Samenvatting 'How Children Develop' - Siegler; hoofdstuk 4, 5, 6, 8 en 9 + Begrippenlijst
49 views 4 purchases
Course
Development, Learning And Behavior
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
How Children Develop
Dit is een samenvatting van het boek How Children Develop van Siegler. In de samenvatting zit:
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 5 (pp. 184-192)
- Hoofdstuk 6
- Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 9 (pp. 322-326)
- Begrippenlijst van deze hoofdstukken
Dit is de tentamenstof voor het tweede deeltentamen (Exam B)...
Chapter 4 – Theories of Cognitive Development
Piaget’s theory
View of Children’s Nature
Volgens Piaget:
- zijn kinderen al mentaal actief vanaf het moment dat ze geboren worden.
- leren kinderen veel dingen zelf, in plaats van door instructie van hun ouders.
- zijn kinderen intrinsiek gemotiveerd om te leren en hebben ze geen beloningen nodig
Piaget wordt gezien als een constructivist: omdat het kinderen afbeeldt als mensen die zelf kennis
construeren als reactie op hun ervaringen.
Central Developmental Issues
Nature/nurture: volgens Piaget interacteren nature en nurture met elkaar om cognitieve
ontwikkeling te produceren.
Bronnen van continuïteit
Assimilatie: het proces waarbij mensen binnenkomende informatie vertalen in een vorm die
past bij concepten die zij al begrijpen.
Accommodatie: het proces waarbij mensen huidige kennisstructuren aanpassen in reactie op
nieuwe ervaringen.
Equilibratie: het proces waarbij kinderen (of andere mensen) assimilatie en accommodatie in
evenwicht brengen om een stabiel begrip te creëren.
Bronnen van discontinuïteit
De theorie van Piaget is gebaseerd op discontinuïteit in de ontwikkeling.
1. Sensomotorische fase (geboorte – 2 jaar)
Intelligentie van kinderen komt tot uiting door zintuiglijke en motorische vaardigheden.
Kinderen veranderen hun gedrag heel snel binnen de eerste 2 jaar van hun leven. In plaats van
reflexen, gaan kinderen echt iets pakken en brengen ze dat bijvoorbeeld naar hun mond.
Rond 1-jarige leeftijd ontwikkelingen kinderen het concept van object permanence, dat een object er
nog steeds is, ook al is het uit het zicht.
Wel blijkt dat kinderen een A-not-B error blijven maken tot ongeveer 1 jaar. Ze blijven reiken naar
waar het object de vorige keren is verstopt, terwijl het nu ergens anders is verstopt.
Van 1.5 tot 2 jaar beginnen kinderen met deferred imitation, het nadoen van gedrag van anderen,
lang nadat dat gedrag heeft plaatsgevonden.
2. Preoperationele fase (2 jaar – 7 jaar)
Kinderen raken in staat hun ervaringen weer te geven in taal, mentale beeldspraak en symbolisch
denken.
Kinderen gebruiken andere voorwerpen als bijvoorbeeld telefoon of pistool, dit komt door het
proces van symbolic representation.
Aan het begin van deze fase zijn kinderen nog erg egocentrisch, ze zien de wereld alleen van hun
eigen oogpunt en kunnen zich niet inleven in oogpunten van anderen.
Jonge kinderen kijken nog heel erg naar één kenmerk van een object of gebeurtenis, door het proces
van centration.
Kinderen zijn ook nog niet zo goed in het concept van conservation concept, waarbij bijvoorbeeld de
vorm van een voorwerp (de lengte) niet persé ervoor hoeft te zorgen dat het meer/minder wordt.
3. Concreet operationele fase (7 jaar – 12 jaar)
Kinderen zijn in staat logisch te redeneren over concrete voorwerpen en gebeurtenissen.
4. Formele operationele fase (vanaf 12 jaar)
Mensen worden in staat om over abstracties en hypothetische situaties na te denken. Deze fase
wordt niet door iedereen behaald.
,Piaget’s Legacy
Zwakke punten van Piaget’s theorie:
De theorie van Piaget is vaag over de mechanismen die aan de basis liggen van het denken
van kinderen en die cognitieve groei teweegbrengen.
Zuigelingen en jonge kinderen zijn cognitief vaardiger dan Piaget onderkende.
Piaget's theorie onderschat de bijdrage van de sociale wereld aan de cognitieve ontwikkeling.
Het fasenmodel beeldt het denken van kinderen af als meer consistent dan het in
werkelijkheid is.
Information-Processing Theories
View of Children’s Nature
Information-Processing theorieën zien cognitieve ontwikkeling als een continu gebeuren, in kleine
stappen die op verschillende leeftijden bij verschillende taken plaatsvinden. Dit is dus anders dan de
theorie van Piaget, waarbij kinderen bepaalde fasen doorlopen op een bepaalde leeftijd.
- Door leren en ontwikkeling van de hersenen, kunnen kinderen steeds sneller en meer
informatie verwerken.
- Kinderen zijn active problem solvers. Ze zoeken allerlei manieren voor problem solving.
