100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Examenvragen deel nieren $5.35
Add to cart

Summary

Samenvatting Examenvragen deel nieren

 52 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat de uitgewerkte open vragen voor het deel nieren. Dit zijn al de mogelijke open vragen die je voor dit onderdeel kan krijgen.

Preview 3 out of 17  pages

  • June 14, 2022
  • 17
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Lichaamsvloeistoffen + Structuur en functie van de nieren
• - beschrijf het juxtaglomerulaire apparaat, en bespreek de functie
Het juxtaglomerulair apparaat is de plaats waar de distale tubulus terug in contact komt met
glomerulus.
Het bestaat uit een aantal cellen:
- Mesangiale cellen (die de wand van het kapsel van Bowman maken) in de glomerulus zijn
intraglomerulair (bevinden zich buiten het juxtaglomerulair apparaat). Buiten het kapsel van
Bowman zijn ze extraglomerulair. Het zijn functioneel belangrijke cellen. Deze cellen hebben
contractiele eigenschappen.
- De granulaire cellen liggen buiten de glomerulus -> Ze maken onderdeel uit van het
juxtaglomerulair apparaat, dat de plaats is waar de distale tubulus terug in contact komt met
glomerulus (grijze deel met links ervan het uiteinde van de stijgende lus van Henle en rechts
de glomerulus -> in de grijze cirkel zitten de cellen die zorgen voor deze verbinding). De
tubulaire vloeistof kan invloed hebben op de eigenschappen van de glomerulus.
- Macula densa cellen: soort van wachtpost waar de samenstelling van de tubulaire vloeistof
gecontroleerd wordt voor die naar de verzamelbuis gaat.

Werking:
1. Tubuloglomerulaire feedback (Lokaal):
De rol van het juxtaglomerulair apparaat
De hoeveelheid NaCl in de tubulus wordt gedetecteerd door de macula densa dat
vervolgens transmitters vrijzet die de arteriolaire weerstand beinvloeden.
GFR ↑ - meer NaCl in tubulus - vrijzetting van ATP en adenosine – vasoconstrictie van
afferent arteriole – daling GFR
GFR ↓ - minder NaCl in tubulus – minder vrijzetting van ATP en adenosine – vasodilatatie
van afferent arteriole – stijging GFR

=> Regulatie van gevoeligheid
NO verlaagt tubuloglomerulaire feedback
Ang II verhoogt tubuloglomerulaire feedback

Uitleg:
Bij een hogere GFR wordt er meer tubulaire vloeistof geproduceerd. Dit impliceert ook een
hogere hoeveelheid NaCl in de niertubulus (macula densa). Het is die stijging in NaCl die
geregistreerd wordt door de macula densa. Het gevolg daarvan is een vrijzetting van zowel
ATP als adenosine om ervoor te zorgen dat het GFR kan dalen. Deze stoffen zorgen voor de
constrictie van het afferent arteriool (toegangskraan naar GC netwerkt wordt beetje
dichtgedraaid waardoor daling GFR). De stijging van de GFR zal zo na 1 passage van de
tubulaire vloeistof gecompenseerd worden. Ook dit mechanisme is een intrinsieke
eigenschap van de nieren; bij isolatie van het orgaan zal de eigenschap nog steeds van
toepassing zijn.
Bij een daling van GFR zal de toegangskraan naar het glomerulair capillair netwerk een
beetje open gedraaid worden.

2. Tubuloglomerulaire feedback cellulair
Een verhoogde GFR leidt tot meer NaCl filtratie, en een verhoogde NaCl gehalte aan de
macula densa (stijgende Lis van Henle), wat leidt tot meer Na opname, via NKCC2. Dat leidt

,tot meer ATP en Adenosine (ADO) vrijzetting. Via receptoren op gladde spiercellen is er
vasoconstrictie van het afferente arteriole en daling van GFR.
ATP en adenosine verminderen ook Renin release, wat leidt tot een systemische
bloeddrukdaling en daling van RBF, en verlaagde Na resorptie in de distale tubulus.
Wanneer GFR daalt, daalt NaCl load aan macula densa, daalt ATP en ADO release, en volgt
vasorelaxatie en stijging van GFR, etc…

Uitleg:
Onder normale omstandigheden heb je een constante vrijzetting van ATP en adenosine,
maar bij een verandering in GFR wordt hiervan meer of minder vrijgezet!
ATP en adenosine vrijzetting heeft ook een invloed op de renine release (bepaalt de
systemische bloeddruk) => je krijgt vorming van angiotensine en aldosteron => zo zie je dat
renine lokale (in de nier zelf) en systemische effecten (bloeddruk) heeft (zie verder!).




