100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollege Bijzonder bestuursrecht $3.23   Add to cart

Class notes

Hoorcollege Bijzonder bestuursrecht

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hoorcollege Bijzonder bestuursrecht

Preview 3 out of 16  pages

  • June 14, 2022
  • 16
  • 2021/2022
  • Class notes
  • X
  • All classes
avatar-seller
BIJZONDER BESTUURSRECHT VOOR NOTARIËLEN 2021-2022 – STUDIEMATERIAAL WEEK 1



Literatuur

 Buuren, P.J.J. van, e.a., Hoofdlijnen ruimtelijk bestuursrecht, Deventer: Kluwer 2017 (10e druk),
hoofdstukken 1 en 2 lezen, 3 en 4 bestuderen (besteed daarbij vooral aandacht aan hoofdstuk 3).



VOORBEREIDING HOORCOLLEGE WEEK 1



Ruimtelijke ordening

- Van overheidswege bewust ingrijpen in maatschappelijke ontwikkelingen met een
ruimtelijke dimensie. Zij is gericht op het onderling afwegen en coördineren van die
ontwikkelingen en ze loopt uit op het leggen van bestemmingen en het regelen van gebruik
van de grond.
- Beleid ruimtelijke ordening wordt ook wel facetplanning genoemd
- 21 GW van belang: overheid moet aan ruimtelijke ordening doen.
- Fundamentele beperking: eigenaar kan NIET verplicht worden de aangegeven bestemming
ook daadwerkelijk te realiseren, ondanks inperking van het eigendomsweg via
bestemmingsplannen (want bestemmingsplannen bevatten verboden, GEEN geboden)
LET OP: indien eigenaar iets nieuws wil bouwen/bestaand gebruik wil veranderen, dan WEL
te maken met beperkingen/verplichtingen van het bestemmingsplan. Dit systeem heet
toelatingsplanologie
- Moet worden verricht door 3 bestuurslagen (Rijk, provincie, gemeente) in harmonieuze
samenwerking

Ruimtelijk bestuursrecht

- Onderscheid sector- en facetplanning van belang.
 Sectorale plannen: afzonderlijke onderdelen van de overheidszorg (vervoer,
huisvesting, natuurbehoud)
 Facetplanning: ruimtelijke ordening in een bepaalde sector
- In omgevingswet zal dit onderscheid mogelijk onherkenbaar worden en zal de structuurvisie
verdwijnen in de omgevingsvisie (rekening houden met een structuurvisie vindt dan niet
langer plaats in het kader van een bestemmingsplan, maar bij de vaststelling van een
omgevingsplan). Omgevingsvisie heeft een ruimere reikwijdte dan een structuurvisie ex 1.2
en 1.3 Omgevingswet en dienen aan een ieder elektronisch beschikbaar te worden gesteld
via een landelijke voorziening

Planologisch proces van De Haan

- 3 fasen te onderscheiden:
1. Bestemmen: toekenning van een gebruiksfunctie aan de grond, planning staat voorop
2. Inrichten: plannen uitvoeren
3. Beheren: accent ligt op bescherming van de aangewezen en gerealiseerde bestemming
tegen ongewenste veranderingen, op regulering en beheersing van kleine, wel
wenselijke aanpassingen en op onderhoud

, - recht moet daarop aansluiten door via wetgeving instrumenten te bieden voor elk van deze 3
fasen
- in de praktijk lopen de fasen door elkaar heen

Rechtszekerheid vs. Flexibiliteit

- globale plannen regelen minder, maar bieden meer ruimte voor initiatieven en zijn dus
minder snel verouderd. Nadeel is dat overheden en burgers bij een plan met globale
bestemmingen eerder geconfronteerd kunnen worden met ongewenste ontwikkelingen.
- Flexibiliteitsconstructies bieden minder rechtszekerheid, omdat de uitvoering van het plan
aan beleidsinzichten kan worden aangepast
- Bestemmingsplan:
1. Verordende en daarmee een burgers bindende werking: belang rechtszekerheid weegt
hier zwaar
2. Instrument van planning: bruikbaarheid van het plan bij veranderende
wensen/omstandigheden is hier van betekenis

Omgevingswet

- Alle regelgeving die betrekking heeft op de fysieke leefomgeving zoveel mogelijk in één wet
en de daarop steunende uitvoeringswetgeving (amvb’s, ministeriële regelingen,
verordeningen van provincies) onder te brengen

