Examenvragen geriatrie en
systeemziekten 2021-2022
Verouderingsepidemiologie
1. Waarom verwacht men dat de vergrijzing van de Belgische bevolking in 2040 zal
stagneren?
Als we kijken naar de bevolkingspiramide zijn de personen van 50-60 jaar het meest
vertegenwoordigd. Dit is te wijten aan het feit dat tijdens de oorlog minder baby’s
geboren werden en dat er na WOII net een babyboom was. De mensen die nu ‘oudere’
zijn, zijn ongeveer geboren in de periode van WOII, dus weinig kinderen. De mensen die
nu ‘oudere’ zullen worden, zullen geboren zijn tijdens de babyboom. Dit maakt dat er
binnen 20 jaar meer ouderen zullen zijn dan nu en er een piek zal komen die even zal
stagneren. Vanaf 2060 zal het effect van de babyboom uitdoven.
2. Welke factoren voorspellen mortaliteit bij oudere personen?
Co-morbiditeiten: Als een persoon 1 of meer comorbiditeiten heeft zal die een lagere
levensverwachting hebben dan een persoon zonder comorbiditeiten.
Belangrijke comorbiditeiten bij ouderen zijn hart- en vaatziekten, kwaadaardige tumoren,
dementie en Alzheimer,…
Functionaliteit: Hetzelfde geldt voor iemand die nog onafhankelijk kan functioneren vs.
Iemand die afhankelijk is voor zijn mobiliteit en algemene dagelijkse levensverrichtingen.
Hoe meer hulpbehoevend, hoe lager de levensverwachting.
In feite zijn deze 2 parameters een projectie van in hoe een goede staat de patiënt nog
is. Vanzelfsprekend ligt de conditie van een patiënt in lijn met de kans op sterfte.
De kwaliteit van gezondheidszorg en preventie: Spelen ook een belangrijke rol
3. Wat is het verschil tussen veroudering en ziekte?
- Ziekte is niet algemeen, vaak maar 1 of enkele organen
- Niet elk individu op gelijkaardige wijze
- Ook op jonge leeftijd mogelijk
- Niet altijd onomkeerbaar
- Meestal een uitlokkende of interne oorzaak
- Kan genezen
- Leert ons niets over verouderen
4. Geef een algemene logische de nitie van het verouderingsproces?
Definitie veroudering: 1. Progressief
2. Algemeen (= geen enkel orgaan ontsnapt eraan)
3. Intrinsiek (= gestuurd door 1/meer interne klokken waarvan de
informatie genetisch opgeslagen is)
4. Onomkeerbaar proces
Het zorgt ervoor dat de homeostase daalt waardoor men meer kans heeft op ziekte en
sterfte.
1
fi
, Verouderen zal er dus voor zorgen dat er een verminderde functie, verhoogde
kwetsbaarheid en een verhoogde kans op sterfte is.
5. Wat is de betekenis van calorische restrictie voor het verouderingsproces?
Bij ratten en rhesus-apen: Wanneer we ratten op een calorisch restrictief dieet zetten, zal
hun life span significant langer worden en oudersdomsziekten treden later op.
Gisten, wormen, vliegen en zoogdieren: mechanisme in aangepaste vorm aanwezig
Hypothese: Centrale trigger is de insuline/IGR-1 R die invloed heeft op
- FOXO’s: regulatiegenen voor celgroei en celdifferentiatie
- mTOR: kinase dat celgroei en celmetabolisme controleert in respons op
voeding, GF, cellulaire energie en stress
- AMPK: enzym dat belangrijke rol speelt in de cellulaire
energiehuishouding. Fysieke inspanning in metformin hebben
hierop een gunstige werking.
- Mitochondriën: energiecentrales en regulatie kan lifespan beïnvloeden
=> anti-aging effect?
Frailty
1. Bespreek het concept frailty.
= ouderdomsgebonden kwetsbaarheid met een verminderde weerstand tegen stressoren
als gevolg van een afgenomen reservecapaciteit door geleidelijke structurele en
functionele achteruitgang in verschillende orgaansystemen.
