de samenvatting der samenvattingen voor Inleiding Europees Recht. Met samengevatte stof uit het boek, gecombineerd met aantekeningen uit de werkgroepen en hoorcolleges, is dit de samenvatting die je nodig hebt om je tentamen te halen. Alle cruciale stof wordt kort en bondig aangestipt. Elke behande...
,WEEK 1
HOOFDSTRUCTUUR VAN DE EUROPESE UNIE
Geschiedenis
De Unie wordt geregeerd door twee verdragen die de andere verdragen hebben vervangen: het EU-verdrag
(VEU) en het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Deze twee kan je als een soort
grondwet van de EU zien. Ze zijn het constitutionele kader voor de activiteiten van de Unie.
Bronnen van Unierecht
Onder primair unierecht vallen de oprichtingsverdragen zoals het EGKS-verdrag en het EEG-verdrag, plus de
verdragen zoals die van Maastricht en Lissabon. Het Handvest hoort er ook bij. Met secundair unierecht wordt
bedoeld de verzameling aan bindende rechtshandelingen die de EU-instellingen in de loop der tijd hebben
aangenomen, zoals verordeningen, richtlijnen en besluiten. Art. 288 VWEU.
Type Kenmerken
Verordening - algemene strekking: toepasbaar op algemeen omschreven situaties/personen
- verbindend in al haar onderdelen
- rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat, maar soms nadere uitvoering vereist
➔ omzetting verboden! Verordening meteen onderdeel nat. rechtsorde
Richtlijn - verbindend ten aanzien van het resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij
bestemd is
- vrijheid voor lidstaten om vorm en middelen te kiezen
- bindt lidstaten, NIET bedrijven of particulieren
➔ omzetting nodig! pas na omzetting onderdeel nationale rechtsorde
Besluit - verbindend in al zijn onderdelen
- indien de adressanten worden vermeld, is het alleen voor hen bindend
- kunnen gericht zijn aan lidstaten, particulieren, of ondernemingen
Het attributiebeginsel brengt met zich mee dat de instrumentkeuze in de eerste plaats wordt bepaald door de
verdragsbepaling waarop de bevoegdheid is gebaseerd. Soms is de keuze open.
Doel verordening: verre uniformering
Doel richtlijn: verschillende wetgevingen op elkaar afstemmen
Doel besluit: geschikt voor tenuitvoerlegging van in verordeningen neergelegde algemene regels.
als er geen harmonisatie van wetgeving is toegestaan zijn verordeningen of richtlijnen niet toegestaan.
Er is geen verschil in rang tussen de instrumenten.
Het ontstaan van de EU
Grondidee: hoe garandeer je vrede en veiligheid in Europa?
➔ via de oprichting van een federale staat? → nee
➔ nieuwe oorlogen simpelweg onmogelijk maken? → ja
,De EU-wetgever
Het beginsel van institutioneel evenwicht (art. 13 VEU) vormt de grondslag voor de verdeling van taken en
bevoegdheden tussen de drie instellingen → uitgangspunt: instellingen hebben elkaar nodig in het
wetgevingsproces. Ze zijn van elkaar afhankelijk. De wetgevende macht is verdeeld over de drie instellingen
die elk een ander belang vertegenwoordigen.
Europese Commissie:
- artikel: 17 VEU
- vertegenwoordigt: het algemeen belang van de Unie
Het dagelijks bestuur van de Unie. De Commissie heeft het exclusieve recht van initiatief: zonder voorstel van
de Commissie mag er geen besluit worden genomen. Dit maakt de Commissie niet wetgever. Ze kunnen wel
het wetgevingsproces tot het einde toe dwingend begeleiden. De Commissie draagt slechts zorg voor de
uitvoering van EU-besluiten, voor zover dit niet door de lidstaten zelf kan worden uitgevoerd. Elke lidstaat
heeft recht op het voordragen en benoemen van een eigen Commissaris. Er zijn dus evenveel commissieleden
als lidstaten. Haar verantwoordelijkheden oefent de Commissie echter volkomen onafhankelijk uit. De
Commissie ziet ook toe op de toepassing en naleving van EU-besluiten door de lidstaten (controlerende taak).
Europees Parlement
- artikel: 14 VEU
- vertegenwoordigt: het volk = volksvertegenwoordiging in het proces van EU-wetgeving
Het Europees Parlement is 1/2 wetgevende machten en heeft dus beslissingsmacht. Het bestaat uit 750
vertegenwoordigers, plus een voorzitter. Ze vertegenwoordigen in het wetgevingsproces het belang van
EU-burgers. De leden van kleinere landen vertegenwoordigen dus ook eigenlijk minder stemmers dan de
leden van grotere landen. Een uitbreiding van de Unie maakt de zetelverdeling anders.
Het wetgevingsproces binnen het parlement verloopt in twee stappen
1) voorbereiding wetgeving in fractie- en commissieverband.
2) van de voorstellen komt via een plenaire vergadering een definitief standpunt van het Parlement.
Raad van de EU / ministers
- artikel: 16 VEU
- vertegenwoordigt: de lidstaten
De andere wetgevende macht. Elk land heeft een lid in de rang van minister bij de Raadsvergadering die de
regering van de lidstaat vertegenwoordigt. De samenstelling van ministers kan variëren per onderwerp. De
Raad heeft ook beleidsbepalende en coördinerende taken. Zo worden de verordeningen, richtlijnen en
besluiten door de Raad uitgevaardigd. De uitvoerende taak van de Raad komt terug in de uitvoering van het
beleid van de Unie. Sinds het Europees Parlement meer bevoegdheden heeft gekregen is de wetgevende en
uitvoerende functie van de Raad formeel gesplitst en is de wetgevende functie meer openbaar.
Er is dus geen strikte machtenscheiding in de unie: de Raad heeft zowel wetgevende als uitvoerende functies.
Men kan eerder spreken van een institutioneel evenwicht: een evenwicht tussen de instituties en hun
bevoegdheden.
Hof van justitie
- artikel: 19 VEU
- de rechtsprekende macht in de Unie
, Er zijn drie categorieën bevoegdheden voor de Unie:
1. exclusief (art. 3 VWEU)
- alleen de Unie kan wetgevend optreden en juridisch bindende handelingen vaststellen
2. gedeeld (art. 4 VWEU)
- Unie + lidstaten kunnen wetgevend optreden en juridisch bindende handelingen vaststellen
- gedeelde bevoegdheden worden exclusief als de Unie regels maakt op een bepaald gebied die
lidstaten niet mogen doorkruisen.
3. ondersteunend / coordinerend (art. 6 VWEU)
- zonder de bevoegdheid van de lidstaten op die gebieden over te nemen, kan de Unie het
optreden van lidstaten ondersteunen, coördineren of aanvullen.
Stel je moet noemen waar de bevoegdheid op een bepaald gebied aan de Unie wordt gegeven, noem dan niet
alleen art. 3, 4 of 6! Verderop staan specifieke hoofdstukken voor elk gebied die je ook moet noemen.
Begrenzing Europese wetgever
De Europese wetgever kan niet zomaar op elk gebied regels gaan maken. Er zijn drie belangrijke beginselen:
1) attributiebeginsel - de Unie heeft alleen de bevoegdheid tot het nemen van bindende
besluiten, welke haar zijn overgedragen bij verdrag. Het VWEU is
hier dus vrijwel totaal op ingericht.
2) subsidiariteitsbeginsel - de Unie mag haar bevoegdheden pas uitvoeren als de
EU-doelstellingen niet op een lager niveau kunnen worden
verwezenlijkt (nationaal/regionaal). Moet je je bevoegdheid
inzetten?
3) proportionaliteits/ de bevoegdheid mag niet verder gaan dan nodig.
evenredigheidsbeginsel
a) is het geschikt?
➔ is er een causaal verband tussen de maatregel en het doel
dat je nastreeft?
b) is het noodzakelijk?
➔ zijn er alternatieven die minder beperkend zijn?
c) stricto sensu
➔ er moet een belangenafweging van alle betrokken partijen
zijn geweest in het licht van de feiten.
Benoem dus al deze drie beginselen op de toets.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stijnbijlsma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.55. You're not tied to anything after your purchase.