100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Werkgroep uitwerking Onderneming- en recht $5.98   Add to cart

Case

Werkgroep uitwerking Onderneming- en recht

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Werkgroep uitwerking voor het vak: Onderneming- en recht

Preview 2 out of 11  pages

  • June 14, 2022
  • 11
  • 2020/2021
  • Case
  • X
  • 6-7
avatar-seller
HOORCOLLEGE 6 EN CASUSCOLLEGE 6

BDW: vermogensstructuur, ratioanalyse

OR: uitkeren van winst

Literatuur

Hoofdstuk 3 uit De kern van het ondernemingsrecht.

Hoorcollege aantekeningen:

- Vermogensbescherming NV: 2:105 lid 1  AV besluit over winstbestemming EN over
uitkeringen VOOR ZOVER bij statuten niet anders is bepaald.
NB. Uitkeringen mogen ALLEEN plaatsvinden uit surplus van eigen vermogen BOVEN het
gestorte en opgevraagde deel van het geplaatste kapitaal & wettelijke/statutair verplichte
reserves (Dus alleen uit vrije reserves en/of agio) = balanstest, NV kent GEEN uitkeringstest
- Vermogensbescherming BV: 2:216 lid 1  AV besluit over winstbestemming EN over
uitkeringen VOOR ZOVER bij statuten niet anders is bepaald.
NB. Uitkeringen mogen ALLEEN plaatsvinden uit surplus van eigen vermogen BOVEN de
wettelijke en statutair verplichte reserves (gebonden vermogen kleiner dan bij NV, dus meer
uitkeringsruimte) = balanstest, daarna OOK nog goedkeuring bestuur nodig ex 2:216 lid 2,
want anders kan AV de BV gewoon leegtrekken = uitkeringstest (is wel een beperkte test)
NB. 2:216 lid 3: het tekort (= bedrag van de opeisbare schulden die niet kunnen worden
betaald, MAAR gemaximeerd tot totale bedrag van de uitkering) dat door uitkering is
ontstaan, komt voor rekening van de bestuurders EN van de adhdr die wist dat de uitkering
zou betekenen dat vennootschap niet zou kunnen voortgaan met betalen schulden (moet
dan dividend terugbetalen!)

Syllabus Bedrijfswetenschappen Hoofdstuk 1, 6-7.

Hoorcollege aantekeningen:

- Operationele hefboom (risico): veel constante kosten, dus grotere gevoeligheid
bedrijfsresultaat voor veranderingen in omzet
- Financiële hefboom (risico): veel vreemd vermogen (en hoge rentekosten), dus grotere
gevoeligheid winst voor veranderingen in bedrijfsresultaat
- Solvabiliteit: hoe hoger eigen vermogen, hoe hoger solvabiliteit en dat is positief met name
voor de vreemd vermogenverschaffers.
NB. Inkoop op rekening beïnvloedt solvabiliteit negatief
- Liquiditeit: netto werkkapitaal is verschil tussen vlottende activa en vlottende passiva
NB. Inkoop op rekening heeft GEEN invloed op netto werkkapitaal
NB. Statische liquiditeitsbenadering is gebaseerd op balans en Dynamische
liquiditeitsbenadering is gebaseerd op kasstroom
- Gemiddelde vermogenskostenvoet (gemiddelde van alle afzonderlijke rendementen):
Rangorde
1. Preferente lening
2. Concurrente lening
3. Achtergestelde lening
4. Eigen vermogen

NB. Hoe hoger risico, hoe hoger het rendement

, Theorievragen BDW

1. Welke aspecten spelen een rol bij het bepalen of een solvabiliteitsratio voor een
onderneming voldoende is?
 Bijvoorbeeld het (operationele) risico van de onderneming, en de liquidatiewaarde van de
activa. Een onderneming met een relatief hoger operationeel risico zal veelal streven naar
een relatief hoge solvabiliteit zodat het operationele risico voor een deel wordt opgevangen.
Indien een onderneming relatief veel immateriële activa bezit, zal er bij liquidatie een groot
waardeverlies optreden. Door te streven naar een relatief hoge solvabiliteit kan de kans dat
liquidatie zich voordoet met de daarbij optredende kapitaalvernietiging, worden verminderd.
Uiteindelijk gaat het (bij een levensvatbare onderneming) om de toekomstige fluctuatie
(risico) in het kasgenererend vermogen; hieruit kunnen in de toekomst de verplichtingen
worden nagekomen.
2. Welke indelingen bestaan er in de financiering?
 De indeling in actieve en passieve financiering (investering=financiering); totale en
partiële financiering (wijze van financiering: in totaal of per individueel actief, sommige
debet- en creditposten zijn sterk met elkaar verbonden zoals een pand en een hypothecaire
lening, of voorraden en crediteuren) en externe en interne financiering (financieren met
vermogen dat extern – via aandeelhouders of vreemd vermogensverschaffers - is
aangetrokken of dat intern – door een positieve operationele kasstroom - is gecreëerd).
3. Wat is het kenmerkende verschil tussen een juwelier en een groothandel bij de bepaling van
de liquiditeit?
 Bij een juwelier wordt de voorraad relatief traag verkocht, bij een groothandel relatief
snel. Bij de beoordeling van de liquiditeit – de mate waarin een onderneming aan haar korte
termijn verplichtingen kan voldoen – van een juwelier is het verstandig de voorraden buiten
beschouwing te laten. Bij een groothandel worden de voorraden relatief snel in kas omgezet,
zodat deze wel een rol spelen in de beoordeling van de liquiditeit. Een juwelier kan het beste
worden beoordeeld via de quick ratio (dat wil zeggen exclusief de voorraden), een
groothandel via de current ratio.
4. In hoeverre hebben ondernemingen een voorkeur voor interne in plaats van externe
financiering? Is deze voorkeur terecht op basis van “het economisch principe”?
 Intern vermogen - verkregen door een positieve operationele kasstroom - is in een
goedlopend bedrijf makkelijker te verkrijgen dan extern vermogen. Economisch gezien maakt
de herkomst van het vermogen echter niet uit. Over het intern verkregen vermogen (de
positieve operationele kasstroom die niet aan aandeelhouders wordt uitgekeerd) dienen ook
opportunity kosten te worden ingecalculeerd omdat aandeelhouders de opbrengst missen
van de belegging van dit vermogen in alternatieve aanwendingen.
5. Leg het verschil en de relatie tussen winst en waardecreatie uit.
 Tussen winst en gecreëerde (markt)waarde bestaat een moeizame relatie. Winst is
gebaseerd op feiten in het verleden, waarde op verwachtingen over de toekomst. In een
perfecte situatie zijn de toekomstige winsten al in de prijs van een productiefactor
opgenomen. Waarde loopt als het ware vooruit op toekomstige winsten (zoals in casus 5,
week 5, boekwaarde versus marktwaarde balans wordt getoond; de toekomstige winsten
zijn al in de waarde van de machine opgenomen). Nadien is er – bij ongewijzigde
omstandigheden - in een dergelijke situatie geen winst meer te behalen. Winst is alleen
mogelijk indien dit nog niet in de waarde is “ingeprijsd”. Winst impliceert dat er iets van
waarde bestaat waaruit die winst voortvloeit, maar het is niet mogelijk aan te geven wat dat
specifieke is, en hoe hoog de waarde daarvan is.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Notarieelrechtenstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98
  • (0)
  Add to cart