=> gestegen vatbaarheid voor functionele beperkingen en comorbiditeiten, die op hun
beurt weer leiden tot meer hospitalisaties, institutionalisaties en mortaliteit.
Vb. Als een fraile persoon geconfronteerd wordt met een stressor, zal die niet weer
kunnen regenereren, maar zal die daar een beperking aan overhouden.
Vicieuze cirkel: frailty gaat zorgen voor beperking en
comorbiditeit, waardoor die nog meer frail wordt
Individuele verschillen: door individuele verschillen in
reservecapaciteit, niet alle ouderen zijn frail → grootte vd
reserves bepaalt de mate van kwetsbaarheid
Typisch geriatrische patiënt: Patiënt met frailty-syndroom =
combinatie van comorbiditeiten en functieverlies (IADL en
ALD)
Associatie met: osteoporose, sarcopenie,
- Musculoskeletale component: Staat centraal bij frailty, slaat vooral op verlies van
spiermassa en spierfunctie (sarcopenie) en osteoporose → gangstoornissen, vallen,
breuken
- Niet-musculoskeletale component: hartfalen, nierfalen, infectiegevaar,…
2. Leg uit waarom heupfractuurpatiënten typisch kwetsbare ouderen zijn.
2
, De mortaliteit blijft hoog, ook jaren na de breuk => indiceert dat de patiënten die
heupfractuur oplopen, frêle ouderen zijn en niet alleen de heupfractuur is hier de oorzaak
van de mortaliteit.
De heupfractuur is eigenlijk de factor die het hele proces aan het licht brengt. De
ouderen hebben naast sarcopenie en osteoporose een brede onderliggende
comorbiditeit.
3. Hoe wordt frailty operationeel gede nieerd?
2 soorten: - Fenotype definitie: beperkt tot musculoskeletaal
- Frailty index: kijken naar deficits
A. Fenotype definitie (Fried)
Focus op (gevolgen van) sarcopenie:
- Niet-intentioneel gewichtsverlies
- Spierzwakte
- Gedaalde wandelsnelheid
- Gedaald uithoudingsvermogen
- Gedaalde lichamelijke activiteit
=> min 3/5 = frail (1-2 is pre-frail)
=> Voorspellende waarde van deze definitie: risico op vallen, verminderde
mobiliteit en functionele achteruitgang
B. Frailty index (Rockwood)
Breder dan enkel musculoskeletaal → aantal vastgestelde tekortkomingen
- Globaal geriatrisch bilan (comprehensive gériatrie assessment)
=> FI: 0,2-0,35 = pre-frail
> 0,35 = frail
=> Comorbiditeiten in rekening gebracht
Opmerking: Ze identificeren niet dezelfde personen als frail. De klinische toepasbaarheid
is beter voor de fenotype definitie, maar de Frailty index is meer uitgebreid en brengt
meer in kaart.
4. Waaruit bestaat de behandeling van frailty?
Het ontwikkelen van frailty is een dynamisch proces: niet-frail → pre-frail → frail. De
evolutie gaat gewoonlijk naar meer kwetsbaar. Het vertragen van dit proces/negatieve
gevolgen vermijden is het eerste doel.
Het in kaart brengen van de geriatrische patiënt als eerste stap (comprehensive geriatric
assenssment).
Daarna kan men gaan behandelen obv die evaluatie en de specifieke noden van de
patiënt.
1. Sarcopenie behandelen: oefentherapie, vitD supplement,
voedingssupplementen
2. Valpreventie (maar pas effectief als multifactorieel en toegespitst op problemen
die in evaluatie naar boven kwamen)
3. Osteoporose behandelen: supplementen Ca en vitD, evt. Antiresorptieve of
anabole therapie
4. Andere comorbideiten behandelen
3
fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller camillegnk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.38. You're not tied to anything after your purchase.