100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Werkgroep Overdrachtsbelasting $3.25   Add to cart

Case

Werkgroep Overdrachtsbelasting

 16 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Werkgroep Overdrachtsbelasting

Preview 2 out of 11  pages

  • June 14, 2022
  • 11
  • 2021/2022
  • Case
  • X
  • 6-7
avatar-seller
Oefenvraagstukken Overdrachtsbelasting



Vraagstuk I

Aisha is eigenaar van een stuk grond. Op deze grond is destijds een recht van erfpacht gevestigd ten
behoeve van Bob voor de duur van 30 jaren. Het recht is niet van het leven afhankelijk. De canon
bedraagt € 3000 per jaar. Stel dat het recht van erfpacht teniet gaat door het enkele verloop van de
tijd waarvoor het recht is gevestigd. Ga ervan uit dat de waarde van de grond in volle eigendom vóór
de vestiging van het recht van erfpacht € 80.000 bedroeg en dat de waarde na afloop van dit recht €
120.000 bedraagt.

Vraag:

1. Is overdrachtsbelasting verschuldigd ter zake van het teniet gaan van het recht van erfpacht
door verloop van de tijd waarvoor het recht is gevestigd? Zo ja, door wie en waarover?
 Geen ovb verschuldigd vanwege enkele verloop van de tijd



Op een ander stuk grond van Aisha is een recht van opstal gevestigd ten behoeve van Dylan. Ten tijde
van de vestiging van het opstalrecht was de grond onbebouwd. Dylan besluit tot het voor zijn eigen
rekening en risico aanbrengen van een loods op deze grond. De bouwkosten van de loods bedragen €
120.000.

Vraag:

2. Is door Aisha en/of Dylan overdrachtsbelasting verschuldigd ten tijde van de aanbreng van
de loods door Dylan? Zo ja, door wie en waarover?
 Positie grondeigenaar: levert plaatsing loods een verkrijging op voor grondeigenaar?
NEE, want er is van de zijde van de grondeigenaar GEEN sprake van een verkrijging, want
opstalrecht zorgt voor horizontale splitsing in de zin dat natrekking op het moment van
aanbreng NIET kan plaatsvinden! Er vindt door de opstal geen natrekking plaats.
 Dylan: wordt aangemerkt als beperkt gerechtigde en dan is het ex 3 lid 1 sub c WBR
analoog niet redelijk om van hem te heffen
 Dus ten aanzien van de aanbreng levert dit NERGENS een verschuldigdheid op van het
betalen van belasting!



Stel dat het recht van opstal teniet gaat door het enkele verloop van de tijd waarvoor het recht is
gevestigd. De loods is op dat moment waard € 140.000.

Vraag:

3. Is overdrachtsbelasting verschuldigd ter zake van deze gebeurtenis? Zo ja, door wie en
waarover?
 6 lid 3 WBR: fictiebepaling, want in afwijking van civiele recht wordt een fiscale realiteit
gecreëerd. MAG HIER NIET TOEGEPAST WORDEN, want je komt hier helemaal niet aan
TOE! Je hebt hier gewoon een originaire verkrijging, dus er valt niks te ‘achten’! Zou WEL
aan de orde zijn als het geen opstalrecht is, maar een recht van erfpacht! Want dan zou
ten tijde van de aanbreng van de loods het volgende gevolg zijn voor
overdrachtsbelasting:

, 1. Aisha wordt dan WEL gewoon meteen al eigenaar vanaf moment dat loods wordt
aangebracht, vindt namelijk natrekking plaats ex 3 lid 1 onder c WBR en dat is dan
een civielrechtelijke verkrijging, die fiscaalrechtelijk uitgezonderd is!!
2. Als recht eindigt door verloop van tijd, is het gevolg voor overdrachtsbelasting dat er
civielrechtelijk GEEN verkrijging is, want grondeigenaar is AL eigenaar! Beperkte
recht gaat er dus af, in de tussentijd is toch een loods geplaatst en waar
civielrechtelijk GEEN verkrijgingsmoment bestaat, wordt er FISCAAL één gecreëerd
ex 6 lid 3 WBR!!! INDIEN bij einde van een beperkt recht, … worden die zaken
GEACHT door die gerechtigde te zijn VERKREGEN!! Ook over waarde van
economische verkeer ten tijde van de fictieve verkrijging: 140.000 euro
 Loods is geplaats en wat gebeurt er op het moment dat de loods er staat en recht van
opstal afloopt?
1. Civielrechtelijk: natrekking vindt dan plaats! En dat is een wijze van
eigendomsverkrijging, waardoor de grondeigenaar dan de loods VERKRIJGT!
2. Fiscaalrechtelijk: Natrekking leidt NIET tot heffing overdrachtsbelasting ALS er
voldaan wordt aan 3 lid 1 onder c WBR (uitgezonderde verkrijging) en dat is als de
natrekking plaatsvindt ten tijde van de aanbreng en dat is hier NIET en dus IN
BEGINSEL WEL belast ex 2 WBR!!!!
 Wie: grondeigenaar. D verkrijgt NIKS!
 Waarover: moment vaststellen waarde is waarde in economische verkeer ten tijde van
de verkrijging, DUS: 140.000 euro



Vraagstuk II

Vader Eddy heeft drie kinderen: Inez (36), John (38) en Henry (40). Vader Eddy sluit met Inez een
koopovereenkomst met betrekking tot zijn woning. Eddy en Inez komen overeen dat Inez de woning
koopt voor de prijs ad € 400.000. Tevens komen zij overeen dat de betaling van de koopsom en de
levering van de woning niet eerder zullen plaatsvinden dan na het overlijden van Eddy. De bedoeling
is dat Inez pas na het overlijden van Eddy de woning zal betrekken.

Vraag:

1. Is er in verband met de hierboven bedoelde koopovereenkomst sprake van een verkrijging
van economische eigendom?
 2 lid 2 WBR gaat over economische eigendom. hier gaat het om een samenstel van
rechten en verplichtingen die enig risico van waardeverandering vertegenwoordigt, die
toekomt aan enig beperkt gerechtigde.
 Enkele recht op levering leidt NIET tot een econoom! Hier is alleen sprake van een recht
op levering en DUS is er GEEN sprake van een verkrijging van economische eigendom!
Combineren met laatste zin casus dat er GEEN feitelijke bezitsverschaffing plaatstreedt
aan Inez, want dat is pas NA het overlijden van Eddy.



Vader Eddy overlijdt zonder bij testament over zijn nalatenschap te hebben beschikt. Krachtens het
versterferfrecht worden de drie voornoemde kinderen als erfgenamen van Eddy aangemerkt, ieder
voor een gelijk deel. Allen aanvaarden de nalatenschap zuiver. Inez wenst de woning geheel op haar
naam te verkrijgen. Zij wendt zich tot u voor juridisch advies.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Notarieelrechtenstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart