1. Wat is de verhouding tussen de Europese Btw-richtlijn, Europese Verordeningen en de Wet
op de omzetbelasting 1968 (hierna: ‘Wet OB’)?
richtlijn:
- niet rechtstreeks op te beroepen, MAAR lidstaat is verplicht de richtlijn om te zetten in
nationale wetgeving, zodat er TOCH op de vrijstelling beroep kon worden gedaan.
- ARREST: iemand beriep zich rechtstreeks op richtlijn, omdat lidstaat had nagelaten deze
om te zetten in nationale wetgeving en dat MOCHT!!
- verlaagd tarief uit de richtlijn KAN opgenomen worden in nationale wetgeving, maar
HOEFT niet, want het is GEEN verplichting!!
Verordening heeft WEL rechtstreekse werking. Hier komt voornamelijk codificatie van
jurisprudentie van Hof van Justitie in voor!
2. Wat is de hoogste rechtsinstantie voor rechtsvragen betreffende de omzetbelasting?
Europese Hof van Justitie. Als een verplichting niet duidelijk is uit de richtlijn, MOGEN de
lagere rechters dat vragen aan Hof van Justitie, voor de hogere rechters is dit een
VERPLICHTING!
Acte eclare: er is al eerder over besloten en dus hoeft er niet opnieuw naar gevraagd te
worden!
Acte clair: het antwoord is al zo duidelijk, dit hoeft niet opnieuw gesteld worden
3. Van wie wordt omzetbelasting geheven? Wie is met andere woorden belastingplichtige voor
de omzetbelasting? Waar is dit in de Wet OB geregeld?
de ondernemer, 7 OB!
Soms is heffing verlegd naar de AFNEMER, maar die moet dan ook ondernemer zijn! Zie
art. 12 lid 5 OB
4. Maakt het voor de vaststelling of sprake is van een belastingplichtige voor de omzetbelasting
uit waar iemand zijn activiteiten ontplooit?
op zichzelf NIET voor vaststellen van ondernemerschap, maar WEL als je NEDERLANDS
omzetbelasting wil heffen
5. Is een winstoogmerk relevant voor de vaststelling of sprake is van een belastingplichtige voor
de omzetbelasting?
Nee, niet relevant. Wel oogmerk hebben om opbrengst te maken ex zaak Hongkong!
6. Ter zake waarvan wordt omzetbelasting geheven? Met andere woorden: wat zijn de
belastbare feiten voor de omzetbelasting? Waar is dit in de Wet OB geregeld?
prestaties:
1. Leveringen, 3 OB
2. diensten, 4 OB
richtlijn bekijken als iets uit OB mogelijk verkeerd is omgezet!
7. Waarover wordt omzetbelasting geheven? Wat is met andere woorden de maatstaf van
heffing voor de omzetbelasting? Waar is dit in de Wet OB geregeld?
maatstaf van heffing: de vergoeding, 8 OB is een subjectief begrip, dus mag lager/hoger
dan waarde in economische verkeer zijn
8. Welke btw-tarieven kennen we in Nederland? Waar is dit in de Wet OB geregeld?
9 lid 1 OB: standaard tarief
9 lid 2 onder a OB jo. Tabel 1: verlaagd tarief, is een uitzondering op de hoofdregel!! Moet
altijd strikt uitgelegd te worden
, 9 lid 2 onder b OB: tarief van 0%. Is iets anders dan vrijstelling!! Vrijstelling wordt GEEN
btw geheven en bij tarief 0% WEL, alleen dan 0%!
9. Hoe wordt voorkomen dat omzetbelasting in de bedrijfs-/handelsketen naar de
eindconsument cumuleert? Waar is dit in de Wet OB geregeld?
wordt voorkomen door recht op aftrek van voorbelasting, zie 2 OB en 15 OB. Belangrijk
instrument om systeem omzetbelasting GOED te laten werken!
Vrijstellingen zijn verstorend over het algemeen
10. Waar in de Wet OB is de plaats van de prestatie ten aanzien van onroerende zaken geregeld?
Hoe werkt dat uit? Ga in op zowel de levering van onroerende zaken als diensten ten aanzien
van onroerende zaken. Beargumenteer bij de volgende vragen onder verwijzing naar de
relevante wetsartikelen en jurisprudentie telkens de btw-gevolgen. Het verdient aanbeveling
om daarbij het ‘rijtje’ af te lopen.
Goed koppelen!!
Prestatie – levering: 5 OB: onroerende zaak MOET in Nederland liggen! Niet in NL? dan
GEEN omzet/overdrachtsbelasting!!!
Prestatie – diensten: 6 OB
Sta tevens stil bij de consequenties voor de overdrachtsbelasting.
De vragen 11, 12 en 13 worden beantwoord door op elk van de onderstaande vragen telkens een
antwoord te formuleren. Weliswaar is nog niet alles aan bod gekomen, maar door wel de
vraagstukken volledig te beantwoorden, krijgt u alvast gevoel bij hoe u de tentamenvragen dient te
beantwoorden.
1. Wie is belastingplichtig voor de btw?
2. Wat is het belastbare feit voor de btw?
3. Waar is de plaats van de prestatie?
4. Is er een vrijstelling van toepassing?
5. Wat is de maatstaf van heffing?
6. Wat is het btw-tarief?
7. Van wie wordt de btw geheven?
8. Heeft de ondernemer recht op aftrek van voorbelasting?
11. Kees is in loondienst bij een bedrijf. Hij is tevens eigenaar van de akker die achter zijn woning ligt.
Kees splitst de akker in 10 bouwkavels en hij schakelt een bouwbedrijf in om op elk bouwkavel een
luxe nieuwbouwwoning te realiseren. In verband met de verkoop zet hij een paginagrote advertentie
in de plaatselijke krant, laat hij een glossy folder voor de verkoop van de nieuwbouwwoningen
drukken en hij organiseert een kijkdag voor geïnteresseerden. Kees verkoopt alle kavels inclusief de
op de grond gerealiseerde woningen vervolgens aan particulieren voor € 600.000 exclusief eventueel
verschuldigde btw.
11.2. Wat is het belastbare feit voor de btw?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Notarieelrechtenstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.