GROEI EN ONTWIKKELING :
HOOFDSTUK 3 : ONTWIKKELING VAN HET BOTWEEFSEL EN SKELET
3.1 BOTCELLEN
Botweefsel vormt de opbouwende component van ons skelet.
Ons skelet is voor 98% de bepalende factor van ons gestalte.
Skelet is opgebouwd uit : botweefsel + kraakbeen + ligamenten /
peesaanhechtingen + bloedvaten + vet + water
Hoeveel procent van ons lichaamsgewicht bepaald wordt door ons skelet hangt af
van onze leeftijd :
→ bij de geboorte = 15 procent
→ volwassenen ONDER de 50j = 16-17 procent
→ volwassenen BOVEN de 50j = 13-14 procent
We merken een vermindering van het percentage op als gevolg
van demineralisatie bij oudere mensen.
I. Botcellen
Harde structuur:
Botmatrix à organisch (collageen)
à anorganisch (mineraal-kristallen
(hydroxyapatite) Ca²+ en P),
: gebonden door een soort cement = matrix
http://www.savalli.us/BIO201/Labs/05-Bones/OsteonLabel.html and http://www.imagequiz.co.uk/quizzes/144469012
Bij verlies van mineralen (anorganische component) zien we een vermindering van
de stevigheid van de botstructuren.
3 TYPES BOTCELLEN :
• OSTEOCYTEN: mature botcel (omringd door bot) reguleren van mineralen en
voedingsstoffen transport tussen matrix en bloedvaten
• OSTEOBLASTEN: botvormende cellen: - oppervlaktelaag van het bot -
produceren collageen en ‘cement’-stof, waarna ze ‘ingesloten’ osteocyte wordt.
• OSTEOCLASTEN: botafbrekende cellen: functie: (botresorptie) - botmatrix wordt
afgebroken en mineralen vrijgezet in circulatie !botgroei/vormbehoud. - enzyme
en zuurproductie ifv afbraak
,In principe zijn deze drie types allemaal CELVARIANTEN van elkaar.
Er vind een transformatie plaats van : osteoclast → osteoblast → osteocyte
We weten dat de functie van de cel gaat veranderen afhankelijk van de fase
waarin ze zitten. De stippenlijndrempel is de lijn die aangeeft dat je een
drempelwaarde hebt bereikt die gebonden is aan osteoporose (botontkalking).
o OSTEOPENIE : wanneer de waarde van je botmassa valt tussen -1 en -2,5 SD.
o OSTEOPOROSE : wanneer de waarde van je botmassa valt onder -2,5 SD.
Osteoporose hebben is eigenlijk niet zo heel erg maar je loopt natuurlijk een groter
risico om botten te breken. Het is dus belangrijk om die piekbotmassa zo hoog
mogelijk te krijgen, je begint dan namelijk met een groter reserve.
, 3.2 BOTVORMING
We kunnen twee vormen van botvorming van elkaar onderscheiden
→ INTRAMEMBRANEUS
→ ENDOCHONDRIAAL
We gaan in principe niet verder in op de intramembraneuze botgroei aangezien dit
een vorm is die vooral en enkel geldt voor plattere botten zoals bijvoorbeeld de
schedel beenderen.
We maken een onderscheidt tussen PRENATAAL en POSTNATAAL :
→ PRENATAAL zien we een ontwikkeling van het skelet in een soort van kraakbeen dat
omgeven wordt door een laag perichondrium, er wordt van primaire ossificatiekernen
naar een diafyse ontwikkelt
A : centraal in het midden van de kraakbeencellen is een verandering te zien, de
kraakbeencellen gaan hypertrofiëren, dit kan je nog niet opmerken bij screening van
de botten
B : eerste veranderingen kunnen gezien worden, we zien een eerste botafzetting, er
wordt matrix aangemaakt.
C : we zien dat het compacte bod gevormd wordt aan de zijkanten, de
kraakbeencellen gaan naar twee zijdes geduwd worden (voorlopers van de
groeischijf). Centraal in het bot gaan we zien dat de kraakbeencellen een soort van
sponsachtig uitzicht krijgen wat uiteindelijk de beenmergholte gaat vormen.
D : dit is het bot dat we zullen zien op het einde van de zwangerschap en dus bij de
geboorte. We zien trabeculair bot tussen holte en groeischijf.
13 weken is een heel belangrijk moment in de zwangerschap omdat op dat moment
er heel wat dingen duidelijk worden en gecontroleerd worden : denk aan een
eventuele nekplooi, de grootte van het hoofd en ook de botlengte.
→ We zullen bij 13 weken een botlengte verwachten van 1cm, gedurende de
komende weken zal deze toenemen tot een lengte van 7.9 centimeter op 40
weken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joke02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.