Bert en Jessica zijn gehuwd met uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen behoudens een
gemeenschap van inboedel. Zij zijn in de huwelijkse voorwaarden ook een periodiek verrekenbeding
overeengekomen ten aanzien van het inkomen, dat echter niet wordt uitgevoerd. Bert is
programmeur in loondienst en Jessica werkt als zzp’er in de zorg. Bert heeft tijdens het huwelijk een
appartement gekocht en verkregen voor € 200.000,--. Het appartement is volledig gefinancierd met
een hypothecaire geldlening. Op die geldlening is uit het inkomen van Bert afgelost voor een bedrag
ad € 75.000-,- en door Jessica uit een gift van haar ouders voor € 25.000,--. Daarnaast heeft Bert van
zijn vader een beleggings-BV in onroerend goed geërfd die bij het einde van het huwelijk van Bert en
Jessica € 500.000,-- waard is. Al het onroerend goed in die BV was al vóór het overlijden van vader
door de BV verkregen. Na 15 jaar huwelijk van Bert en Jessica eindigt dit door echtscheiding. Het
appartement is dan waard € 400.000,--.
Vragen:
1. Kunnen Bert en Jessica indien zij dat zouden wensen de gemeenschap van inboedel na 10
jaar huwelijk tussentijds verdelen?
Nee, want zij vallen weliswaar onder een T3.7 gemeenschap, maar de boedel hebben ze
hiervan uitgesloten en die valt dus onder huwelijksgoederenregime.
Nee, de gemeenschap van inboedel is een beperkte huwelijksgemeenschap (want
geschapen bij huwelijkse voorwaarde) en is dus een boek 1 gemeenschap. Die is pas te
verdelen NA ontbinding ex 1:99 lid 1 en dus niet tussendoor al na 10 jaar, want dan
bestaat het huwelijk nog gewoon.
2. Wie heeft waarop recht bij het einde van het huwelijk ten aanzien van de woning? (graag zo
nodig een berekening)
Woning – naam Bert twv 200.000
Hypotheek – twv 200.000
Aflossing dmv gift – Jessica 25.000 NIET verrekenbaar (1:133 lid 2)
Aflossing inkomen – Bert 75.000 WEL verrekenbaar
1:136 lid 1: evenredigheidsleer
Te verdelen vermogen (75.000) adhv arrest: Schweinen/Hundscheid
75.000/200.000ste = 3/8ste
3/8ste x 400.000 = 150.000 euro waarde moet bij helfte verrekend worden tussen
echtgenoten ex 1:136 lid 1 jo. 1:141 lid 1 (beleggingsleer) jo. 1:135 lid 1 (verrekening
geschiedt bij helfte) jo. arrest Schwanen/Hundscheid
Dus: 150.000 delen door 2 = 75.000 euro per echtgenoot
Wat betreft gift van 25.000 euro bepaalt 1:133 lid 2 dat giften NIET verrekenbaar zijn.
1:141 lid 1 kan dus NIET toegepast worden, er moet basis gezocht worden bij 1:87
(vergoedingsrecht)
25.000/200.000ste = 1/8ste
1/8ste x 400.000 = 50.000 euro ogv 1:136 lid 1 jo. 1:133 lid 2 jo. 1:87 lid 2 sub a
DUS: Jessica krijgt 50.000 euro dat terug te voeren is op haar gift en 75.000 euro uit te
verdelen vermogen = 125.000
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Notarieelrechtenstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.