GROEI EN ONTWIKKELING :
HOOFDSTUK 8 : BIOLOGISCHE MATURATIE : INTERACTIE MET SOMATISCHE EN
MOTORISCHE KENMERKEN
8.1 INLEIDING
Vorig hoofdstuk :
• Hoe verschillen kinderen/jongeren in groei afhankelijk van hun maturiteitsstatus
(somatische kenmerken)
Als we de verschillen hebben kunnen bepalen hoe gebruiken we dat dan = dit hoofdstuk :
• Hoe verschillen kinderen/jongeren in prestatiekenmerken afhankelijk van hun
maturiteitsstatus (en hoe beïnvloed dit hun fysieke prestatie) ➔ hoe kunnen
we deze informatie het best gebruiken als we jongeren gaan proberen
identificeren als sterk in een bepaalde sport en hoe we de jongeren gaan
begeleiden.
Waar we binnen RevaKi vaak mee in contact komen :
• Wanneer zijn jongeren meer vatbaar voor groeigeraleerde
overbelastingsletsels (niet op volwassen leeftijd) (heeft te maken met krachten
die uitgeoefend worden op het nog ontwikkelende kraakbeen)?
1. Botlengte neemt snel toe, spier/pees lengtes dienen zich aan te
passen: sterke trekkrachten op apofyses: ➔ Apofysitis (hiel: ziekte van
Sever, knie: Osgood Schlatter, mediale epicondyl elleboog: Little
Leaguers elbow: …),
Kennen van de positie van een jongere in zijn groei kan belangrijk zijn
om bepaalde klachten te kunnen verklaren → weten wanneer de
groeischijven gaan sluiten.
, 2. Positieve ulnaire variantie (vervroegd sluiten van radiale groeischijf en
dus het ontstaan van een afwijkende verhouding van de botten), …
Zien we vooral bij turnsters/turners met veel belasting op de handen en
polsen.
3. Gevoeligheid ACL ruptuur bij meisjes tijdens groeispurt (minder goede
neuromotorsche controle ivm jongens)
Kiezen of selecteren we jongeren op basis van hun maturatieprofiel?
→ voorbeeld van data waarbij men kijkt wat de leeftijd is van de menarche en anderzijds in
welke sporten er competitief deelgenomen wordt. Op die manier bekijken we eigenlijk de
seksuele maturiteitsverschillen in elite atletengroepen voor verschillende sporten.
Op vallend is dat de menarche leeftijd duidelijk later is voor schoonschaatsen en turnen.
Is dat dan door de sport dat de maturiteit beïnvloed wordt? Of is een bepaalde maturiteit
een beter profiel voor bepaalde sporten? De vraag kan langs twee kanten gesteld worden.
, 8.2 MATURITEITSGERELATEERDE VARIATIE IN SOMATISCHE KENMERKEN
8.2.1 HOE GEBEURT DE ONDERVERDELING
We gaan ten eerste de maturiteits variatie in verband gaan brengen met een aantal
somatische kenmerken of ook wel groeikenmerken genoemd.
• Als we CROSS-SECTIONELE GEGEVENS bekijken dan is het belangrijk om duidelijke
AFBAKENINGEN te gaan zetten van de verschillende groepen binnen de maturiteit :
binnen beperkte leeftijdsrange (1 jaar), contrasterende groepen van kinderen van
verschillende maturiteit: vroeg-matuur (early/advanced); gemiddeld (average) en
laatmatuur (late/delayed)
bijv : je kijkt naar de meisjes van 12 jaar en gaat binnen deze beperkte groep gaan
kijken naar vroeg, middel en laat matuur.
Vanwaar komt de indeling per 1 jaar?
→ we hebben gezien dat de standaard deviatie van bijvoorbeelde de skeletale
leeftijd 1 jaar bedraagt. Ook voor de leeftijd van de menarche, PHV en % van het
volwassen gestalte dat bereikt is geldt dit.
• CRITERIUM voor indeling kan op basis van PHV, seksuele maturiteit, skeletale leeftijd,
leeftijd menarche. Je moet weten naar WAT je juist kijkt om te bepalen of iemand
vroeg, middel of laat matuur is.
Stel je beschikt over de skeletale leeftijd van een kind dan kan je gaan kijken op
volgende manier of deze vroeg of laat is :
→ midden matuur : persoon wijkt met SL niet meer dan een jaar af van CL
→ vroeg matuur : persoon wijkt meer dan 1 jaar af naar boven met SL tov CL
→ laat matuur : persoon wijkt meer dan 1 jaar af naar onder met SL tov CL
• Als we beschikken over LONGITUDINALE GEGEVENS dan kunnen we over een groter
verloop de groepen gaan afbakenen.
8.2.2 VOORBEELD VAN VERDELING
DEEL 1 ONDERZOEK :
Het interval op deze grafiek gaat van 13,5 jaar en 14,5 jaar. Er zijn 4 verschillende subgroepen
gevormd op basis van de maturiteit.
Het eerste criteria is het gestalte, men gaat dus de verschillende groepen gaan plotten tov
de totale groep van 14 jarige en hun gemiddelde waardes. Je kan dus ook verwachten dat
als de skeletale leeftijd niet uitmaakt dat alle 4 de groepen in het midden van de distributie
gaan liggen, rond het gemiddelden.
Laat mature groepen : liggen links van de distributie.
Vroeg mature groepen : liggen rechts van de distributie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joke02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.