Een samenvatting van hoofdstuk 18 van het basisboek bedrijfseconomie.
Deze stof wordt gebruikt als leerstof voor het atelier van periode 4 op NHL Stenden, opleiding Accountancy.
Hoofdstuk 18 – Balans
Activa, eigen vermogen en verplichtingen
De balans is een overzicht van bezittingen, eigen vermogen en verplichtingen van de onderneming.
De balans kan in verschillende vormen voorkomen, zo heb je een balans in T-vorm, maar ook een
verticale balansopstelling.
Bij het begrip activum dient er aan twee voorwaarden voldoen te worden:
1. Het is in de beschikkingsmacht van de onderneming
2. Het levert naar verwachting economische voordelen voor de onderneming op.
Zo is een vrachtauto die door een bedrijf gekocht is een activum, want het bedrijf kan met de auto
doen en laten wat het wil en het inzetten van de auto zorgt voor het krijgen van opbrengsten.
Er kunnen ook situaties voorkomen waarbij er twijfel is of er wel voldaan wordt aan beide
elementen. Het is dan de vraag of het object als activum op de balans gezet moet worden, of niet.
Immateriële vaste activa
Bij immateriële vaste activa gaat het vaak om de ‘niet-grijpbare’ bedrijfsmiddelen. Het wordt hierbij
onder verdeeld in twee verschillende categorieën:
Onderzoek en ontwikkeling: Voor de meeste bedrijven zijn de research- en development
uitgaven van levensbelang. Zo dienen er om te kunnen ‘overleven’ regelmatig nieuwe
producten op de markt moeten komen. De kosten die hierbij gemaakt worden kunnen gezien
worden als een investering, die later de vruchten moet afwerpen. Hierbij is het echter wel de
vraag of er aan het tweede criterium voor activum voldaan wordt. Dit omdat het wel de
bedoeling is dat er economische voordelen uit vandaan komen, maar het op het moment zelf
nog niet zeker is of dit ook daadwerkelijk gaat gebeuren.
Dit is dan ook de reden dat de onderzoeksuitgaven niet op de balans gezet mogen worden. Deze
kosten worden ten laste gelegd in de periode waar ze vandaan komen. Voor de
ontwikkelingsuitgaven geldt dat ze wel geactiveerd dienen te worden, met de voorwaarde dat de
uitvoerbaarheid van het project duidelijk is en er voldoende verwachting van economische voordelen
is.
Gekochte concessies, octrooien en merken: Het gaat hierbij om immateriële vaste activa
omdat er sprake is van contractueel vastgelegde rechten. Een oliemaatschappij die betaalt
voor een concessie om in de Noordzee te boeren, kan rekenen op economische voordelen.
Hierom komt de concessie dan ook op de balans te staan.
De waarde van de onderneming wordt steeds minder bepaald door de fysieke
productiemogelijkheden en steeds meer door het vermogen om zicht te onderscheiden naar de klant
toe. De waarde van merken wordt dus steeds belangrijker. Als een onderneming van een ander
bedrijf het recht koopt om een bepaald merk te mogen voeren, dient dit op de balans gezet te
worden.
, Investeringen in personeel mogen niet geactiveerd worden. Dit omdat mensen niet ‘in de
beschikkingsmacht’ van de onderneming zijn, omdat ze kunnen besluiten de onderneming te
verlaten.
Materiële vaste activa
Onder de materiële vaste activa vallen bedrijfsterreinen, gebouwen, machines, auto’s, computers
enz. Bij deze categorie is de waarschijnlijkheid dat er economische voordelen uitkomen normaal
gesproken aanwezig. Wel kunnen er vragen ontstaan op de criteria ‘in de beschikking van de
onderneming’. Op grond van dat criterium dienen gekochte productiemiddelen op de balans te staan
en voor een korte periode gehuurde productiemiddelen niet. De huurkosten worden wel in de
resultatenrekening vermeld. Bij contracten die langlopend gebruiksrecht opleveren, wordt dat
gebruiksrecht geactiveerd. Het gaat hierbij om een contract dat aangegaan is voor meer dan een jaar.
Omdat vaste activa hun diensten gedurende meerdere jaren aan de onderneming bewijzen, moeten
ze afgeschreven worden. De afschrijving dient op de immateriële vaste activa en de materiële vaste
activa worden toegepast. De afschrijving wordt bepaald aan de hand van de aanschafprijs,
gebruiksduur en restwaarde.
Er kan op twee verschillende manieren worden afgeschreven:
Lineaire afschrijving: houdt in dat elk jaar een gelijk bedrag wordt afgeschreven.
Degressieve afschrijving: houdt in dat het afschrijvingsbedrag elk jaar kleiner wordt. Dit vindt
bijv. plaats als de boekwaardemethode gebruikt wordt: elk jaar wordt een vast percentage
van de boekwaarde afgeschreven.
Als er verwacht wordt dat de boekwaarde van de vaste activa niet volledig wordt goedgemaakt door
toekomstige ontvangsten, wordt er een bijzondere waardevermindering (impairment) toegepast. De
grote van de bijzondere waardevermindering wordt bepaald door de boekwaarde van het activum te
vergelijken met de realiseerbare waarde. Dit is het bedrag dat wordt ontvangen als het wordt
verkocht, of dat nog wordt opgeleverd bij voortgezette bedrijfsuitvoering. De realiseerbare waarde is
dus het hoogste van directe opbrengstwaarde en bedrijfswaarde.
Als het in het activum geïnvesteerde bedrag niet zal worden terugverdiend, eist het
voorzichtigheidsprincipe dat het daaruit voortvloeiende verlies direct wordt opgenomen.
Als de directe opbrengstwaarde lager is dan de bedrijfswaarde is onmiddellijke verkoop van het
activum het beste.
Indien een impairment is toegepast en later blijkt dat de directe opbrengstwaarde/bedrijfswaarde
door veranderende omstandigheden hoger moeten worden ingeschat, wordt de waarde weer
verhoogd door middel van een bijzondere waardevermeerdering.
Bij financiële vaste activa gaat het vooral om deelnemingen in het aandelenkapitaal van andere
ondernemingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xberberx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.28. You're not tied to anything after your purchase.