100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Werkgroep uitwerking Onderneming- en recht $3.21
Add to cart

Case

Werkgroep uitwerking Onderneming- en recht

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Werkgroep uitwerking voor het vak: Onderneming- en recht

Preview 2 out of 5  pages

  • June 14, 2022
  • 5
  • 2020/2021
  • Case
  • X
  • 6-7
avatar-seller
HOORCOLLEGE 1 EN CASUSCOLLEGE 1

BDW: de onderneming: a nexus of contracts

OR: corporate governance & de rechtspersoon



Literatuur

Hoofdstuk 1 en 8.1-8.2 uit de Syllabus Bedrijfswetenschappen

Hoofdstuk 1:

- De onderneming kan worden voorgesteld als een contractueel knooppunt waarin de
belangen van verschillende stakeholders van de ondernemingen samenkomen. Elke
stakeholder levert een bijdrage aan de onderneming en krijgt daarvoor een beloning (bv. Bij
werknemers: arbeid tegenover loon. Of bij crediteuren: goederen/diensten tegenover
inkoopprijs).
- De economische wetenschap veronderstelt dat markten perfect zijn, maar in werkelijkheid
zijn markten imperfect: deelnemers beschikken over verschillende informatie, transacties zijn
niet kosteloos. Als er op transactiekosten kan worden bespaard is het beter om activiteiten in
een onderneming te coördineren dan via de markt. (= transactiekostentheorie)
- Agency theorie: meer concrete benadering waarin conflicten tussen stakeholders worden
bestudeerd. Agent oefent tbv principaal bepaalde activiteiten uit en heeft meer informatie
over de activiteiten die hij uitvoert dan de principaal. Probleem is dat de agent prikkel kan
hebben afspraken niet na te komen/zich minder in te spannen (= moral hazard).
Oplossing: monitoren
- Vakgebieden bedrijfseconomie: Strategie/Marketing, Interne organisatie, Financiering,
Accounting.

Hoofdstuk 8.1+8.2:

- Value chain: keten van activiteiten binnen de onderneming en tussen verschillende
ondernemingen
- Wet van comperatieve voordelen: de samenleving gaat erop vooruit als subjecten datgene
doen waar zij het beste in zijn

Hoofdstuk 1 en 2 uit De kern van het ondernemingsrecht (zie vorig jaar en jaar ervoor);

C. de Groot, ‘Inleiding Personenvennootschappen’, par. 1, 3 en 7. (zie week 2)



Vraag 1 (‘Buitenrust’)

Samantha woont sinds 2002 in ‘Buitenrust’, een oude boerderij die toen nog aan de rand van de stad
lag. Het erf bestaat uit een woonhuis met daarachter twee oude koeienstallen. Verder heeft de
trotse eigenaresse ook de beschikking over tien hectare grond rondom haar huis, waarvan bij
aankoop slechts een klein gedeelte in gebruik was als tuin. De laatste jaren is de stad steeds verder
uitgebreid en wordt ‘Buitenrust’ inmiddels omringd door nieuwbouwhuizen en kantoren. In 2008
knapt Samantha één van de stallen op, omdat ze graag een rijpaard wil kopen. Later dat jaar krijgt ze
van vrienden en kennissen te horen dat die ook graag hun paard bij haar willen stallen en medio
2009 geeft Samantha al onderdak aan drie merries, twee ruinen en een zwarte hengst. Samantha

, besluit € 70,- per maand aan stallingskosten in rekening te brengt per paard, exclusief de kosten van
stro en voer. Samantha verzorgt de paarden en geeft ze dagelijks voer, maar het uitmesten van de
stallen moeten de paardeneigenaren zelf regelen. In 2016 heeft Samantha inmiddels vijftien paarden
in de stal opgenomen en ook heeft ze een buitenmanege laten aanleggen in de weide achter de stal.
Om haar eigen financiën van die van haar bijverdiensten te kunnen scheiden, opent Samantha in
2016 ook een aparte bankrekening op naam van ‘Stallen Buitenrust’. Na lang aarzelen – ze heeft er zo
langzamerhand een hele dagtaak aan – laat ze in 2018 ook de tweede stal verbouwen tot stallingen
voor nog eens 23 paarden.



a. Is hier op enig moment sprake van een onderneming in de zin van art. 5 Hrgw jo. art. 2 Hrgb
2008?
 om te weten of er op enig moment sprake is van een onderneming, moet er gekeken
worden naar de eisen van art. 5 Hrgw namelijk:
- onderneming

Wat een onderneming is, wordt adhv art. 2 Hrgb beoordeeld namelijk:

- voldoende zelfstandig optredende organisatorische eenheid: Ja, Samantha laat alleen de
stallen verbouwen om paarden te kunnen onderhouden, zeker vanaf 2016 met het
openen van een aparte rekening.
- 1 of meer personen: Ja, Samantha
- voldoende inbreng van arbeid: Ja, ze voert elke dag de paarden
- tbv derden: Ja, Samantha stalt andermans paarden
- diensten leveren: Ja, ze voert andermans paarden
- oogmerk materieel voordeel te behalen: Ja, want ze rekent 70 euro stallingskosten buiten
het stro en voer om, wat betekent dat ze met het stallen van de paarden een extraatje
verdient (= bijverdienste).

Conclusie: Uit art. 2 Hrgb blijkt dat er in ieder geval vanaf 2016 sprake is van een
onderneming in de zin van art. 5 Hrgw.

 Onderneming ex art 2 Hrgb houdt in dat Samantha ex art 5 onder b Hrgw inschrijfplicht
heeft bij de KvK



b. Indien er sprake is van een onderneming, is dan ook sprake van een bepaalde
organisatievorm of rechtsvorm? U dient de personenvennootschappen buiten beschouwing
te laten.
 De enige vorm waar Samantha onder zou kunnen vallen, is de eenmanszaak nu zij zowel
leiding als eigendom in één hand heeft.
 Met een eenmanszaak kunnen Samantha’s schuldeisers zich zowel op het vermogen van
de stallen als op haar eigen vermogen verhalen.
 Verschil eenmanszaak en zzp’er: eenmanszaak kan medewerkers in dienst hebben en
zzp’er niet.



Samantha moet af en toe ‘nee’ verkopen, want als begin 2019 vanuit de paardeneigenaren ook het
verzoek komt om in de buitenmanege rijlessen te organiseren, ziet ze dat niet zitten. De organisatie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Notarieelrechtenstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
Add to cart
Added