Central Developmental Issues
Informatie-Processing theorieën onderscheiden 3 typen geheugenprocessen:
1. Working memory: het gaat om het actief bijwonen, onderhouden en verwerken van
informatie.
Als er wordt gezegd dat er na het verhaaltje vragen over het verhaal worden gesteld, gaat het kind
zijn working memory gebruiken om informatie te onderhouden.
Working memory is gelimiteerd in de capaciteit en in de tijdsduur waarin een kind iets kan
onthouden. De capaciteit en de snelheid van working memory vergroot tijdens de kindertijd en
adolescentie.
2. Long-term memory: informatie die mensen gedurende hun leven verzamelen.
Long-term memory is de totaliteit van iemands kennis, de working memory is maar een subgroep in
de totale kennis.
De long-term memory kan een onbeperkte hoeveelheid informatie voor onbeperkte tijd vasthouden.
3. Executive functioning: controleert gedrags- en gedachtenprocessen.
De prefrontale cortex speelt hier een grote rol in. De 3 belangrijkste executieve functies zijn:
- Inhibition: het vermogen om afleidingen te negeren en verleidingen te weerstaan
- Enhancement of working memory: het vermogen om informatie in het geheugen vast te houden.
- Cognitive flexibility: het vermogen om op meer dan één manier over iets na te denken
Explanations of memory development
3 mogelijkheden om geheugen zo goed mogelijk te ontwikkeling:
1. Basic processes: de eenvoudigste en meest gebruikte mentale activiteiten.
Het omvat het associëren van gebeurtenissen met elkaar, het herkennen van objecten als vertrouwd,
het herinneren van feiten en procedures en het generaliseren van de ene instantie naar de andere.
Nog een proces dat belangrijk is voor alle vorige is, encoding: het proces waarbij informatie die de
aandacht trekt of belangrijk wordt geacht, in het geheugen wordt opgeslagen.
Informatie die niet encoded wordt, wordt niet opgeslagen.
2. Strategies
Kinderen gaan verschillende strategieën gebruiken om informatie op te slaan, waaronder de
strategie van rehearsal: het proces van het meerdere malen herhalen van informatie om het
geheugen ervan te helpen.
, Een andere strategie is selective attention: het proces van opzettelijk focussen op de informatie die
het meest relevant is voor het huidige doel.
3. Content knowledge
Met leeftijd en ervaring groeit ook de kennis van kinderen over van alles. Meer kennis zorgt ervoor
dat het makkelijk is om nieuw materiaal ook te begrijpen. Een kind dat
veel van voetbal weet, leert meer van een boek over voetbal dan een
volwassene die niet veel van voetbal weet.
The Development of Problem Solving
Volgens de overlapping waves theory gebruiken kinderen meerdere
strategieën om problemen op te lossen.
Ook gebruiken kinderen andere strategieën op verschillende leeftijden.
Core-Knowledge Theories
View of Children’s Nature
Core-Knowledge theories: benaderingen die ervan uitgaan dat kinderen beschikken over
aangeboren kennis op gebieden die van bijzonder evolutionair belang zijn en over domein specifieke
leermechanismen om snel en moeiteloos aanvullende informatie op die gebieden te verwerven.
Volgens core-knowledge theorieën zijn kinderen actieve leerlingen, ze onthouden dingen beter
wanneer ze actief participeren in plaats van alleen toekijken.
Core-knowledge theoretici beschouwen kinderen als kinderen die de wereld binnenkomen, niet
alleen uitgerust met algemene leervaardigheden, maar ook met gespecialiseerde leermechanismen
of mentale structuren die hen in staat stellen snel en moeiteloos informatie van evolutionair belang
te verwerven. Het kind is een ‘goed aangepast product van evolutie’.
Central Developmental Issue: Nativism Versus Constructivism
Hoewel core-knowledge theoretici het eens zijn in hun overtuiging dat ontwikkeling de werking van
zowel domain specific als algemene leermechanismen weerspiegelt, zijn ze het oneens over hoeveel
kennis aangeboren is.
Nativisme: de theorie dat zuigelingen substantiële aangeboren kennis hebben van evolutionair
belangrijke domeinen.
Constructivisme: de theorie dat zuigelingen een steeds verder gevorderd begrip opbouwen door
rudimentaire aangeboren kennis te combineren met latere ervaringen.
Sociocultural Theories
Volgens socioculturele theorieën zijn interacties met de omgeving belangrijk voor de ontwikkeling.
Piaget, information-processing en core- Sociocultural theorie
knowledge
eigen inspanningen van kinderen om de wereld de interactie van kinderen met anderen om de
te begrijpen wereld te begrijpen.
- Guided participation: een proces waarbij beter geïnformeerde personen activiteiten
organiseren op een manier die minder goed geïnformeerde personen in staat stelt te leren.
o Ouders helpen zelf het kind.
- Social scaffolding: proces waarin meer competente mensen een tijdelijk kader bieden dat
het denken van kinderen op een hoger niveau ondersteunt dan kinderen alleen aankunnen
o Ouders creëren een fysieke en sociale omgeving om het kind te helpen leren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aliekekunst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.59. You're not tied to anything after your purchase.