• - bespreek de filtratiebarriere: hoe is ze opgebouwd en wat weet je over de
eigenschappen. Welke krachten bepalen filtratie van bloed? Welke componenten van
bloed worden vrij gefiltreerd en welke niet?
Filtratiebarriere is opgebouwd uit:
▪ Glycocalyx: De glycocalyx laag is de extracellulaire matrix (vormen een barrière voor
cellen) aan de binnenkant van de glomerulaire capillairen -> deze laag is weinig
permeabel voor negatief geladen macromoleculen. Deze laag bestaat uit
proteoglycanen en deze zijn negatief geladen waardoor de passage van negatief
geladen grote moleculen beperkt wordt (proteïnen).
▪ Endotheelcellen vormen een mesh
▪ Glomerulaire basale membraan scheidt endotheel van epitheel, en bevat
proteoglycanen (HSPGs) waardoor passage van negatief geladen grote moleculen
beperkt wordt (proteinen)
▪ Epitheliale podocyten zijn gespecialiseerde cellen die met ‘voetuitstulpsels’ het slit
diaphragm (spleet diafragma) vormen. Die voetuistulpingen zijn verbonden waardoor
de spleet verkleint of vergroot kan worden, waardoor er een dynamiek bestaat.
- Porien 4-14nm
- Negatief geladen glycoproteines
- Nephrin, NEPH1, Podocin zijn strcuturele elementen
- Defecten leiden tot proteinuria: Nefrines: wanneer er defecten zitten,
wanneer bvb. de voetuitsulpingen niet correct verbonden zijn, kunnen
proteïnen terecht komen in de urine. zo je kan proteinuria krijgen.

, De filtratie wordt bepaald door de Starling krachten. Er heerst een grote hydrostatische druk
in de glomerulaire capillairen, waardoor vocht wordt geperst vanuit het bloedvat in de
bownmanruimte, maar de filtratiebarriere is niet doorlaatbaar voor proteinen waardoor een
oncotische druk opbouwt (door de proteinen die aankomen). Hoe verder het bloed gaat
doorheen capillair netwerk. De hydrostatische druk wordt in grote mate bepaald door de
bloeddruk (afferent: bloedaanvoer; efferent: bloedafvoer) -> de dynamiek tussen hoe snel
bloedaanvoer en bloedafvoer gebeurt heeft een invloed op de hydrostatische druk en hoe
groot de GFR zal zijn
Naar het einde van het capillaire netwerk heb je een oncotisch drukverschil dat gaat
opbouwen (door de proteïnen die gaan achter blijven in het bloed), waardoor vocht wordt
aangezogen vanuit de ruimte van Bowman naar de capillairen toe. Je hebt 2 tegenstrijdige
krachten.
 Evenwicht tussen de 2 (hydrostatische druk en oncotische druk) zal bepalen wat de
ultrafiltratiedruk is en hoeveel vloeistof effectief gefiltreerd wordt.
 GFR (= hoeveelheid bloed die per eenheid van tijd gefiltreerd wordt) wordt bepaald
door het ultrafiltratiecoëfficiënt (= doorlaatbaarheid van de capillaire wand voor
vloeistof) en de ultrafiltratiedruk.
 Glomerulaire capillairen hebben een heel grote doorlaatbaarheid voor vloeistoffen!
 Sf = hoeveel vloeistof er tussen endotheelcellen geduwd kan worden en hoe groot de
conductantie is voor de vloeistof doorheen die opening. Kan wijzigen onder invloed
van contractie mesangiale cellen.
 Kf van glomeruli is VEEL GROTER dan van alle systemische capillairen.
 Bownman ruimte wordt bij een geduwd zodat er een verkleining is vn het filtratieopp
(is discutabel)
Belangrijk!
 Filtratie: hoe kan je dit meten? Door welke krachten wordt dit bepaald? Door
hydrostatisch en oncotisch drukverschil
 Dit principe geldt voor alle capillairen in ons lichaam

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElienBMW. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  5x  sold
  • (0)
Add to cart
Added