Gemeentelijke structuurvisie

- Wro verplicht tot vaststelling van structuurvisies op de drie bestuursniveaus (Rijk, provincie
en gemeente)
- 2.1 lid 1 Wro: gemeenteraad is verplicht tot vaststellen van één of meer structuurvisies ‘ten
behoeve van een goede ruimtelijke ordening’ voor het gehele gemeentelijke grondgebied (=
algemene structuurvisie welk een beleidsnota-achtig karakter krijgt).
LET OP: op het niet-naleven van die verplichting stelt de Wro GEEN sanctie
- Structuurvisie dient de hoofdzaken van het door de gemeente uit te voeren ruimtelijke
beleid te bevatten EN in te gaan op de wijze waarop de raad zich voorstelt voorgenomen
ontwikkelingen te doen verwezenlijken.
LET OP: de structuurvisie in lid 2 is een bevoegdheid en dus NIET verplicht voor de
gemeenteraad (= facultatieve structuurvisie bedoeld voor aspecten van het gemeentelijk
ruimtelijk beleid)
- 2.1 lid 4 Wro: bevoegdheid is op beide structuurvisies van toepassing. Dit lid maakt de
vaststelling van een intergemeentelijke structuurvisie mogelijk.
LET OP: wordt in de praktijk nauwelijks gebruikt!
- Een normatieve functie in de zin van rechtens bindende uitspraken is NIET beoogd met de
structuurvisie, MAAR de structuurvisie moet wel duidelijk aangeven over hoe de
gemeenteraad zich voorstelt de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen te doen
verwezenlijken
- Structuurvisies hebben slechts een indicatieve betekenis en dus roept de gemeentelijke
structuurvisie NIET op enige wijze rechtsgevolgen in het leven.
- Op grond van motiverings- en vertrouwensbeginsel heeft een structuurvisie wel juridische
relevantie
- 2.1.1 Bro: burgers en maatschappelijke organisaties moeten bij de totstandkoming van
structuurvisies worden betrokken, maar niet opgenomen op welke manier dat moet

, - 1.3.1 Bro: bij opstellen structuurvisie waarin sprake is van ruimtelijke ontwikkelingen, moet
van dat voornemen kennis gegeven worden overeenkomstig 3:12 lid 1 en 2 Awb.
LET OP: deze verplichting bestaat NIET wanneer ter zake van het voornemen een
milieueffectrapport wordt opgesteld!
- Rechtsbescherming tegen vaststelling gemeentelijke structuurvisie: NIET appellabel, omdat
het besluit tot vaststelling is genoemd in art. 1 van Bijlage 2 Awb (de enige rechtsgang die in
theorie open staat is die naar de burgerlijke rechter op basis van een vordering wegens
onrechtmatige daad).

Bestemmingsplan

- 3.1 Wro
- Wabo heeft GEEN gevolgen voor inhoud en totstandkoming van het bestemmingsplan, maar
is WEL relevant voor de handhaving van het bestemmingsplan, omdat het een verbod bevat
om te handelen in strijd met het bestemmingsplan ex 2.1 lid 1 onder c Wabo.
- Functies:
1. Planningsfunctie
2. Ontwikkelingsfunctie
3. Normeringsfunctie: staat gemakkelijk op gespannen voet met planningsfunctie
(normering vraagt om duidelijkheid en rechtszekerheid en planningsfunctie is juist
gebaat bij open laten van verschillende mogelijkheden en bij het toekennen van ruim
omschreven bevoegdheden tot uitwerking/wijziging/afwijking/interpretatie door b&w)
- Onderdelen ex 3.1 lid 1/3.6 lid 1 Wro en 3.1.2/3.1.3 Bro:
1. 1 of meer documenten waarop bestemmingen van de in het plan begrepen gronden
worden aangewezen
2. Regels waarin de bestemmingen omschreven worden, waarbij per bestemming het doel
wordt genoemd, die aan de in het plan begrepen gronden worden toegekend (=
doeleindenomschrijving)
3. Met oog op de bestemmingen regels omtrent gebruik van de in het plan begrepen
gronden en van de zich daarop bevindende bouwwerken
4. Regels omtrent een eventuele uitwerkingsplicht/eventuele
wijzigingsbevoegdheid/eventuele bevoegdheid om bij verlening van een
omgevingsvergunning af te wijken van in het plan genoemde regels/eventuele
bevoegdheid nadere eisen te stellen

LET OP: 3.1.6 Bro schrijft voor dat een (ontwerp)bestemmingsplan vergezeld gaat van een
toelichting waarin verslag wordt gedaan van een aantal verplichte onderzoeken en
overleggen, MAAR: toelichting maakt GEEN deel uit van het plan zelf!!! Is er dus slechts voor
de uitleg van het plan

- Verbeeldingen bestemmingsplan:
 1.2.3 lid 1 Bro: bestemmingsplannen moeten zowel digitaal als op papier worden
vastgesteld. Bij onbedoelde verschillen hiertussen, is de vastgestelde digitale versie
beslissend ex lid 2
 1.2.4 Bro: plannen moeten op een duidelijke ondergrond worden geprojecteerd
- Regels per bestemming nodig:
 Onderscheid in:
1. Bouwregels
2. Regels omtrent uitvoeren van werken/werkzaamheden (3.3 Wro): hiervoor kan een
omgevingsvergunning op grond van de planregels vereist worden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Notarieelrechtenstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23
  • (0)
  Add to cart