschat
met de zogenoemde standaardfout (onzekerheid). Hoe kleiner het getal van de standaardfout hoe
preciezer het is
• De standaardfout wordt kleiner naar mate de steekproef groter wordt
• Als het onderzoek gebaseerd zou zijn op de totale populatie, zouden we uitkomen op de werkelijke
(populatie-) prevalentie en zou er geen onzekerheid zijn: de standaardfout zou nul zijn.
Voorbeeld: berekenen van SE van de prevalentie
Stel je wil verslaving aan zure beertjes onder de populatie Nederlandse mondhygiënisten
onderzoeken. In een steekproef van 198 mondhygiënisten in de prevalentie 55%
•
- P= prevalentie
- N = omvang van de steekproef
Het berouwbaarheidsinterval (BI)
• De prevalentie van 55% is op basis van een steekproef van 198 mondhygiënisten (109/198).
• De vraag is: hoe groot is de werkelijke (populatie-) prevalentie van Nederlandse mondhygiënisten
die aan zure beertjes verslaafd zijn. En hoe ver zitten we er naast met onze schatting.
• Dit kunnen we bepalen (schatten) met behulp van het betrouwbaarheidsinterval.
• Dit is een interval waarbinnen met een bepaalde waarschijnlijkheid (b.v. 90%, 95% of 99%) de
werkelijke prevalentie van de populatie ligt
• Met de standaardfout is het betrouwbaarheidsinterval te bepalen.
• Dus je kunt zeggen hoe groter het interval is, hoe minder nauwkeurig het onderzoek is
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loesjedj9. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.17. You're not tied to anything after your purchase.